Infectiepreventie
Infectiepreventie op de gespecialiseerde afdeling algemeen
Verschil gespecialiseerde verpleegafdeling en een gewone afdeling t.a.v. infecties.
Veel patiënten op de IC hebben een gestoorde afweer tegen infecties. Dit maakt ze gevoeliger voor
het oplopen van infecties.
Daarnaast zijn veel medicijnen die op de IC worden gebruikt hebben subtiele effecten op de
immuunrespons. Hierdoor is de patiënt gevoeliger voor het oplopen van een infectieziekte.
Ook een slechte voedingstoestand is een gelangrijke factor bij een verminderde afweer tegen
infecties.
Vaak voorkomende oorzaken zijn lijnsepsis, beademing gerelateerde pneumonie en sinusitis bij
neussonde.
Specifieke regels t.a.v. persoonlijke hygiëne, patiënt hygiëne en patiënten kamers/omgeving.
Hand hygiëne heel belangrijk
ESBL is een kleef bacterie = zit ergens lang op. Handhygiëne is heel belangrijk, spullen ook goed
schoonmaken.
5 Momenten van handhygiëne (WHO)
De World Health Organisation (WHO) is een campagne gestart :
“SAVE LIVES: clean your hands” om het belang van handhygiëne te benadrukken. De 'vijf momenten
van handen reinigen' zijn hierbij het uitgangspunt:
1. Voordat een patiënt wordt aangeraakt.
2. Voordat er wordt schoongemaakt of er begonnen wordt aan een medische procedure.
3. Na contact met lichaamsmaterialen en vloeistoffen.
4. Na fysiek patiëntencontact.
5. Na fysiek contact met de omgeving van de patiënt.
Wat wordt verstaan onder besmetting, kolonisatie, infectie en ziekenhuisinfectie.
Toetsvragen!!
Besmetting: overdracht van ziekte op iemand anders.
Kolonisatie: dragerschap. (smeren met bijv. neuszalf, Hibiscrub) hoef je zelf niet ziek van te worden.
- Bijv. bij MRSA kun je drager zijn.
Infectie: als micro-organisme, virus of parasiet binnendringt.
Ziekenhuisinfectie: nosocomiale infectie ( na 48 uur binnenkomst)
- Voorbeelden: Post OK wondinfectie, sepsis uit lijn, pneumonie, urineweg.
- Verdenking lijn infect: altijd tip kweken en 2 bloedkweken afnemen.
1
, Infectiepreventie
Schakels van de infectie keten en de essentie hiervan.
Infectieketen:
1. Ziektekiem: virulentie, hoeveelheid, vatbaarheid, porte d’entree, affiniteit gastheer.
2. Besmettingsbron: exogeen (buitenaf) of endogeen (binnenuit)
3. Porte de sortie: plaatst waar een ziektekiem het lichaam verlaat: excreten, secreten, bloed.
4. Besmettingsweg: contact, druppels, lucht, besmette voorwerpen, vlooien/ratten
5. Porte déntree: de plaats waar een ziekmakend micro-organisme het lichaam binnendringt
- zoals wonden, longen.
6. Gevoelige gastheer: steroïden.
Voorbeelden van direct contact: seksueel, kussen , aanraking.
Voorbeelden van indirect contact: besmette naald/instrument/verband, niet gewassen handen.
Druppelbesmetting: druppels van de besmette persoon over een korte afstand naar de
neusslijmvliezen, mond van de gastheer worden geslingerd.
Wat zijn bloed overdraagbare aandoeningen en de daarbij behorende preventie.
1. Hep A. Makkelijkst overdraagbaar (ook via speeksel, hand en mond)
2. Hep B. Meest besmettelijke.
3. Hep C. Mondt vaak uit in chronische variant met levercirrose en zelfs tot leverkanker.
4. AIDS. Kans op besmetting ligt 100 x lager dan met Hep. B
Algemene preventie:
De meest definitieve manier is vaccineren (Hep A en B)
Verder: voorkomen van prik- en snij accidenten. En vermijden van bloed en lichaamsvochten.
BRMO (Bijzonder resistente micro-organismen.)
MRSA Meticilline resistente Staph. Aureus.
- Ongevoelige variant van de staph.aureus.
- Het zit in keel, neus, urine en darmen.
- Transmissie (overbrenging) door huidcontact, huidschilfers en niezen.
- Strikte isolatie.
ESBl: Extended spectrum beta lactamase.
- e-Coli en Klebsiella
- Enterococcen bacteriën die bijv. in het maag darm kanaal zitten.
- Een enzym dat bepaalde antibiotica (penicillines en cefalosporines) kan afbreken. (E-coli)
- Transmissie (overbrenging) door direct contact.
CPE : carbapenem resistente Enterobacter.
- carbapenemase prod enterobacter, e-coli, klebsiella
- ook in het maag darm kanaal, zijn instaat om enzymen om aan te maken om een groep soorten
antibiotica stil te leggen.
- meropenem groepen stil leggen
- Verzameling van gram neg. Onder andere de E-Coli, Klebsiella en Proteus. (genen) Opportunisten
Pseudomonas.
- wonden, catheters
- ontstaan vaak door een te langdurige catheter of wonden die gaan infecteren. Kleur is groen. Bijv.
in wonden.
