OG 1.1.05 – – Regelsystemen; (ont)houden zo!?
1. Situering en verantwoording:
Het zenuwstelsel en het hormonaal stelsel zorgen
alle twee voor integratie van de informatie en
homeostatische regulering. Ze werken beide als
conductor (zie ook de biomedische HC gegeven door
Dhr. Houben).
Om onder andere de homeostatische regulering te
begrijpen, moet heel wat nieuwe terminologie
verworven worden. Vandaar dat het zinvol is om ze grondig te leren kennen en ze
op de correcte manier te leren gebruiken!
2. Verband homeostase en regelsystemen
Lees in jullie handboek ‘Anatomie en Fysiologie’ van Martini in hoofdstuk 1. §
1.5/1.6 en bestudeer figuren 1.3/1.4/1.5. Vergeet ook het HC 1.1.7 niet!
Opdracht 1:
Verklaar/definieer volgende begrippen in verband met de homeostatische
regulering, plaats ze in een logisch schema en leg je schema uit.
Effector - Homeostase - Homeostatische regulering – Input –
Integratiecentrum – (behouden/ herstellen van een verstoring in het) intern
milieu – Output – Receptor - Stimulus of prikkel - setpoint.
Effector:
= cel of orgaan
Onderdeel homeostatische
regulering
Reageert op prikkel van
integratiecentrum
Effector:
= cel of orgaan
Pagina 1 van 8
, Onderdeel homeostatische
regulering
Reageert op prikkel van
integratiecentrum
Effector:
= cel of orgaan
Onderdeel homeostatische regulering
Reageert op prikkel van integratiecentrum
Homeostase: streven naar intern evenwicht in het lichaam vb temperatuur,
druk
Homeostatische regulering:
Aanpassingen van de fysiologische systemen waardoor de homeostase
gehandhaafd wordt.
Aspecten van intern milieu die invloed hebben op alle cellen in het lichaam
worden aangestuurd
Bestaat uit:
- Receptor: gevoelig voor bepaalde prikkel of stimulus
- Input of ingangssignaal: alles wat binnenkomt, de inhoud van de input
wordt verstuurd via de afferente weg naar het integratiecentrum
- Besturingscentrum of integratiecentrum: ontvangt en verwerkt
informatie receptor. Integreren: proberen contact te maken -> in de
hersenen: info komt toe vanuit verschillende aspecten en w
samengebundeld
- Output of uitgangsgrootheid: wordt van integratiecentrum via
descenderende banen en daarna efferente banen naar effector gestuurd
- Effector: reageert op signaal
Verschil efferent en descenderend / afferent en ascenderend:
- Efferent en afferent in PCZ
- Descenderend en ascenderend in CZS (hersenen en ruggenmerg)
Opdracht 2 in verband met de regelsystemen:
In hoofdstuk 10 (Martini) staan veel voorbeelden van negatieve terugkoppelingen
in het menselijk lichaam om homeostase te handhaven. Dus wie wil kan hier veel
over lezen. Voorlopig is het doel dat jullie het principe zeer goed begrijpen!
Geef een definitie van ‘negatieve terugkoppeling’ (= negatieve
feedback).
Negatieve terugkoppeling veroorzaakt een prikkel (= een reactie) die de
oorspronkelijke prikkel tegengaat.
Pagina 2 van 8
1. Situering en verantwoording:
Het zenuwstelsel en het hormonaal stelsel zorgen
alle twee voor integratie van de informatie en
homeostatische regulering. Ze werken beide als
conductor (zie ook de biomedische HC gegeven door
Dhr. Houben).
Om onder andere de homeostatische regulering te
begrijpen, moet heel wat nieuwe terminologie
verworven worden. Vandaar dat het zinvol is om ze grondig te leren kennen en ze
op de correcte manier te leren gebruiken!
2. Verband homeostase en regelsystemen
Lees in jullie handboek ‘Anatomie en Fysiologie’ van Martini in hoofdstuk 1. §
1.5/1.6 en bestudeer figuren 1.3/1.4/1.5. Vergeet ook het HC 1.1.7 niet!
Opdracht 1:
Verklaar/definieer volgende begrippen in verband met de homeostatische
regulering, plaats ze in een logisch schema en leg je schema uit.
Effector - Homeostase - Homeostatische regulering – Input –
Integratiecentrum – (behouden/ herstellen van een verstoring in het) intern
milieu – Output – Receptor - Stimulus of prikkel - setpoint.
Effector:
= cel of orgaan
Onderdeel homeostatische
regulering
Reageert op prikkel van
integratiecentrum
Effector:
= cel of orgaan
Pagina 1 van 8
, Onderdeel homeostatische
regulering
Reageert op prikkel van
integratiecentrum
Effector:
= cel of orgaan
Onderdeel homeostatische regulering
Reageert op prikkel van integratiecentrum
Homeostase: streven naar intern evenwicht in het lichaam vb temperatuur,
druk
Homeostatische regulering:
Aanpassingen van de fysiologische systemen waardoor de homeostase
gehandhaafd wordt.
Aspecten van intern milieu die invloed hebben op alle cellen in het lichaam
worden aangestuurd
Bestaat uit:
- Receptor: gevoelig voor bepaalde prikkel of stimulus
- Input of ingangssignaal: alles wat binnenkomt, de inhoud van de input
wordt verstuurd via de afferente weg naar het integratiecentrum
- Besturingscentrum of integratiecentrum: ontvangt en verwerkt
informatie receptor. Integreren: proberen contact te maken -> in de
hersenen: info komt toe vanuit verschillende aspecten en w
samengebundeld
- Output of uitgangsgrootheid: wordt van integratiecentrum via
descenderende banen en daarna efferente banen naar effector gestuurd
- Effector: reageert op signaal
Verschil efferent en descenderend / afferent en ascenderend:
- Efferent en afferent in PCZ
- Descenderend en ascenderend in CZS (hersenen en ruggenmerg)
Opdracht 2 in verband met de regelsystemen:
In hoofdstuk 10 (Martini) staan veel voorbeelden van negatieve terugkoppelingen
in het menselijk lichaam om homeostase te handhaven. Dus wie wil kan hier veel
over lezen. Voorlopig is het doel dat jullie het principe zeer goed begrijpen!
Geef een definitie van ‘negatieve terugkoppeling’ (= negatieve
feedback).
Negatieve terugkoppeling veroorzaakt een prikkel (= een reactie) die de
oorspronkelijke prikkel tegengaat.
Pagina 2 van 8