DEONTOLOGIE
DEEL 1: Inleiding
ETHIEK DEONTOLOGIE (RECHT)
Het kader waarbinnen de hulpverlener Hoe gaan we om met de informatie binnen
ethisch kan gaan handelen. een juridisch kader.
Ethiek zal situatie per situatie bekijken, hoe Recht is minder flexibel, je moet je aan
ga ik hier in deze situatie het best gaan bepaalde normen en regels opereren.
handelen rekening houdend met concrete
omstandigheden en belanghebbenden.
Þ Recht is een middel maar geen doel opzich, je moet deze twee wat in balans kunnen
houden (geven en nemen).
Het is belangrijk om te weten welke krijtlijnen er zijn bij bepaalde thema’s en onderwerpen
en waarbinnen we dus kunnen gaan handelen als hulpverlener.
Examen:
-‐ 3 theoretische vragen (definitie + voorbeelden)
-‐ 4 casussen krijgen, 1 kiezen en die bespreken
, DEEL 2: DEONTOLOGIE
Deontologie
Is een verzameling van normen en waarden voor goed professioneel handelen die opgesteld
zijn door een bepaalde beroepsgroep en die de leden van die beroepsgroep in acht nemen
bij de uitoefening van dat beroep.
Deontologische code
Dit zijn de concrete doelstellingen die een beroepsgroep willen gerealiseerd zien.
Bepaalde beroepen moeten binnen een deontologische code handelen, denk hierbij aan
artsen en advocaten. Er worden bepaalde regels voorop gesteld waarbinnen ze moeten
handelen.
Maatschappelijk werkers
Wij beschikken niet over een deontologische code, dit omdat het werkveld zo breed is en er
verschillende jobinhouden zijn. Het niet beschikken over een deontologische code zorgt voor
voor-‐ en nadelen.
Voordelen:
-‐ Geen overige instanties die over u waken en u op de vingers kan tikken
Nadelen:
-‐ Niet goed weten welke info er mag en kan worden doorgegeven aan andere
instanties
Tuchtoverheid
volgt mee over de deontologische code of deze correct wordt uitgewerkt en deelt ook
(tucht)sancties uit wanneer de code niet gevolgd wordt. De sociaal werkers hebben hier dus
geen ‘last’ van.
Het juridisch kader is niet altijd goed afgestemd met de actuele maatschappelijke context. Ze
worden vaak aanzien als verouderd.
In de hulp-‐ en zorgverlening kan het omgaan met vertrouwelijke informatie vanuit
drie rechtsfiguren benaderd worden:
• de discretieplicht,
• de privacybescherming en
• het beroepsgeheim van artikel 458 van het Strafwetboek.
DEEL 1: Inleiding
ETHIEK DEONTOLOGIE (RECHT)
Het kader waarbinnen de hulpverlener Hoe gaan we om met de informatie binnen
ethisch kan gaan handelen. een juridisch kader.
Ethiek zal situatie per situatie bekijken, hoe Recht is minder flexibel, je moet je aan
ga ik hier in deze situatie het best gaan bepaalde normen en regels opereren.
handelen rekening houdend met concrete
omstandigheden en belanghebbenden.
Þ Recht is een middel maar geen doel opzich, je moet deze twee wat in balans kunnen
houden (geven en nemen).
Het is belangrijk om te weten welke krijtlijnen er zijn bij bepaalde thema’s en onderwerpen
en waarbinnen we dus kunnen gaan handelen als hulpverlener.
Examen:
-‐ 3 theoretische vragen (definitie + voorbeelden)
-‐ 4 casussen krijgen, 1 kiezen en die bespreken
, DEEL 2: DEONTOLOGIE
Deontologie
Is een verzameling van normen en waarden voor goed professioneel handelen die opgesteld
zijn door een bepaalde beroepsgroep en die de leden van die beroepsgroep in acht nemen
bij de uitoefening van dat beroep.
Deontologische code
Dit zijn de concrete doelstellingen die een beroepsgroep willen gerealiseerd zien.
Bepaalde beroepen moeten binnen een deontologische code handelen, denk hierbij aan
artsen en advocaten. Er worden bepaalde regels voorop gesteld waarbinnen ze moeten
handelen.
Maatschappelijk werkers
Wij beschikken niet over een deontologische code, dit omdat het werkveld zo breed is en er
verschillende jobinhouden zijn. Het niet beschikken over een deontologische code zorgt voor
voor-‐ en nadelen.
Voordelen:
-‐ Geen overige instanties die over u waken en u op de vingers kan tikken
Nadelen:
-‐ Niet goed weten welke info er mag en kan worden doorgegeven aan andere
instanties
Tuchtoverheid
volgt mee over de deontologische code of deze correct wordt uitgewerkt en deelt ook
(tucht)sancties uit wanneer de code niet gevolgd wordt. De sociaal werkers hebben hier dus
geen ‘last’ van.
Het juridisch kader is niet altijd goed afgestemd met de actuele maatschappelijke context. Ze
worden vaak aanzien als verouderd.
In de hulp-‐ en zorgverlening kan het omgaan met vertrouwelijke informatie vanuit
drie rechtsfiguren benaderd worden:
• de discretieplicht,
• de privacybescherming en
• het beroepsgeheim van artikel 458 van het Strafwetboek.