Hoofdstuk 1: geschiedenis
1. Een onbekende wereld
• Hook
o 1665
o 1e microscoop
o Plantencellen
o Sporangia
• Van Leeuwenhoek
o 1677
o Verbeterde microscoop
o ‘kleine bewegende dierkens’
• Late 19e eeuw
o Wetenschappelijke vragen:
--> spontane generatie: uit dode materie ontstaat levende materie
--> besmettelijke ziektes: kleine diertjes hiervan de oorsprong?
o Ontwikkelen v cultuurmedia, steriel werken, pure culturen isoleren
2. Vanuit omgeving naar labo
2.1. Reincultuur
• 1e prioriteit: voeding en ziekte ( men gebruikten deze processen al heel lang maar kon
deze niet verklaren)
• Louis Pasteur (1822-1895)
o Weerlegging spontane generatie met zwanenhalsexperiment
o Ziektekiem-theorie
o Pasteurisatie, sterilisatie, aseptisch werken
o Vaccinatie= bacteriën uit zieke persoon verzwakken en deze inspuiten bij
gezonde persoon --> immuunrespons
o Fermentaties (karakterisatie giststammen voor bierbrouwerij)
, • Robert Koch
o 1850-1900
o Bouwde verder op ziektekiemtheorie
o Postulaten v Koch
--> aantonen causaal verband tussen isolaat en ziektebeeld
--> verschillende ziektebeelden voldoen niet aan deze postulaten
--> ontwikkelde methodieken voor reinculturen
1. ziektekiem altijd in zieke dieren en nooit
in gezonde dieren
2. ziektekiem moeten we kunnen isoleren
en verkweken
3. proefdier dat besmet w met dezelfde
kiem, moet dezelfde ziekte krijgen
4. uit dat dier terug isoleren en geisoleerde
kiem moet gelijk zijn aan de ingebrachte
• Alexander Fleming: 1e antiobioticum= penicillin, ontwikkeling hiervan boost tijdens WOII
( gevonden bij onderzoek naar stafylokokken)
2.2. Aanrijkingscultuur
• Beijerinck
o Grondlegger microbiële ecologie= distributie van MO in
bepaald milieu en hun rol in specifieke processen
o Aanrijkingsculturen (staal onder bepaalde condities
onderbrengen: pH en T ook!!!!) --> groeimedium invloed
op soorten bacteriën--> shift micriobiële gemeenschap
o N-fixatie
o Sulfaatrespiratie
• Sergei Winogradsky
o 1856-1953
o Grondlegger microbiële ecologie
o Autotrofie/ lithotrofie
o Winogradsky-kolommen --> nutriëntencycli
o Chemolithoautotrofe MO
N-fixerende bacteriën isoleren in
medium met zouten, manitol maar
geen N-bron + H20 --> in contact met
steriele lucht --> enkel groei bacteriën
die N uit lucht kunnen opnemen
Stel zelfde staal met N, niet echt
aanrijking want N-fixerende gaan niet
echt voordeel hebben
,3. De moleculaire revolutie
= we kijken naar genotype, sequenties
4. … van lab terug naar omgeving
• Great plate count anomaly
• Microscoop: je telt # cellen/ml =correct, bij goed medium zoudeb we zelfde # moeten
bekomen maar dit was niet zo --> voor grote ecologische vragen, gingen ze ter plaatse
• Cultuuronafhankelijke technieken --> analyse van hun DNA
--> veel vooruitgang gemaakt om de ‘unculturables’ toch in labo in (rein)cultuur te
verkrijgen
• Unculturables:
o Helpers: mbv andere stam toch in cultuur krijgen= co-cultuur
o Media maken/steriliseren
--> autoclaveren: bepaalde medium componenten mengen + onder hete stoom
brengen --> stoffen gevormd die MO afbreken
è daarom nu vaak mediumcomponenten apart autoclaveren en daarna pas
mengen
, Hoofdstuk 3: groeivoorwaarden
1. Nutriënten
• Welke elementen en groeifactoren nodig voor groei mo
1.1. Macro-elementen
1.2. Micro-elementen
--> er zijn er veel meer maar
dit zijn de belangrijkste
--> nitrogenases = fixatie N-
gas
1.3. groeifactoren
= kan mo niet zelf aanmaken dus haalt dit uit de omgeving
• Mutanten die groeifactoren nodig hebben, maar wilde stam heeft dit nodig=
auxotroof
1. Een onbekende wereld
• Hook
o 1665
o 1e microscoop
o Plantencellen
o Sporangia
• Van Leeuwenhoek
o 1677
o Verbeterde microscoop
o ‘kleine bewegende dierkens’
• Late 19e eeuw
o Wetenschappelijke vragen:
--> spontane generatie: uit dode materie ontstaat levende materie
--> besmettelijke ziektes: kleine diertjes hiervan de oorsprong?
