EXAMEN BOUWMANEGEMENT 3
TOEGANKELIJKHEID - CODEX
“ONDERDEEL TOEGANKELIJKHEID”
• Vlaamse Stedenbouwkundige Verordening Toegankelijkheid
• Sinds 1 maart 2010 > nieuwe regelgeving mbt toegankelijkheid van publieke gebouwen in Vlaanderen
• Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning > nu ook aandacht naar toegankelijkheid.
DOEL : beter bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar maken
- Voor andersvalide personen is Toegankelijkheid = een absolute noodzaak
◦ om op een zelfstandige
◦ gelijkwaardige manier
◦ te kunnen leven ◦ te kunnen wonen
◦ Te kunnen werken.
- Toegankelijkheid ≠ alleen van belang voor andersvalide mensen. Iedereen heeft baat bij
gebruiksvriendelijke, veilige en comfortabele ruimtes.
- De toegankelijkheidsverordening vervangt de vroegere federale wet van 17 juli 1975 “over de toegang
van gehandicapten tot publiek toegankelijke gebouwen” en haar uitvoeringsbesluit (K.B. van 9 mei
1977).
- Ook de bestaande provinciale en gemeentelijke verordeningen met betrekking tot toegankelijkheid van
publieke gebouwen gelden niet meer sedert de inwerkingtreding van de toegankelijkheidsverordening.
- Dit garandeert meer uniformiteit op het vlak van toegankelijkheidsregels en -richtlijnen in Vlaanderen.
De wijzigingen treden in werking op 31 maart 2011
- Vanaf 1 maart 2010 worden er, voor het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning voor een
publiek gebouw, dus bijkomende eisen gesteld die een basistoegankelijkheid moeten verzekeren.
- De verordening is van toepassing bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing of aanbouw van publieke
gebouwen of publieke gedeelten van gebouwen.
- Aan een bestaande situatie worden er geen aanpassingen opgelegd, zolang er geen werken worden
voorzien waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig is.
- Wat zijn de belangrijkste wijzigingen?
Een uitbreiding van het toepassingsgebied bij gebouwen met een beperkte publiek toegankelijke
oppervlakte van kleiner dan 150 m², zoals vermeld in artikel 3, 3e lid.
Het toepassingsgebied wordt hierbij verruimd van de toegangsdeur naar de toegang.
Een aanpassing van de normen voor toeristische verblijfsaccommodaties die over maximaal 10
accommodaties beschikken (art. 4, §2).
De verplichting om de gemeenschappelijke delen van deze toeristische verblijfsaccommodatie
toegankelijk te maken wordt voor deze verblijfsaccommodaties ingeperkt tot de verbruiksruimtes van
meer dan 150 m2 (alsook ook de weg ernaartoe en het bijbehorende sanitair).
Een aanpassing van de minimale maten voor tussenbordessen in artikel 19, §2 en §4. Deze
tussenbordessen moeten voortaan slechts 120 cm op 150 cm groot zijn wanneer er geen verandering in
richting is. Wordt er via het tussenbordes wel een richtingsverandering gerealiseerd, dan blijft de te
respecteren maat 150 cm op 150 cm. Een vrijstelling voor de bepalingen inzake trappen van artikel 20,
§5 voor die meergezinswoningen en kamerwoningen, studentenhuizen en
studentengemeenschapshuizen die al over een toegankelijke lift beschikken. Een betere afstemming op
de courante standaardmaten voor deuren door in artikel 22, §1 de minimale hoogte te verlagen van 210
cm naar 209 cm. Een vrijstelling van de vereiste van een vrije en vlakke draairuimte in de artikelen 24 en
25 voor de toegangen of deuren naar gesloten trappenhallen (ruimtes die afgesloten zijn door deuren en
wanden en waarin alleen een trap is ondergebracht).
TOEGANKELIJKHEID - CODEX
“ONDERDEEL TOEGANKELIJKHEID”
• Vlaamse Stedenbouwkundige Verordening Toegankelijkheid
• Sinds 1 maart 2010 > nieuwe regelgeving mbt toegankelijkheid van publieke gebouwen in Vlaanderen
• Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning > nu ook aandacht naar toegankelijkheid.
DOEL : beter bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar maken
- Voor andersvalide personen is Toegankelijkheid = een absolute noodzaak
◦ om op een zelfstandige
◦ gelijkwaardige manier
◦ te kunnen leven ◦ te kunnen wonen
◦ Te kunnen werken.
- Toegankelijkheid ≠ alleen van belang voor andersvalide mensen. Iedereen heeft baat bij
gebruiksvriendelijke, veilige en comfortabele ruimtes.
- De toegankelijkheidsverordening vervangt de vroegere federale wet van 17 juli 1975 “over de toegang
van gehandicapten tot publiek toegankelijke gebouwen” en haar uitvoeringsbesluit (K.B. van 9 mei
1977).
- Ook de bestaande provinciale en gemeentelijke verordeningen met betrekking tot toegankelijkheid van
publieke gebouwen gelden niet meer sedert de inwerkingtreding van de toegankelijkheidsverordening.
- Dit garandeert meer uniformiteit op het vlak van toegankelijkheidsregels en -richtlijnen in Vlaanderen.
De wijzigingen treden in werking op 31 maart 2011
- Vanaf 1 maart 2010 worden er, voor het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning voor een
publiek gebouw, dus bijkomende eisen gesteld die een basistoegankelijkheid moeten verzekeren.
- De verordening is van toepassing bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing of aanbouw van publieke
gebouwen of publieke gedeelten van gebouwen.
- Aan een bestaande situatie worden er geen aanpassingen opgelegd, zolang er geen werken worden
voorzien waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig is.
- Wat zijn de belangrijkste wijzigingen?
Een uitbreiding van het toepassingsgebied bij gebouwen met een beperkte publiek toegankelijke
oppervlakte van kleiner dan 150 m², zoals vermeld in artikel 3, 3e lid.
Het toepassingsgebied wordt hierbij verruimd van de toegangsdeur naar de toegang.
Een aanpassing van de normen voor toeristische verblijfsaccommodaties die over maximaal 10
accommodaties beschikken (art. 4, §2).
De verplichting om de gemeenschappelijke delen van deze toeristische verblijfsaccommodatie
toegankelijk te maken wordt voor deze verblijfsaccommodaties ingeperkt tot de verbruiksruimtes van
meer dan 150 m2 (alsook ook de weg ernaartoe en het bijbehorende sanitair).
Een aanpassing van de minimale maten voor tussenbordessen in artikel 19, §2 en §4. Deze
tussenbordessen moeten voortaan slechts 120 cm op 150 cm groot zijn wanneer er geen verandering in
richting is. Wordt er via het tussenbordes wel een richtingsverandering gerealiseerd, dan blijft de te
respecteren maat 150 cm op 150 cm. Een vrijstelling voor de bepalingen inzake trappen van artikel 20,
§5 voor die meergezinswoningen en kamerwoningen, studentenhuizen en
studentengemeenschapshuizen die al over een toegankelijke lift beschikken. Een betere afstemming op
de courante standaardmaten voor deuren door in artikel 22, §1 de minimale hoogte te verlagen van 210
cm naar 209 cm. Een vrijstelling van de vereiste van een vrije en vlakke draairuimte in de artikelen 24 en
25 voor de toegangen of deuren naar gesloten trappenhallen (ruimtes die afgesloten zijn door deuren en
wanden en waarin alleen een trap is ondergebracht).
