Lore De Ceulaer
Toegepaste verloskunde
De prenatale periode
Inleiding
• De prenatale periode is de tijdspanne tussen de bevruchting en de geboorte
(38 weken)
• Voldragen zwangerschap duurt 266 dagen (38 weken) na de bevruchting of
280 dagen (40 weken) na de 1ste dag van de laatste menstruatie
• Prenatale periode bestaat uit:
o Embryonale periode: (week 1 t.e.m. week 8) aanleg van alle
belangrijke organen (mag er niet veel foutlopen, kans op aangeboren
afwijkingen of miskraam)
o Foetale periode: (week 9 t.e.m. geboorte) verdere groei en uitrijping
van de weefsels en organen (hier kunnen ook fouten gebeuren die
aanleiding geven tot aangeboren afwijkingen maar deze kans en
gevolgen zijn minder ernstig want de orgaantjes zijn al aangelegd)
De bevruchting
• Heeft plaats in de eileider, zaadcel bevrucht eicel
• Vrijkomen van enzymen uit de zaadcellen die zorgen voor het doorboren van
de drie lagen van de wand van de eicel
• Uitstorting kern zaadcel in cytoplasma à versmelting mannelijke en
vrouwelijke chromosomen à zygote (2n) (de bevruchte eicel noemen we
zygote (46 chromosomen), 2n = diploïde cel, 46 chromosomen)
• De eicel bestaat uit verschillende lagen
o Stelmembraan, glasvlies en stralenkrans
• De zaadcel moet door deze drie lagen, en daarvoor zijn de enzymen nodig.
Deze helpen om deze lagen te doorboren.
1
,Lore De Ceulaer
• Bevruchting
o Een zaadcel heeft een kopje, lichaampje en staart
o De staart is belangrijk om zich voort te bewegen, zo kan de zaadcel
zich verplaatsen van de baarmoeder richting de eileider om daar een
eicel te bevruchten
o In de kop van de zaadcel bevinden zich twee belangrijke zaken: de
kern van de zaadcel (hier zitten de 23 chromosomen) en de enzymen
(eenmaal zaadcellen in de buurt komen van een eicel, komen deze
vrij)
o Eenmaal de zaadcel de binnenste laag van de eicel heeft bereikt, zal
die eicel zich afsluiten voor andere zaadcellen. De zaadcel die als
eerste aankomt, stort zijn erfelijk materiaal (23 chromosomen) in de
eicel, deze versmelten met de 23 chromosomen van de eicel en zo
komen ze aan 46 chromosomen
Week 1: van zygote tot blastula
• Zygote ondergaat klievingsdelingen: de bevruchte eicel gaat snel beginnen
delen (tweecellig stadium à viercellig stadium à achtcellig stadium)à
morula -of moerbeistadium (3 dagen na de bevruchting)
• Morula bereikt baarmoederholte (dag 4) en gaat over in blastulastadium
• Blastula bestaat uit:
o Trofoblast: buitenste vruchtvlies en deel van de placenta
o Embryoblast: weefsels van embryo
• Trofoblasten dringen slijmvlies van baarmoeder binnen = innesteling of
implantatie (dag 6 t.e.m. 13)
• Baarmoederslijmvlies ondergaat veranderingen om innesteling mogelijk te
maken = deciduareactie
• Stel dat er toch geen bevruchting heeft plaatsgevonden, dan gaat het extra
aangemaakt baarmoederslijmvlies afgestoten worden = menstruatie
2
, Lore De Ceulaer
• Dit is de baarmoeder, daarnaast de eileider en de eierstok
• Op het moment dat de eisprong plaatsvindt (maandelijks) zal het eitje
opgevangen worden aan het einde van de eileider (vingervormige
uitstulpingen).Vervolgens zal de eicel zich verplaatsen in de richting van de
baarmoeder
• In de wand van de eileider zijn er veel trilhaartjes en die zorgen voor het
voorstuwen van de eicel. Het duurt 4 dagen tot de eicel in de baarmoeder is
en is max. 12 uur vruchtbaar. Als een eicel bevrucht wil worden, moet het
gebeuren in de eileider.
• Van tweecellig stadium naar morula (moerbei) = een klompje cellen, ontstaat
ongeveer op dag 3
• In het morula stadium zijn cellen ongeveer hetzelfde. Daarna gaan sommige
cellen zich specialiseren in trofoblastcellen of embryoblastcellen.