2
Infectiepreventie op de gespecialiseerde afdeling algemeen
Verschil gespecialiseerde verpleegafdeling en een gewone afdeling t.a.v. infecties.
Veel patiënten op de IC hebben een gestoorde afweer tegen infecties. Dit maakt ze gevoeliger voor
het oplopen van infecties.
Daarnaast zijn veel medicijnen die op de IC worden gebruikt hebben subtiele effecten op de
immuunrespons. Hierdoor is de patiënt gevoeliger voor het oplopen van een infectieziekte.
Ook een slechte voedingstoestand is een gelangrijke factor bij een verminderde afweer tegen
infecties.
Vaak voorkomende oorzaken zijn lijnsepsis, beademing gerelateerde pneumonie en sinusitis bij
neussonde.
Specifieke regels t.a.v. persoonlijke hygiëne, patiënt hygiëne en patiënten kamers/omgeving.
Hand hygiëne heel belangrijk
ESBL is een kleef bacterie = zit ergens lang op. Handhygiëne is heel belangrijk, spullen ook goed
schoonmaken.
5 Momenten van handhygiëne (WHO)
De World Health Organisation (WHO) is een campagne gestart :
“SAVE LIVES: clean your hands” om het belang van handhygiëne te benadrukken. De 'vijf momenten
van handen reinigen' zijn hierbij het uitgangspunt:
1. Voordat een patiënt wordt aangeraakt.
2. Voordat er wordt schoongemaakt of er begonnen wordt aan een medische procedure.
3. Na contact met lichaamsmaterialen en vloeistoffen.
4. Na fysiek patiëntencontact.
5. Na fysiek contact met de omgeving van de patiënt.
Wat wordt verstaan onder besmetting, kolonisatie, infectie en ziekenhuisinfectie.
Toetsvragen!!
Besmetting: overdracht van ziekte op iemand anders.
Kolonisatie: dragerschap. (smeren met bijv. neuszalf, Hibiscrub) hoef je zelf niet ziek van te worden.
- Bijv. bij MRSA kun je drager zijn.
Infectie: als micro-organisme, virus of parasiet binnendringt.
Ziekenhuisinfectie: nosocomiale infectie ( na 48 uur binnenkomst)
- Voorbeelden: Post OK wondinfectie, sepsis uit lijn, pneumonie, urineweg.
- Verdenking lijn infect: altijd tip kweken en 2 bloedkweken afnemen.
1
, Infectiepreventie
Schakels van de infectie keten en de essentie hiervan.
Infectieketen:
1. Ziektekiem: virulentie, hoeveelheid, vatbaarheid, porte d’entree, affiniteit gastheer.
2. Besmettingsbron: exogeen (buitenaf) of endogeen (binnenuit)
3. Porte de sortie: plaatst waar een ziektekiem het lichaam verlaat: excreten, secreten, bloed.
4. Besmettingsweg: contact, druppels, lucht, besmette voorwerpen, vlooien/ratten
5. Porte déntree: de plaats waar een ziekmakend micro-organisme het lichaam binnendringt
- zoals wonden, longen.
6. Gevoelige gastheer: steroïden.
Voorbeelden van direct contact: seksueel, kussen , aanraking.
Voorbeelden van indirect contact: besmette naald/instrument/verband, niet gewassen handen.
Druppelbesmetting: druppels van de besmette persoon over een korte afstand naar de
neusslijmvliezen, mond van de gastheer worden geslingerd.
Wat zijn bloed overdraagbare aandoeningen en de daarbij behorende preventie.
1. Hep A. Makkelijkst overdraagbaar (ook via speeksel, hand en mond)
2. Hep B. Meest besmettelijke.
3. Hep C. Mondt vaak uit in chronische variant met levercirrose en zelfs tot leverkanker.
4. AIDS. Kans op besmetting ligt 100 x lager dan met Hep. B
Algemene preventie:
De meest definitieve manier is vaccineren (Hep A en B)
Verder: voorkomen van prik- en snij accidenten. En vermijden van bloed en lichaamsvochten.
BRMO (Bijzonder resistente micro-organismen.)
MRSA Meticilline resistente Staph. Aureus.
- Ongevoelige variant van de staph.aureus.
- Het zit in keel, neus, urine en darmen.
- Transmissie (overbrenging) door huidcontact, huidschilfers en niezen.
- Strikte isolatie.
ESBl: Extended spectrum beta lactamase.
- e-Coli en Klebsiella
- Enterococcen bacteriën die bijv. in het maag darm kanaal zitten.
- Een enzym dat bepaalde antibiotica (penicillines en cefalosporines) kan afbreken. (E-coli)
- Transmissie (overbrenging) door direct contact.
CPE : carbapenem resistente Enterobacter.
- carbapenemase prod enterobacter, e-coli, klebsiella
- ook in het maag darm kanaal, zijn instaat om enzymen om aan te maken om een groep soorten
antibiotica stil te leggen.
- meropenem groepen stil leggen
- Verzameling van gram neg. Onder andere de E-Coli, Klebsiella en Proteus. (genen) Opportunisten
Pseudomonas.
- wonden, catheters
- ontstaan vaak door een te langdurige catheter of wonden die gaan infecteren. Kleur is groen. Bijv.
in wonden.
2
