Week 8 – Introduction to experimental design
- Causation
- Experimental design
- Developing experimental stimuli
- Experimental validity
Correlatie vs causatie
Causatie = oorzaak → gevolg
Correlatie = samenhang tussen 2 variabelen.
- Positieve correlatie: grafieken precies zelfde
- Negatieve correlatie: grafieken precies
tegenovergestelde.
“Correlatie betekent niet meteen causatie” →
coincidence. Er kan sprake zijn van een omitted
variable.
Ommited variable = factor die niet is
meegenomen in de beredenering.
Voorbeeld: schoenmaat gerelateerd aan
leesvaardigheid. Er is correlatie maar geen
causaliteit. Want schoenmaat is gerelateerd
aan leeftijd en leeftijd is gerelateerd aan
leesvaardigheid. Leeftijd is dus een omitted
variable.
Enkele moeilijkheden op gebied van causaliteit:
➔ Wanneer kunnen we causaliteit met absolute zekerheid
concluderen? → 3 voorwaarden.
1
,Experimenteel design
We want to do experiments to find out the
causation. How to design experiments?
Met betrekkeing tot toewijzing van
deelnemers aan experimentele groepen:
- Between subject design: deelnemer
toegwezen aan 1 conditie
- Within subject design: deelnemer
toegwezen aan verschillende experimentele
condities.
Voor “between-subject” 4 elementen
belangrijk:
1. IV die gamipuleerd wordt over
verschillende experimentele groepen.
2. DV die wordt gemeten
3. Labororium, enquete,
veldonderzoek, of soortgelijke context
4. Gecontroleerde externe factoren
- alle factoren behalve IV blijven gelijk
- deelnemers worden willekeurig
toegwezen aan groepen
- andere variabelen worden gemeten
voor statistische controle.
2
,Developing experimental stimuli
Stimuli = prikkel
Confounding/omitted variable = externe variable die niet
wordt gecontroleerd waardoor het de DV kan beinvloeden.
→ VB. Kleur moest gelijk zijn tussen de zakken.
Verstorende variabelen zijn dus variabelen die de resulaten
beinvloeden (DV), maar niet tot de IV behoren.
3
, Experimental validity
Bij een hoge interne validiteit zijn de conslusies getrokken uit
het onderzoek geldig.
Bij een hoge externe validiteit kunnen de conclusies worden
gegeneraliseerd naar settings buiten de studie, zoals onder
gewone consumenten.
Quasi experiment: niet random want mensen gaan
naar dichtsbijzijnde supermarkt.--> bij een quasi
experiment worden deelnemers dus niet
willekeurig ingedeeld in een experimentele en
controle groep.
Pre-post: stockprice is niet alleen beinvloed door
de new policy maar ook door verschillende socio-
economic situations. You can’t claim a causal
relationship as there are more factors involved and
you are only looking at one of them (the new
policy).
➔ Waarom is het goed om studies te repliceren?
4
- Causation
- Experimental design
- Developing experimental stimuli
- Experimental validity
Correlatie vs causatie
Causatie = oorzaak → gevolg
Correlatie = samenhang tussen 2 variabelen.
- Positieve correlatie: grafieken precies zelfde
- Negatieve correlatie: grafieken precies
tegenovergestelde.
“Correlatie betekent niet meteen causatie” →
coincidence. Er kan sprake zijn van een omitted
variable.
Ommited variable = factor die niet is
meegenomen in de beredenering.
Voorbeeld: schoenmaat gerelateerd aan
leesvaardigheid. Er is correlatie maar geen
causaliteit. Want schoenmaat is gerelateerd
aan leeftijd en leeftijd is gerelateerd aan
leesvaardigheid. Leeftijd is dus een omitted
variable.
Enkele moeilijkheden op gebied van causaliteit:
➔ Wanneer kunnen we causaliteit met absolute zekerheid
concluderen? → 3 voorwaarden.
1
,Experimenteel design
We want to do experiments to find out the
causation. How to design experiments?
Met betrekkeing tot toewijzing van
deelnemers aan experimentele groepen:
- Between subject design: deelnemer
toegwezen aan 1 conditie
- Within subject design: deelnemer
toegwezen aan verschillende experimentele
condities.
Voor “between-subject” 4 elementen
belangrijk:
1. IV die gamipuleerd wordt over
verschillende experimentele groepen.
2. DV die wordt gemeten
3. Labororium, enquete,
veldonderzoek, of soortgelijke context
4. Gecontroleerde externe factoren
- alle factoren behalve IV blijven gelijk
- deelnemers worden willekeurig
toegwezen aan groepen
- andere variabelen worden gemeten
voor statistische controle.
2
,Developing experimental stimuli
Stimuli = prikkel
Confounding/omitted variable = externe variable die niet
wordt gecontroleerd waardoor het de DV kan beinvloeden.
→ VB. Kleur moest gelijk zijn tussen de zakken.
Verstorende variabelen zijn dus variabelen die de resulaten
beinvloeden (DV), maar niet tot de IV behoren.
3
, Experimental validity
Bij een hoge interne validiteit zijn de conslusies getrokken uit
het onderzoek geldig.
Bij een hoge externe validiteit kunnen de conclusies worden
gegeneraliseerd naar settings buiten de studie, zoals onder
gewone consumenten.
Quasi experiment: niet random want mensen gaan
naar dichtsbijzijnde supermarkt.--> bij een quasi
experiment worden deelnemers dus niet
willekeurig ingedeeld in een experimentele en
controle groep.
Pre-post: stockprice is niet alleen beinvloed door
de new policy maar ook door verschillende socio-
economic situations. You can’t claim a causal
relationship as there are more factors involved and
you are only looking at one of them (the new
policy).
➔ Waarom is het goed om studies te repliceren?
4