3
Toegepaste verloskunde
De prenatale periode
Inleiding
• De prenatale periode is de tijdspanne tussen de bevruchting en de geboorte
(38 weken)
• Voldragen zwangerschap duurt 266 dagen (38 weken) na de bevruchting of
280 dagen (40 weken) na de 1ste dag van de laatste menstruatie
• Prenatale periode bestaat uit:
o Embryonale periode: (week 1 t.e.m. week 8) aanleg van alle
belangrijke organen (mag er niet veel foutlopen, kans op aangeboren
afwijkingen of miskraam)
o Foetale periode: (week 9 t.e.m. geboorte) verdere groei en uitrijping
van de weefsels en organen (hier kunnen ook fouten gebeuren die
aanleiding geven tot aangeboren afwijkingen maar deze kans en
gevolgen zijn minder ernstig want de orgaantjes zijn al aangelegd)
De bevruchting
• Heeft plaats in de eileider, zaadcel bevrucht eicel
• Vrijkomen van enzymen uit de zaadcellen die zorgen voor het doorboren van
de drie lagen van de wand van de eicel
• Uitstorting kern zaadcel in cytoplasma à versmelting mannelijke en
vrouwelijke chromosomen à zygote (2n) (de bevruchte eicel noemen we
zygote (46 chromosomen), 2n = diploïde cel, 46 chromosomen)
• De eicel bestaat uit verschillende lagen
o Stelmembraan, glasvlies en stralenkrans
• De zaadcel moet door deze drie lagen, en daarvoor zijn de enzymen nodig.
Deze helpen om deze lagen te doorboren.
1
,Lore De Ceulaer
• Bevruchting
o Een zaadcel heeft een kopje, lichaampje en staart
o De staart is belangrijk om zich voort te bewegen, zo kan de zaadcel
zich verplaatsen van de baarmoeder richting de eileider om daar een
eicel te bevruchten
o In de kop van de zaadcel bevinden zich twee belangrijke zaken: de
kern van de zaadcel (hier zitten de 23 chromosomen) en de enzymen
(eenmaal zaadcellen in de buurt komen van een eicel, komen deze
vrij)
o Eenmaal de zaadcel de binnenste laag van de eicel heeft bereikt, zal
die eicel zich afsluiten voor andere zaadcellen. De zaadcel die als
eerste aankomt, stort zijn erfelijk materiaal (23 chromosomen) in de
eicel, deze versmelten met de 23 chromosomen van de eicel en zo
komen ze aan 46 chromosomen
Week 1: van zygote tot blastula
• Zygote ondergaat klievingsdelingen: de bevruchte eicel gaat snel beginnen
delen (tweecellig stadium à viercellig stadium à achtcellig stadium)à
morula -of moerbeistadium (3 dagen na de bevruchting)
• Morula bereikt baarmoederholte (dag 4) en gaat over in blastulastadium
• Blastula bestaat uit:
o Trofoblast: buitenste vruchtvlies en deel van de placenta
o Embryoblast: weefsels van embryo
• Trofoblasten dringen slijmvlies van baarmoeder binnen = innesteling of
implantatie (dag 6 t.e.m. 13)
• Baarmoederslijmvlies ondergaat veranderingen om innesteling mogelijk te
maken = deciduareactie
• Stel dat er toch geen bevruchting heeft plaatsgevonden, dan gaat het extra
aangemaakt baarmoederslijmvlies afgestoten worden = menstruatie
2
, Lore De Ceulaer
• Dit is de baarmoeder, daarnaast de eileider en de eierstok
• Op het moment dat de eisprong plaatsvindt (maandelijks) zal het eitje
opgevangen worden aan het einde van de eileider (vingervormige
uitstulpingen).Vervolgens zal de eicel zich verplaatsen in de richting van de
baarmoeder
• In de wand van de eileider zijn er veel trilhaartjes en die zorgen voor het
voorstuwen van de eicel. Het duurt 4 dagen tot de eicel in de baarmoeder is
en is max. 12 uur vruchtbaar. Als een eicel bevrucht wil worden, moet het
gebeuren in de eileider.
• Van tweecellig stadium naar morula (moerbei) = een klompje cellen, ontstaat
ongeveer op dag 3
• In het morula stadium zijn cellen ongeveer hetzelfde. Daarna gaan sommige
cellen zich specialiseren in trofoblastcellen of embryoblastcellen.
3