Inleiding psychodiagnostiek
Hoofdstuk 1
1. Wat is ‘psychodiagnostiek’
Psychodiagnostiek=
De wetenschap die erop gericht is om op een gefundeerde manier
Informatie van een persoon en zijn omgeving te verzamelen
Met het oog op het nemen van verantwoorde beslissingen
Maar! Oordeelsfouten
Belangrijk om menselijk gedrag op een wetenschappelijke manier te onderzoeken
• Dwz:evidencebased
• O.a.via gebruik van psychologische tests
1.1. Een test is een beoordelingsprocedure
In kaart brengen van menselijke eigenschappen
- Wat mensen KUNNEN (prestaties)
- Hoe mensen ZIJN (gedragswijze)
Op zoek naar verschillen
- Tussen mensen: inter-individueel
- Binnen eenzelfde persoon: intra-individueel
1.2. Een test registreert psychologische eigenschappen
1.2.1. Wat zijn psychologische eigenschappen
Onderscheid tussen:
• Wat mensen KUNNEN=Prestaties
• Hoe mensen ZIJN=Gedragswijze
• psychologische Toestanden: ( = states) fluctuerend (vb.emoties)
• psychologische Trekken: (= traits) stabiel (vb.The Big 5)
Het afleiden van hypothetische constructen in het dagelijkse leven versus in de
psychodiagnostiek:
,1.2.2 Operationaliseren=meetbaar maken
• Belang van een goede validiteit!(zieverder)
• Wetenschappelijke fundering! (evidence-based)
= Uit betrouwbare afleidingen
= Volgens strikte regels
1.3. Een test levert een psychometrisch onderbouwd meetresultaat op
1.3.1. De vijf psychometrische kwaliteiten zijn
Betrouwbaarheid
Standaardisatie
Objectiviteit
Validiteit
normering
1.3.2. De testhandleiding
Elke degelijke test beschikt over een testhandleiding
Een goede testhandleiding bevat alle technische info die nodig is voor het correct
- afnemen
- scoren
- verwerken
- interpreteren
,Zou 8 elementen moeten bevatten (zieBlokwijzerTabel1.3)
1.4. Andere kenmerken van een test
- Andere kenmerken die de keuze van een test kunnen bepalen
1. Reikwijdte
2. Aanvaardbaarheid
3. Onpartijdigheid
4. Praktische aspecten
1.4.1 Reikwijdte
het geheel aan psychologische eigenschappen
- vb: aandacht en geheugen; korte en lage termijn geheugen
mbt de ‘soorten mensen’ voor wie de test geschikt is
- vb: adolescenten en volwassenen
1.4.2 Aanvaardbaarheid
• In hoeverre vindt de cliënt/testkandidaat de test acceptabel
• Hangt vaak af van de indruksvaliditeit (welke indruk roept hij op) (face validity)
- = wat lijkt de test te meten?
• Opgelet: soms is het belangrijk dat mensen op voorhand niet weten wat de bedoeling
van de test is!
• Faking good: kandidaten die zich anders voordoen dan ze in werkelijkheid zijn
• Faking bad (malingering) : zich minder gunstig voordoen dan in werkelijkheid
1.4.3. Onpartijdigheid
• Faire diagnostiek (test fairness)
• Een test is partijdig wanneer bepaalde groepen mensen (obv gender, etniciteit…)
sommige items anders beantwoorden, hoewel ze eenzelfde niveau vd achterliggende
vaardigheid hebben = vertekening (bias)
• Door
• Mindere vertrouwdheid met de testsituatie
• Geen adequate normen!
• Item- of vraagpartijdigheid
• Vb: Wat betekent ‘kerstmis’?
, 1.4.4. Praktische aspecten
Afweging maken tussen
• Kosten: eenmalige–terugkerende
o Kostprijstest (VbWISC-V-NL)
o Training testleider
o Afname en scoring: test formulieren met copyright!
