Observeren
Observeren is waarnemen. Het waarnemingsproces begint met stimulus
(prikkel). Stimulus is een stukje informatie die een reactie uitlokt. De
informatie komt onbewust en bewust binnen. Interne prikkels komen
binnen via zintuigen. Externe prikkels zijn gedachten, gevoelens of
emoties.
Zintuigen:
Gezichtsvermogen ➔ zien
Het gehoor ➔ horen
De tastzin ➔ voelen
Het reukvermogen ➔ ruiken
Het smaakvermogen ➔ proeven
Elke waarneming start met een stimulus, een voorwerp of een
gebeurtenis. De zintuigen vangen de prikkel op geven deze door aan de
hersenen. We kunnen onmogelijk alle prikkels waarnemen, daarom
selecteren we. Over het algemeen nemen we vooral waar wat dichtbij is
en beweegt. Als prikkels door de selectie komen spreek je van
gewaarwording. Wat je selecteert, hangt af van: Wat je zintuigen kunnen
waarnemen, je psychische toestand, je ervaring en de aard van de prikkel;
een sterke of zwakke prikkel.
Daarna begint de verwerking. Losse delen informatie komen bij elkaar en
vormen een compleet beeld. Dit beeld is een interpretatie van de
werkelijkheid. Ook wordt de informatie omgezet in benoembare
voorwerpen, smaken of geuren. Hoe je interpreteert hangt af van een
aantal factoren, zoals de situatie, je ervaring, de aanwezigheid van derden
Bij waarnemen handel en reageer je op je prikkels waaraan je een
betekenis hebt gegeven.
Observeren: : planmatig en doelgericht waarnemen . Hierbij maak je een
rapportage waarin je zo nauwkeurig en objectief mogelijk beschrijf wat je
waarneemt om begeleiding af te stemmen op persoon of groep.
Observeren is waarnemen. Het waarnemingsproces begint met stimulus
(prikkel). Stimulus is een stukje informatie die een reactie uitlokt. De
informatie komt onbewust en bewust binnen. Interne prikkels komen
binnen via zintuigen. Externe prikkels zijn gedachten, gevoelens of
emoties.
Zintuigen:
Gezichtsvermogen ➔ zien
Het gehoor ➔ horen
De tastzin ➔ voelen
Het reukvermogen ➔ ruiken
Het smaakvermogen ➔ proeven
Elke waarneming start met een stimulus, een voorwerp of een
gebeurtenis. De zintuigen vangen de prikkel op geven deze door aan de
hersenen. We kunnen onmogelijk alle prikkels waarnemen, daarom
selecteren we. Over het algemeen nemen we vooral waar wat dichtbij is
en beweegt. Als prikkels door de selectie komen spreek je van
gewaarwording. Wat je selecteert, hangt af van: Wat je zintuigen kunnen
waarnemen, je psychische toestand, je ervaring en de aard van de prikkel;
een sterke of zwakke prikkel.
Daarna begint de verwerking. Losse delen informatie komen bij elkaar en
vormen een compleet beeld. Dit beeld is een interpretatie van de
werkelijkheid. Ook wordt de informatie omgezet in benoembare
voorwerpen, smaken of geuren. Hoe je interpreteert hangt af van een
aantal factoren, zoals de situatie, je ervaring, de aanwezigheid van derden
Bij waarnemen handel en reageer je op je prikkels waaraan je een
betekenis hebt gegeven.
Observeren: : planmatig en doelgericht waarnemen . Hierbij maak je een
rapportage waarin je zo nauwkeurig en objectief mogelijk beschrijf wat je
waarneemt om begeleiding af te stemmen op persoon of groep.