100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Class notes

EE Hoorcolleges + Zelfstudies Uitwerkingen - DB2

Rating
-
Sold
-
Pages
19
Uploaded on
29-01-2022
Written in
2021/2022

Met deze uitgebreide uitwerkingen van de hoorcolleges en zelfstudies van EE hoef je zelf geen uren meer te verliezen met het uitwerken van alle stof!

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 29, 2022
Number of pages
19
Written in
2021/2022
Type
Class notes
Professor(s)
Nvt
Contains
All classes

Subjects

Content preview

HC1
Hoorcollege
John Snow (1813-1858) was een arts-onderzoeker naar cholera, en wordt gezien als de vader van de
epidemiologie. Uiteindelijk deed hij 4 dingen:
1. Systematisch data verzamelen
2. Data analyseren
3. Interpreteren
4. Handelen

In feite onderzocht hij een occurrence relation → een associatie tussen risicofactor en ziekte, of
determinant en outcome. Hij onderzocht de occurence relation tussen de waterpomp en cholera.

Hoe kun je bepalen of het water de oorzaak is?
- Pomp afsluiten en kijken of de incidentie afneemt
- Een blinde clinical trial waarbij één groep ‘besmet’ water krijgt, en de ander ‘schoon’ water.

,Hc2
Hoorcollege
Wetenschap is een betrouwbare methode om kennis te vergaren. Deze kennis moet beschrijvend en
verklarend zijn. Het is betrouwbaar als het objectief en herhaalbaar is. Voor de objectiviteit wordt data
verzameld, en moet worden aangetoond dat een uitspraak gerechtvaardigd is.

De uitspraak over de populatie waar men vanuit gaat is de nulhypothese (H0). Als onderzoek uitwijst dat de
H0 niet waar is, dan wordt de alternatieve hypothese (H1) aangenomen. De hypothesen zijn afgeleid van de
onderzoeksvraag en bepalen grotendeels wat er gemeten gaat worden.

Alle waarnemingen in de steekproef worden samengevat tot de toetsingsgrootheid. De toetsingsgrootheid
is een functie van de waarnemingen die iets zegt over de hypothesen.

Vaak neemt men met een steekproef de gestandaardiseerde steekproeffractie (z).
se(p) is de standaardafwijking van de steekproeffractie (p). De standaardafwijking
van de steekproeffractie hangt af van de grootte van de steekproef (n).
In de toetsingsgrootheid z is π 0 de waarde voor de populatiefractie ( π ) zoals deze in de H0 staat, en z is bij
benadering standaard normaal verdeeld.
In de gestandaardiseerde steekproeffractie wordt π 0 gebruikt omdat men er van uitgaat dat de H 0 waar is,
totdat het tegendeel is bewezen.
In feite wordt er hier gekeken naar de afstand tussen de onderzoeksresultaten en de H 0. De afstand wordt
uitgedrukt in standard error (se). Bijv. als er 3 uitkomt, dan is de afstand 3×se groot.
De bovenstaande toetsingsgrootheid geldt als je 0-1 data hebt en als de hypothesen over populatiefracties
gaan.

Als de nulhypothese waar is, dan zal de toetsingsgrootheid de 0 benaderen. Als de resultaten uit de
steekproef kleiner zijn dan de H0, dan zal de toetsingsgrootheid negatief zijn (& vice versa).

Z heeft bij benadering een standaard normale verdeling. Deze normale verdeling wordt gebruikt om de p-
waarde uit te rekenen. De p-waarde is de kans op de uitkomst van de toetsingsgrootheid of een
extremere uitkomst als de nulhypothese waar is.
Als de één- of tweezijdige p-waarde klein is, dan is de gevonden waarde voor z onwaarschijnlijk onder de
aanname dat H0 waar is. De tweezijdige kans is klein als deze kleiner is dan een van tevoren bepaalde kans:
a. Vaak geldt a = 0.05.

Om te weten wat aannemelijke waarden voor de populatiefractie ( π ) volgens dit onderzoek zijn, wordt de
95%-betrouwbaarheidsinterval (95%-BI) berekend.
Met de standaard normale verdeling wordt bepaald dat 95% van de z-waarden ligt tussen ±1.96, ofwel:
p−π
95%-BI = -1.96 < z < 1.96 = -1.96 <
√ p(1− p) < 1.96.
n
Door deze formule om te schrijven kom je uit op: p−1.96
√p (1− p)
n
< π < p+1.96
√ p(1− p)

Dit wordt geïnterpreteerd als: de kans dat dit interval de populatiefractie ( π ) bevat is 0.95.
n
.

, Hc3
Hoorcollege
De betrouwbaarheid van de diagnostiek in individuele dieren wordt uitgedrukt in sensitiviteit (Se) en
specificiteit (Sp). De voorspellende waarde is de mate waarin je kunt vertrouwen op een positieve
/negatieve uitslag.

De afkapwaarde is een waarde die de grens vormt tussen negatieve en positieve test. Vaak overlappen de
gezonde & positieve populaties qua testresultaat een beetje, waardoor fout negatieven en fout positieven
ontstaan.

De sensitiviteit is het percentage ziekte dieren met een positieve uitslag: Se = a/(a+c).
De specificiteit is het percentage gezonde dieren met een negatieve uitslag: Sp = d/(b+d).
De positief voorspellende waarde (VW+) van een test is de kans dat een positief getest dier de ziekte
heeft: VW+ = a/(a+b).
De negatief voorspellende waarde (VW-) is de kans dat een negatief getest dier de ziekte niet heeft: VW- =
d/(d+c).

De onderzoeker weet de werkelijke ziektestatus van een dier middels:
 Gouden standaard test
 Ziektegeschiedenis van dieren
 Combinatie van testen

Door de afkapwaarde van een test te veranderen
kun je de sensitiviteit en specificiteit
manipuleren. Een hogere sensitiviteit gaat dan
ook altijd ten koste van een lagere specificiteit
(& vice versa).

De ROC-curve (receiver operating characteristic)
toont het verband tussen de sensitiviteit en 1-
specificiteit voor alle mogelijke afkapwaarden.

De voorspellende waarde is afhankelijk van de sensitiviteit en specificiteit van de test, maar ook van de
prevalentie van een aandoening in de populatie. Als de prevalentie toeneemt, dan stijgt de VW+, en daalt
de VW-.

Koppeldiagnostiek
Individuele dieren hebben een aandoening of niet. In een
koppel is er sprake van prevalentie. Individuele dieren
vertonen bepaalde kenmerken van ziekte, terwijl in een
koppel deze kenmerken tussen dieren kunnen variëren.
Ook kunnen er typische koppelsymptomen zijn, zoals:
hoopliggen bij biggen, afzonderen van de groep, mortaliteit.

Als er sprake is van klinisch zieke dieren, dan selecteer je
een typische representant: dier met typische (acute fase)
verschijnselen.
Als je enkel de aan-/afwezigheid wilt vaststellen, dan selecteer je dieren willekeurig.
$6.62
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
remconederlof Universiteit Utrecht
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
380
Member since
3 year
Number of followers
114
Documents
69
Last sold
3 weeks ago
Volledige Bachelor Diergeneeskunde

Uitgebreide uitwerkingen, antwoorden en duidelijke samenvattingen van ALLES wat geleerd dient te worden voor het tentamen! Kortom, met alleen deze bestanden hoef je nooit een ander boek of bestand erbij te pakken om een dikke voldoende te halen voor je tentamen.

4.4

35 reviews

5
20
4
10
3
4
2
0
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions