EXAMEN BOUWMANEGEMENT 3
BORSTWERING EN GLASNORMERING
Onderdeel Borstweringen
- Borstweringen van gebouwen 2011/04.09 V
Toepassingsdomein:
• De norm NBN B 03–004 is van toepassing op alle nieuwe of te renoveren gebouwen met een definitief,
openbaar of privaat karakter. Het kan hier zowel gaan om residentiële gebouwen, kantoorgebouwen en
handelspanden als om gebouwen die bestemd zijn om een groot aantal personen te herbergen, zoals
schoolgebouwen en sportzalen.
De norm is echter niet van toepassing op tijdelijke beschermingselementen, noch op bijzondere
bouwwerken zoals noodtrappen buiten het gebouw, borstweringen van kunstwerken, van industriële
installaties, ...
Zodra de valhoogte groter is dan of gelijk is aan 1 m (of minder indien zo voorgeschreven in het bestek),
moet er een borstwering voorzien worden, zodanig dat de personen die rondstappen of stilstaan in de
nabijheid van een opening niet onverwachts in het ijle zouden vallen.
- De beschermingshoogte H en de beperkte beschermingshoogte Hr van een borstwering worden
gedefinieerd als de verticale afstand tussen het bovenste gedeelte van de borstwering en de normale
stilstandzone en als de verticale afstand tussen het bovenste gedeelte van de borstwering en de precaire
stilstandzone (PSZ, instabiel of ondersteund evenwicht indien 'b' ≥ 50 mm)
- Openingen tussen de verticale en horizontale borstweringselementen:
De openingen tussen de verticale elementen mogen maximaal 110 mm breed zijn. De hoogte van de
openingen tussen de horizontale elementen moet dan weer aan de volgende eisen voldoen
Openingen tussen de horizontale borstweringselementen
onderaan moet de hoogte van de opening tussen de borstwering en de hoogste PSZ of NSZ beperkt blijven
tot 110 mm
tot op een hoogte van 450 mm mag geen enkel horizontaal element toelaten de borstwering te beklimmen
of er stil te staan in ondersteund evenwicht
boven deze zone van 450 mm moet de hoogte van de horizontale openingen beperkt blijven tot 180 mm.
BORSTWERING EN GLASNORMERING
Onderdeel Borstweringen
- Borstweringen van gebouwen 2011/04.09 V
Toepassingsdomein:
• De norm NBN B 03–004 is van toepassing op alle nieuwe of te renoveren gebouwen met een definitief,
openbaar of privaat karakter. Het kan hier zowel gaan om residentiële gebouwen, kantoorgebouwen en
handelspanden als om gebouwen die bestemd zijn om een groot aantal personen te herbergen, zoals
schoolgebouwen en sportzalen.
De norm is echter niet van toepassing op tijdelijke beschermingselementen, noch op bijzondere
bouwwerken zoals noodtrappen buiten het gebouw, borstweringen van kunstwerken, van industriële
installaties, ...
Zodra de valhoogte groter is dan of gelijk is aan 1 m (of minder indien zo voorgeschreven in het bestek),
moet er een borstwering voorzien worden, zodanig dat de personen die rondstappen of stilstaan in de
nabijheid van een opening niet onverwachts in het ijle zouden vallen.
- De beschermingshoogte H en de beperkte beschermingshoogte Hr van een borstwering worden
gedefinieerd als de verticale afstand tussen het bovenste gedeelte van de borstwering en de normale
stilstandzone en als de verticale afstand tussen het bovenste gedeelte van de borstwering en de precaire
stilstandzone (PSZ, instabiel of ondersteund evenwicht indien 'b' ≥ 50 mm)
- Openingen tussen de verticale en horizontale borstweringselementen:
De openingen tussen de verticale elementen mogen maximaal 110 mm breed zijn. De hoogte van de
openingen tussen de horizontale elementen moet dan weer aan de volgende eisen voldoen
Openingen tussen de horizontale borstweringselementen
onderaan moet de hoogte van de opening tussen de borstwering en de hoogste PSZ of NSZ beperkt blijven
tot 110 mm
tot op een hoogte van 450 mm mag geen enkel horizontaal element toelaten de borstwering te beklimmen
of er stil te staan in ondersteund evenwicht
boven deze zone van 450 mm moet de hoogte van de horizontale openingen beperkt blijven tot 180 mm.