Samenvatting MANEC blok 4
Basisboek veiligheid en economie
Hoofdstuk 1
1.1 Balans: activa en passiva
Door winst neemt het eigen vermogen van de onderneming toe en daardoor wordt de
continuïteit van de onderneming op het financiële vlak geborgd. Een onderneming met een
negatief vermogen krijgt problemen met het aantrekken van liquiditeiten en allerlei vormen
van krediet, omdat ze op termijn niet aan haar verplichtingen zal kunnen voldoen. Kan ook
afnemen door uitkeringen aan aandeelhouders of opnamen door ondernemers. De balans
geeft inzicht in de aard en omvang van de bezittingen (de activa) en de vermogenspositie (de
passiva)
Totaal van de zijdes van de balans komt overeen. Links --> debetzijde (activa) en Rechts -->
creditzijde (passiva). De posten zijn geordend in ‘vast’ en ‘vlottend’. Vast betekend op lange
termijn en vlottend op korte termijn, meestal binnen een jaar.
1.2 Activa
Vaste activa zijn duurzame productiemiddelen, zoals terreinen, gebouwen en machines. De
activa zijn middelen waarover de organisatie beschikkingsmacht heeft en waaruit in de
toekomst naar verwachting economische voordelen naar de organisatie zullen vloeien.
Oftewel productiemiddelen van de organisatie. Hiermee worden ook diensten
geproduceerd. Het ‘menselijk kapitaal’ komt terug op de winst- en verliesrekening.
Op de activa is sprake van oplopende liquiditeiten. De ‘meest’ vaste bestanddelen bovenaan:
eerst terreinen en als laatst de vervoersmiddelen. De liquide middelen, ofwel geld, staan
altijd onderaan.
1.3 Investeringen en afschrijvingen
Wanneer productiemiddelen voor langer dan één verslagjaar worden gebruikt, worden de
kosten verdeeld over een langere periode dan één jaar. Iedere periode dat de
productiemiddelen minder waar worden, zal de waardevermindering als afschrijvingskosten
of afschrijvingen in de winst- en verliesrekening worden opgenomen.
Activeren
De aanschafwaarde (AW) van de productiemiddelen wordt onder de vaste activa op de
balans geplaatst --> activeren. Soms worden productiemiddelen niet als één geheel
aangeschaft, maar is het een optelsom van materialen en gewerkte uren die worden
samengesteld tot een bedrijfsmiddel. In dat geval worden alle bijkomende kosten opgeteld
bij de inkoopprijs, waarna men het actief als één productiemiddel activeert.
Boekwaarde
De boekwaarde is de aanschafwaarde minus de tot moment berekende afschrijvingskosten.
Basisboek veiligheid en economie
Hoofdstuk 1
1.1 Balans: activa en passiva
Door winst neemt het eigen vermogen van de onderneming toe en daardoor wordt de
continuïteit van de onderneming op het financiële vlak geborgd. Een onderneming met een
negatief vermogen krijgt problemen met het aantrekken van liquiditeiten en allerlei vormen
van krediet, omdat ze op termijn niet aan haar verplichtingen zal kunnen voldoen. Kan ook
afnemen door uitkeringen aan aandeelhouders of opnamen door ondernemers. De balans
geeft inzicht in de aard en omvang van de bezittingen (de activa) en de vermogenspositie (de
passiva)
Totaal van de zijdes van de balans komt overeen. Links --> debetzijde (activa) en Rechts -->
creditzijde (passiva). De posten zijn geordend in ‘vast’ en ‘vlottend’. Vast betekend op lange
termijn en vlottend op korte termijn, meestal binnen een jaar.
1.2 Activa
Vaste activa zijn duurzame productiemiddelen, zoals terreinen, gebouwen en machines. De
activa zijn middelen waarover de organisatie beschikkingsmacht heeft en waaruit in de
toekomst naar verwachting economische voordelen naar de organisatie zullen vloeien.
Oftewel productiemiddelen van de organisatie. Hiermee worden ook diensten
geproduceerd. Het ‘menselijk kapitaal’ komt terug op de winst- en verliesrekening.
Op de activa is sprake van oplopende liquiditeiten. De ‘meest’ vaste bestanddelen bovenaan:
eerst terreinen en als laatst de vervoersmiddelen. De liquide middelen, ofwel geld, staan
altijd onderaan.
1.3 Investeringen en afschrijvingen
Wanneer productiemiddelen voor langer dan één verslagjaar worden gebruikt, worden de
kosten verdeeld over een langere periode dan één jaar. Iedere periode dat de
productiemiddelen minder waar worden, zal de waardevermindering als afschrijvingskosten
of afschrijvingen in de winst- en verliesrekening worden opgenomen.
Activeren
De aanschafwaarde (AW) van de productiemiddelen wordt onder de vaste activa op de
balans geplaatst --> activeren. Soms worden productiemiddelen niet als één geheel
aangeschaft, maar is het een optelsom van materialen en gewerkte uren die worden
samengesteld tot een bedrijfsmiddel. In dat geval worden alle bijkomende kosten opgeteld
bij de inkoopprijs, waarna men het actief als één productiemiddel activeert.
Boekwaarde
De boekwaarde is de aanschafwaarde minus de tot moment berekende afschrijvingskosten.