1. reactievergelijking
Noteer de reactievergelijking voor:
a) het mengen van de zure stof H2CO3 met water.
b) het mengen van de basische stof natriumsulfide met water.
c) wat weet je over de pH van oplossing b?
2. evenwicht
Gegeven is het volgende evenwicht: N2 (g) + O2 (g) 2 NO (g)
a) stel de evenwichtsvoorwaarde op
b) welke van deze reacties is de exotherme reactie? (gebruik T57A)
c) Maak een energiediagram voor de reactie naar links
In een vat van 10,0 liter wordt 0,33 mol stikstof en 0,29 mol zuurstof gedaan. Bij
evenwicht is er nog 0,16 mol stikstof over. De temperatuur in het vat is 500 oC.
d) bereken de concentraties van alle stoffen bij evenwicht
e) bereken de waarde van K.
f) wat gebeurt er met het evenwicht als de temperatuur van het vat hoger wordt?
1. reactievergelijking
Noteer de reactievergelijking voor:
a) het mengen van de zure stof H2CO3 met water.
b) het mengen van de basische stof natriumsulfide met water.
c) wat weet je over de pH van oplossing b?
2. evenwicht
Gegeven is het volgende evenwicht: N2 (g) + O2 (g) 2 NO (g)
a) stel de evenwichtsvoorwaarde op
b) welke van deze reacties is de exotherme reactie? (gebruik T57A)
c) Maak een energiediagram voor de reactie naar links
In een vat van 10,0 liter wordt 0,33 mol stikstof en 0,29 mol zuurstof gedaan. Bij
evenwicht is er nog 0,16 mol stikstof over. De temperatuur in het vat is 500 oC.
d) bereken de concentraties van alle stoffen bij evenwicht
e) bereken de waarde van K.
f) wat gebeurt er met het evenwicht als de temperatuur van het vat hoger wordt?
Noteer de reactievergelijking voor:
a) het mengen van de zure stof H2CO3 met water.
b) het mengen van de basische stof natriumsulfide met water.
c) wat weet je over de pH van oplossing b?
2. evenwicht
Gegeven is het volgende evenwicht: N2 (g) + O2 (g) 2 NO (g)
a) stel de evenwichtsvoorwaarde op
b) welke van deze reacties is de exotherme reactie? (gebruik T57A)
c) Maak een energiediagram voor de reactie naar links
In een vat van 10,0 liter wordt 0,33 mol stikstof en 0,29 mol zuurstof gedaan. Bij
evenwicht is er nog 0,16 mol stikstof over. De temperatuur in het vat is 500 oC.
d) bereken de concentraties van alle stoffen bij evenwicht
e) bereken de waarde van K.
f) wat gebeurt er met het evenwicht als de temperatuur van het vat hoger wordt?
1. reactievergelijking
Noteer de reactievergelijking voor:
a) het mengen van de zure stof H2CO3 met water.
b) het mengen van de basische stof natriumsulfide met water.
c) wat weet je over de pH van oplossing b?
2. evenwicht
Gegeven is het volgende evenwicht: N2 (g) + O2 (g) 2 NO (g)
a) stel de evenwichtsvoorwaarde op
b) welke van deze reacties is de exotherme reactie? (gebruik T57A)
c) Maak een energiediagram voor de reactie naar links
In een vat van 10,0 liter wordt 0,33 mol stikstof en 0,29 mol zuurstof gedaan. Bij
evenwicht is er nog 0,16 mol stikstof over. De temperatuur in het vat is 500 oC.
d) bereken de concentraties van alle stoffen bij evenwicht
e) bereken de waarde van K.
f) wat gebeurt er met het evenwicht als de temperatuur van het vat hoger wordt?