Ik heb voor alle andere rechtsvakken gemiddeld een 8 behaald. Ik verwacht met deze samenvatting dat ik weer een 8 behaal minimaal. Het is een beknopte en duidelijke samenvatting van het boek.
Wees uiteraard ook vaardig met het toepassen van de wettenbundel.
Cijfer wordt na het tentamen toegevoegd...
Hfst 1
Internationaal recht; het recht tussen staten onderling.
Vroeger sloten staten onderling een verbond om te voorkomen dat bepaalde
mogendheden te sterk werden om tegenwicht te bieden.
Grieken: filosofie, debat en (natuurrecht)- rationele en logische regels zijn de
basis van de natuur, onafhankelijk van tijd en plaats. Voor heel de wereld.
Romeinen: ius gentium (het recht voor iedereen) en ius civiel (Romeinen).
Middeleeuwen: de kerk is centraal. Orde van de Romeinse Rijk vs Rooms-
katholieke kerk, regelgeving handelaren die over de grenzen heen trokken.
Regulatie internationale contacten + eerste stap in de ontwikkeling van een
internationaal rechtssysteem op het gebied van privaatrecht.
Vroegmoderne tijd (1500-1700): nieuwe verdragen en vredespacten in nieuw
tijdperk.
- Reformatie: hervorming. Verdeling rooms-katholieke kerk en protestante
staten door Maarten Luther zijn theses over de Rooms- katholieke kerk. Werd
verspreid door de drukpers—30 jarige en 80 jarige oorlog (godsdienstoorlogen).
Beëindigd door de vrede van Westfalen. --- keerpunt internationale
betrekkingen tussen staten. 2 verdragen (de vrede van Munster en de vrede
van Osnabrück. 1e keer document soevereiniteit. -- Romeinse Rijk moest zich
niet bemoeien met interne aangelegenheden. Godsdienst was geen punt meer.
Spanje erkende de Republiek der 7 verenigde naties als soeverein.
- Renaissance: rede, verstand, onafhankelijke staten, Hugo de Groot
(natuurrechten, basis voor zeerecht). Hij zei dat de natuurrecht onafhankelijk is
van God; dat de rechtsbeginselen ontleend waren aan universele waarden. De
zeeën hoorden aan een ieder, niet een specifieke staat. Nl stichtte
handelsmonopolie op (VOC).
//Verlichting: charles montequieu en rene descartes. Verdrag vrede van
Utrecht (1713). Men wilde geen oorlog weer, we moeten onderhandelen om
een evenwicht in Europa te krijgen.
//Industriële revolutie: onafhankelijkheidsoorlog (oorlog tussen Engeland en
haar koloniën in Noord- Amerika). – verzette zich tegen de belastingen van UK.
Koloniën werden Verenigde Staten van Amerika. Ook franse revolutie tegen de
dictatuur van Lodewijk. Streed voor vrijheid, gelijkheid en broederschap. Drang
van onafhankelijkheid en zelfstandigheid staten werd groter. Basis voor
democratie EU. Napoleon Bonaparte werd keizer van FR, werd verslagen bij de
slag bij Waterloo—einde franse keizerrijk. Congres van Wenen kwam hieruit
waarin de grenzen van EU werden vastgelegd, wat moest leiden tot een
machtsevenwicht zodat een land niet alle macht kon grijpen. Traktaat van
Aken (belangrijk voor NL’se rechtsorde op internationaal gebied). Bepaalde
grens tussen NL en het Koninkrijk Pruisen 1890 conventie van brussel: een
internationaal verdrag tegen de Afrikaanse slavenhandel getekend door de
koloniale machten. Republiek der 7 Verenigde Nederlanden (confederatie-
onafhankelijke staten die door een verdrag een staat vormden)- daarna
eenheidsstaat (bataafse republiek en daarna Koninkrijk Holland)- onafhankelijk
gedecentraliseerd eenheidsstaat.
- Twintigste eeuw: 1e WO. 1919 verdrag van versailles: afspraken tussen de
overwinnaars van de oorlog, zorgde voor 2de WO. Daarna VN 1945 om de
verschrikkingen van de oorlog te voorkomen.