o Ontwikkelen v cultuurmedia, steriel werken, pure culturen isoleren
2. Vanuit omgeving naar labo
2.1. Reincultuur
• 1e prioriteit: voeding en ziekte ( men gebruikten deze processen al heel lang maar kon
deze niet verklaren)
• Louis Pasteur (1822-1895)
o Weerlegging spontane generatie met zwanenhalsexperiment
o Ziektekiem-theorie
o Pasteurisatie, sterilisatie, aseptisch werken
o Vaccinatie= bacteriën uit zieke persoon verzwakken en deze inspuiten bij
gezonde persoon --> immuunrespons
o Fermentaties (karakterisatie giststammen voor bierbrouwerij)
, • Robert Koch
o 1850-1900
o Bouwde verder op ziektekiemtheorie
o Postulaten v Koch
--> aantonen causaal verband tussen isolaat en ziektebeeld
--> verschillende ziektebeelden voldoen niet aan deze postulaten
--> ontwikkelde methodieken voor reinculturen
1. ziektekiem altijd in zieke dieren en nooit
in gezonde dieren
2. ziektekiem moeten we kunnen isoleren
en verkweken
3. proefdier dat besmet w met dezelfde
kiem, moet dezelfde ziekte krijgen
4. uit dat dier terug isoleren en geisoleerde
kiem moet gelijk zijn aan de ingebrachte
• Alexander Fleming: 1e antiobioticum= penicillin, ontwikkeling hiervan boost tijdens WOII
( gevonden bij onderzoek naar stafylokokken)
2.2. Aanrijkingscultuur
• Beijerinck
o Grondlegger microbiële ecologie= distributie van MO in
bepaald milieu en hun rol in specifieke processen
o Aanrijkingsculturen (staal onder bepaalde condities
onderbrengen: pH en T ook!!!!) --> groeimedium invloed
op soorten bacteriën--> shift micriobiële gemeenschap
o N-fixatie
o Sulfaatrespiratie
• Sergei Winogradsky
o 1856-1953
o Grondlegger microbiële ecologie
o Autotrofie/ lithotrofie
o Winogradsky-kolommen --> nutriëntencycli
o Chemolithoautotrofe MO
N-fixerende bacteriën isoleren in
medium met zouten, manitol maar
geen N-bron + H20 --> in contact met
steriele lucht --> enkel groei bacteriën
die N uit lucht kunnen opnemen
Stel zelfde staal met N, niet echt
aanrijking want N-fixerende gaan niet
echt voordeel hebben
,3. De moleculaire revolutie
= we kijken naar genotype, sequenties
4. … van lab terug naar omgeving
• Great plate count anomaly
• Microscoop: je telt # cellen/ml =correct, bij goed medium zoudeb we zelfde # moeten
bekomen maar dit was niet zo --> voor grote ecologische vragen, gingen ze ter plaatse
• Cultuuronafhankelijke technieken --> analyse van hun DNA
--> veel vooruitgang gemaakt om de ‘unculturables’ toch in labo in (rein)cultuur te
verkrijgen
• Unculturables:
o Helpers: mbv andere stam toch in cultuur krijgen= co-cultuur
o Media maken/steriliseren
--> autoclaveren: bepaalde medium componenten mengen + onder hete stoom
brengen --> stoffen gevormd die MO afbreken
è daarom nu vaak mediumcomponenten apart autoclaveren en daarna pas
mengen
, Hoofdstuk 3: groeivoorwaarden
1. Nutriënten
• Welke elementen en groeifactoren nodig voor groei mo
1.1. Macro-elementen
1.2. Micro-elementen
--> er zijn er veel meer maar
dit zijn de belangrijkste
--> nitrogenases = fixatie N-
gas
1.3. groeifactoren
= kan mo niet zelf aanmaken dus haalt dit uit de omgeving
• Mutanten die groeifactoren nodig hebben, maar wilde stam heeft dit nodig=
auxotroof