Laboproef 22 :
Benzine injectie / Koelcircuit
Deze proef werd uitgevoerd op een Honda Logo 1.3.
Stap 1 :
Vraag 1 : Zoek de juiste benaming van de genummerde onderdelen?
1) Inlaatluchttemperatuursensor (IAT-sensor)
2) Verwarmde lambda sonde (HQ2S)
3) Bovenste dode punt/Krukaspositie/Cilinderpositie (BDP/CKP/CYP-sensor)
4) Koelvloeistoftemperatuursensor (ECT-sensor)
5) Gasklepsensor (TP-sensor)
6) MAP-sensor (inlaatluchtdruksensor)
7) De brandstofdrukregelaar
Vraag 2 : Om welk soort inspuitsysteem gaat het hier? Een multipoint inspuitsysteem of een
monopoint inspuitsysteem?
Een multipoint inspuitsysteem (individuele inspuiting): Voor elke cilinder is er één
verstuiver in het inlaatspruitstuk aangebracht. Deze worden net voor de inlaatkleppen
gemonteerd. De inspuiting vindt plaats na de gasklep. Inspuitsystemen met meerdere
verstuivers hebben als voordeel dat de brandstof gelijkmatig over de verschillende
cilinders verdeeld wordt.
Vraag 3: Gaat het hier om een IDI (=Indirect Injection) of een DI (=Direct Injection)?
De Honda Logo heeft een benzinemotor DI = de brandstof wordt direct ingespoten
Stap 2 :
Handrem opgetrokken, de versnellingsbak in neutrale positie en draaiende motor.
De spanning over de koelvloeistoftemperatuursensor (ECT-sensor):
U = 3,67 V
Stap 3 :
Vraag 4: Wat is de functie van de thermostaat?
Het is belangrijk dat de motor onder alle omstandigheden op de juiste temperatuur kan
werken. Onvoldoende koeling kan het vastlopen van de motor veroorzaken, maar ook
overdreven koeling heeft nadelige invloeden op de motor.
- Een te koude motor veroorzaakt o.a. slechte verdamping van de benzine waardoor deze
condenseert op de cilinderwanden en in de smeerolie kan terechtkomen.
- De smeerolie blijft onder haar werkingstemperatuur waardoor zij viskeus is en
onvoldoende doorstroming vindt.
- Het opgenomen condenswater zal bij lage temperatuur niet verdampen, maar in het
smeercircuit blijven. Hierdoor ontstaat inwendige oxidatie van het smeersysteem.
Benzine injectie / Koelcircuit
Deze proef werd uitgevoerd op een Honda Logo 1.3.
Stap 1 :
Vraag 1 : Zoek de juiste benaming van de genummerde onderdelen?
1) Inlaatluchttemperatuursensor (IAT-sensor)
2) Verwarmde lambda sonde (HQ2S)
3) Bovenste dode punt/Krukaspositie/Cilinderpositie (BDP/CKP/CYP-sensor)
4) Koelvloeistoftemperatuursensor (ECT-sensor)
5) Gasklepsensor (TP-sensor)
6) MAP-sensor (inlaatluchtdruksensor)
7) De brandstofdrukregelaar
Vraag 2 : Om welk soort inspuitsysteem gaat het hier? Een multipoint inspuitsysteem of een
monopoint inspuitsysteem?
Een multipoint inspuitsysteem (individuele inspuiting): Voor elke cilinder is er één
verstuiver in het inlaatspruitstuk aangebracht. Deze worden net voor de inlaatkleppen
gemonteerd. De inspuiting vindt plaats na de gasklep. Inspuitsystemen met meerdere
verstuivers hebben als voordeel dat de brandstof gelijkmatig over de verschillende
cilinders verdeeld wordt.
Vraag 3: Gaat het hier om een IDI (=Indirect Injection) of een DI (=Direct Injection)?
De Honda Logo heeft een benzinemotor DI = de brandstof wordt direct ingespoten
Stap 2 :
Handrem opgetrokken, de versnellingsbak in neutrale positie en draaiende motor.
De spanning over de koelvloeistoftemperatuursensor (ECT-sensor):
U = 3,67 V
Stap 3 :
Vraag 4: Wat is de functie van de thermostaat?
Het is belangrijk dat de motor onder alle omstandigheden op de juiste temperatuur kan
werken. Onvoldoende koeling kan het vastlopen van de motor veroorzaken, maar ook
overdreven koeling heeft nadelige invloeden op de motor.
- Een te koude motor veroorzaakt o.a. slechte verdamping van de benzine waardoor deze
condenseert op de cilinderwanden en in de smeerolie kan terechtkomen.
- De smeerolie blijft onder haar werkingstemperatuur waardoor zij viskeus is en
onvoldoende doorstroming vindt.
- Het opgenomen condenswater zal bij lage temperatuur niet verdampen, maar in het
smeercircuit blijven. Hierdoor ontstaat inwendige oxidatie van het smeersysteem.