Internationaal vs nationaal
Regelgeving is noodzakelijke door de handel en internationale contacten.
, Nationaal: soeverein. Internationaal: waardevolle regelgeving van staten die ze
willen nakomen, zoals verdragen en internationale gewoonterecht.
Publiek vs Privaat
Publiek: openbaar gezag heeft regels om internationale problemen tegen te
gaan.
Privaat: geschillen tussen natuurlijke personen en/of rechtspersonen onderling.
Internationaal privaatrecht: als twee of meer landen verbinden in een
privaatrechtelijke situatie.
Staten maken eigen IP om dit soort problemen op te lossen, bepalen de regels.
Formeel: procesrecht. Rechtsmacht (welke rechter is bevoegd internationaal of
nationaal bijv.), internationale samenwerking tussen staten, erkenning van
buitenlandse uitspraken en akten (een akte van ongehuwd zijn bijv). Materieel:
welk recht is van toepassing überhaupt
(BW 10- conflictregels, dus welk recht is van toepassing.). Wetboek van
burgerlijke rechtsvordering: bevoegdheid van rechters ook internationaal.
Conflictenrecht: nationaliteit vd betrokken partijen, het land van hun gewone
verblijfplaats, plaats van waar hun huwelijk is gesloten en de plaats waar het
onroerend goed ligt.
Nationaal recht is geharmoniseerd met internationaal publiekrecht.
Globalisering/internationalisering-- verdragen hoe om te gaan met relaties en
overeenkomsten met mensen en bedrijven uit verschillende landen en regulatie
welk recht en rechter van toepassing is.
EU: verordeningen personen- en familierecht, unificatie ervan- belangrijkste is
erkenning en tenuitvoerlegging van (rechterlijke en bestuurlijke) beslissingen
(Brussel-II-bis-verordening) en alimentatie (alimentatieverordening). Is
internationaal publiekrecht.
Haagse conferentie: NL en 38 landen die ow bespreken over IPR- Internationaal
privaatrecht.
Recht: kenmerk internationale rechtsorde is de afwezigheid van handhaving. Er is
geen uitvoerende, wetgevende en handhavende macht waardoor er geen een
centraal orgaan is aan te wijzen die de wetten of regels maakt. Ze leven gewoon
de regels na omdat ze het belangrijk/waardevol vinden.
Daarom zijn onderlinge betrekkingen en relaties ZOO belangrijk. Handhaving bij
staten zelf of door internationale organisatie, zoals de VN. Hoofdorgaan:
veiligheidsraad- bindend voor VN- lidstaten en kan naleving van besluiten
afdwingen. 5 permanente landen en 10 tijdelijke.
EU heeft een andere internationale organisatie: sancties. Kan op eigen initiatief
of andere staten.
1.2 Internationale rechtsorde
Decentraal karakter met soevereine en juridische gelijkheid van staten.
Verdragen: schriftelijke overeenkomsten. Horizontale rechtsorde: VN: 193 landen,
kunnen zelfstandig verplichtingen aangaan met andere staten. Een aantal landen
kunnen dit zonder dat ze lid zijn van de VN. Soeverein: zijn zelfstandig bevoegd
om rechtsbetrekkingen met elkaar aan te gaan. Superanus/suprema potestas:
hoogste macht/gezag. Maken zelf beslissingen. VN- handvest art. 2 lid 1. Maken
eigen wetten op eigen grondgebied + sluiten verdragen. Rechtsmacht/jurisdictie:
kan in eigen land handhaven en regels stellen, niet bij anderen.
Geen hogere machten, behalve bij bindende besluiten VN-veiligheidsraad en
sancties van de EU.
Vreedzame co-existentie: willen als soevereine staat erkend worden en willen
vreedzaam naast elkaar bestaan. Art 2 lid 3 VN- handvest.
Afhankelijkheid: onderlinge afhankelijkheid om afspraken te maken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller familievk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.32. You're not tied to anything after your purchase.