• Baten:
o In korte tijd veel info
o Info moeilijk met andere methoden te verkrijgen
Hoofdstuk 2: korte geschiedenis van het psychologisch testen
2.1 De vroege voorlopers
2.1.1 De eerste sporen
• China: eerste tekenen van testgebruik
→ de keizer liet zijn dienaren daar om 3 jaar onderzoek te doen met wat ze
omschrijven als een soort vorderingstoets
= test waarmee men kan nagaan in hoeverre bepaalde kennis en/of vaardigheden
verworven zijn
• Oude Testament: selectie van legerrekruten ahv opdrachten
• Middeleeuwen of nieuwe tijd: evalueren van studenten verliep mondeling, vrij
formeel karakter van examens aan universiteiten van Leuven en Bologna → eerste
schriftelijke examens
2.1.2 Fysiognomie en frenologie
• Fysiognomie (gelaatsanalyse)
= de leer die ervan uitgaat dat intellectuele of karaktereigenschappen afgeleid
kunnen worden uit de fysieke kenmerken van de vorm of de expressie van iemands
gezicht
→ eerste interesse: griekse wijsgeer Aristoteles
→ ging ervan uit dat lichaam en geest in elkaar verankerd zitten, iemands innerlijke
eigenschappen zouden dus veruitwendigd worden in lichamelijke kenmerken, en ook
omgekeerd zou de lichaamsexpresie die iemand uitstraalt invloed hebben op zijn
karakter en gemoedsgesteltenis
→ later gaf dat aanleiding tot speculaties:
uit bepaalde gelaatskenmerken van mensen dierlijke eigenschappen afleiden
Hoofdstuk 1
1. Wat is ‘psychodiagnostiek’
Psychodiagnostiek=
De wetenschap die erop gericht is om op een gefundeerde manier
Informatie van een persoon en zijn omgeving te verzamelen
Met het oog op het nemen van verantwoorde beslissingen
Maar! Oordeelsfouten
Belangrijk om menselijk gedrag op een wetenschappelijke manier te onderzoeken
• Dwz:evidencebased
• O.a.via gebruik van psychologische tests
1.1. Een test is een beoordelingsprocedure
In kaart brengen van menselijke eigenschappen
- Wat mensen KUNNEN (prestaties)
- Hoe mensen ZIJN (gedragswijze)
Op zoek naar verschillen
- Tussen mensen: inter-individueel
- Binnen eenzelfde persoon: intra-individueel
1.2. Een test registreert psychologische eigenschappen
1.2.1. Wat zijn psychologische eigenschappen
Onderscheid tussen:
• Wat mensen KUNNEN=Prestaties
• Hoe mensen ZIJN=Gedragswijze
• psychologische Toestanden: ( = states) fluctuerend (vb.emoties)
• psychologische Trekken: (= traits) stabiel (vb.The Big 5)
Het afleiden van hypothetische constructen in het dagelijkse leven versus in de
psychodiagnostiek:
,1.2.2 Operationaliseren=meetbaar maken
• Belang van een goede validiteit!(zieverder)
• Wetenschappelijke fundering! (evidence-based)
= Uit betrouwbare afleidingen
= Volgens strikte regels
1.3. Een test levert een psychometrisch onderbouwd meetresultaat op
1.3.1. De vijf psychometrische kwaliteiten zijn
Betrouwbaarheid
Standaardisatie
Objectiviteit
Validiteit
normering
1.3.2. De testhandleiding
Elke degelijke test beschikt over een testhandleiding
Een goede testhandleiding bevat alle technische info die nodig is voor het correct
- afnemen
- scoren
- verwerken
- interpreteren
,Zou 8 elementen moeten bevatten (zieBlokwijzerTabel1.3)
1.4. Andere kenmerken van een test
- Andere kenmerken die de keuze van een test kunnen bepalen
1. Reikwijdte
2. Aanvaardbaarheid
3. Onpartijdigheid
4. Praktische aspecten
1.4.1 Reikwijdte
het geheel aan psychologische eigenschappen
- vb: aandacht en geheugen; korte en lage termijn geheugen
mbt de ‘soorten mensen’ voor wie de test geschikt is
- vb: adolescenten en volwassenen
1.4.2 Aanvaardbaarheid
• In hoeverre vindt de cliënt/testkandidaat de test acceptabel
• Hangt vaak af van de indruksvaliditeit (welke indruk roept hij op) (face validity)
- = wat lijkt de test te meten?
• Opgelet: soms is het belangrijk dat mensen op voorhand niet weten wat de bedoeling
van de test is!
• Faking good: kandidaten die zich anders voordoen dan ze in werkelijkheid zijn
• Faking bad (malingering) : zich minder gunstig voordoen dan in werkelijkheid
1.4.3. Onpartijdigheid
• Faire diagnostiek (test fairness)
• Een test is partijdig wanneer bepaalde groepen mensen (obv gender, etniciteit…)
sommige items anders beantwoorden, hoewel ze eenzelfde niveau vd achterliggende
vaardigheid hebben = vertekening (bias)
• Door
• Mindere vertrouwdheid met de testsituatie
• Geen adequate normen!
• Item- of vraagpartijdigheid
• Vb: Wat betekent ‘kerstmis’?
, 1.4.4. Praktische aspecten
Afweging maken tussen
• Kosten: eenmalige–terugkerende
o Kostprijstest (VbWISC-V-NL)
o Training testleider
o Afname en scoring: test formulieren met copyright!
• Baten:
o In korte tijd veel info
o Info moeilijk met andere methoden te verkrijgen
Hoofdstuk 2: korte geschiedenis van het psychologisch testen
2.1 De vroege voorlopers
2.1.1 De eerste sporen
• China: eerste tekenen van testgebruik
→ de keizer liet zijn dienaren daar om 3 jaar onderzoek te doen met wat ze
omschrijven als een soort vorderingstoets
= test waarmee men kan nagaan in hoeverre bepaalde kennis en/of vaardigheden
verworven zijn
• Oude Testament: selectie van legerrekruten ahv opdrachten
• Middeleeuwen of nieuwe tijd: evalueren van studenten verliep mondeling, vrij
formeel karakter van examens aan universiteiten van Leuven en Bologna → eerste
schriftelijke examens
2.1.2 Fysiognomie en frenologie
• Fysiognomie (gelaatsanalyse)
= de leer die ervan uitgaat dat intellectuele of karaktereigenschappen afgeleid
kunnen worden uit de fysieke kenmerken van de vorm of de expressie van iemands
gezicht
→ eerste interesse: griekse wijsgeer Aristoteles
→ ging ervan uit dat lichaam en geest in elkaar verankerd zitten, iemands innerlijke
eigenschappen zouden dus veruitwendigd worden in lichamelijke kenmerken, en ook
omgekeerd zou de lichaamsexpresie die iemand uitstraalt invloed hebben op zijn
karakter en gemoedsgesteltenis
→ later gaf dat aanleiding tot speculaties:
uit bepaalde gelaatskenmerken van mensen dierlijke eigenschappen afleiden