Gedragswetensch
ap
Leerjaar 2 – periode 1
Week 1: kinderen van ouders met psychiatrische problemen
Heeft inzicht in kwantitatieve gegevens ten aanzien van KOPP kinderen:
Boek: 1,5 milioen kinderen groeit op bij ouders met psychische problemen
Trimbos: 580.000 kinderen (<18) en 420.000
kinderen (<12)
Een derde van de KOPP kinderen krijgt zelf geen
problemen, een derde krijgt te maken met tijdelijke
problemen en een derde krijgt te maken met ernstige
problemen.
Kan de risicofactoren van KOPP kinderen t.a.v.
factoren bij de ouders, de gezinssituatie en het kind
zelf benoemen:
Risicofactoren voor kind → de ouder
Niet de aard, maar de ernst en chroniciteit van de stoornis/symptomen
Risico neerwaartse spiraal: relatieproblemen, schuld, geweld, geïsoleerd raken,
gebruik en verwaarlozing
Zorgmijders (minder dan 30% zoekt hulp)
Risicofactoren voor kind → gezinssituatie
Afwezigheid gezonde ouder
Beperkte draagkracht van de gezonde ouder
Slechte relatie tussen de ouders (conflicten tussen ouders)
Risicofactoren vanuit het kind
Erfelijke factoren
Jonge leeftijd als ouder ziek wordt
Geringe sociaal-emotionele vaardigheden en sociale redzaamheid
Onveilig gehecht
Gezonde ouder die ziek wordt (rouwproces)
Aangeboren kwetsbaarheid (extra gevoelig voor: bizar gedrag, ouder bezoeken in
psychiatrisch ziekenhuis, zelfmoordpogingen => stress)
Extra risico’s
Meisjes en jonge kinderen
Beide ouders een stoornis of verslaving (minder goed functionerend gezinssysteem)
Geen sociale steun (of verkeerde trekt zich terug of wordt niet geaccepteerd uit
schaamte)
Kinderen waarvan de ouders een combinatie van meerdere psychische problemen
hebben
, Bij kinderen uiten problemen zich in:
Parentificatie
o Geeft kinderen een houvast, zelfwaardering en identiteit. Ze ervaren zichzelf
als belangrijk
Geen vriendjes mee willen nemen
o Hierdoor mist het kind een deel van zijn ontwikkeling
Cijfert zichzelf weg
o “ik ben de oorzaak want ik ben geen goed kind”
Geringe coping vaardigheden
o Coping vaardigheden zijn emotiegericht en niet oplossingsgericht
Separatieangsten (= verlatingsangst)
o Afhankelijk, bang om alleen gelaten te worden
Schaamte- en schuldgevoelens
o Kinderen zijn loyaal aan hun ouders. Hebben het gevoel van verraden als je
iets vertelt
Gevoelens maskeren
o Uit schaamte. Hierdoor zijn signalen niet altijd zichtbaar
Week 2: kinderen van ouders met psychiatrische problemen
Stressvolle factoren benoemen die KOPP kinderen ervaren in gezinssituatie
waarin zij opgroeien:
Stressvolle factoren zijn bijv. extra gevoelig voor bizar gedrag, ouder bezoeken in
psychiatrische ziekenhuis en/of zelfmoordpogingen.
Dreiging van zelfmoord
Opname PAAZ afdeling van ouder
Geweld
Chronisch stressvolle factoren benoemen die KOPP kinderen ervaren in de
gezinssituatie waarin zij opgroeien:
Chronische stressvolle factoren: constant alert, gemis aan lichamelijk contact,
voortdurende angst en machteloosheid om hier iets aan te doen.
Daadwerkelijk suïcide is de moeilijkste rouw voor het kind (schuldgevoelens).
Hetzelfde geldt een beetje voor de ouders die weglopen. Heirdoor kan er angst
ontstaan dat kinderen iets fout hebben gedaan.
Geheimhoudingsplicht PTSS:
Geen gelegenheid om vragen te stellen Herbeleving van nare herinneringen
Gebrek aan steun Vermijdingsgedrag
Negatieve gedachtes
prikkelbaar
Kinderen kunnen PTSS ontwikkelen:
Intrusies
Vermijdingsgedrag
Waakzaamheid
ap
Leerjaar 2 – periode 1
Week 1: kinderen van ouders met psychiatrische problemen
Heeft inzicht in kwantitatieve gegevens ten aanzien van KOPP kinderen:
Boek: 1,5 milioen kinderen groeit op bij ouders met psychische problemen
Trimbos: 580.000 kinderen (<18) en 420.000
kinderen (<12)
Een derde van de KOPP kinderen krijgt zelf geen
problemen, een derde krijgt te maken met tijdelijke
problemen en een derde krijgt te maken met ernstige
problemen.
Kan de risicofactoren van KOPP kinderen t.a.v.
factoren bij de ouders, de gezinssituatie en het kind
zelf benoemen:
Risicofactoren voor kind → de ouder
Niet de aard, maar de ernst en chroniciteit van de stoornis/symptomen
Risico neerwaartse spiraal: relatieproblemen, schuld, geweld, geïsoleerd raken,
gebruik en verwaarlozing
Zorgmijders (minder dan 30% zoekt hulp)
Risicofactoren voor kind → gezinssituatie
Afwezigheid gezonde ouder
Beperkte draagkracht van de gezonde ouder
Slechte relatie tussen de ouders (conflicten tussen ouders)
Risicofactoren vanuit het kind
Erfelijke factoren
Jonge leeftijd als ouder ziek wordt
Geringe sociaal-emotionele vaardigheden en sociale redzaamheid
Onveilig gehecht
Gezonde ouder die ziek wordt (rouwproces)
Aangeboren kwetsbaarheid (extra gevoelig voor: bizar gedrag, ouder bezoeken in
psychiatrisch ziekenhuis, zelfmoordpogingen => stress)
Extra risico’s
Meisjes en jonge kinderen
Beide ouders een stoornis of verslaving (minder goed functionerend gezinssysteem)
Geen sociale steun (of verkeerde trekt zich terug of wordt niet geaccepteerd uit
schaamte)
Kinderen waarvan de ouders een combinatie van meerdere psychische problemen
hebben
, Bij kinderen uiten problemen zich in:
Parentificatie
o Geeft kinderen een houvast, zelfwaardering en identiteit. Ze ervaren zichzelf
als belangrijk
Geen vriendjes mee willen nemen
o Hierdoor mist het kind een deel van zijn ontwikkeling
Cijfert zichzelf weg
o “ik ben de oorzaak want ik ben geen goed kind”
Geringe coping vaardigheden
o Coping vaardigheden zijn emotiegericht en niet oplossingsgericht
Separatieangsten (= verlatingsangst)
o Afhankelijk, bang om alleen gelaten te worden
Schaamte- en schuldgevoelens
o Kinderen zijn loyaal aan hun ouders. Hebben het gevoel van verraden als je
iets vertelt
Gevoelens maskeren
o Uit schaamte. Hierdoor zijn signalen niet altijd zichtbaar
Week 2: kinderen van ouders met psychiatrische problemen
Stressvolle factoren benoemen die KOPP kinderen ervaren in gezinssituatie
waarin zij opgroeien:
Stressvolle factoren zijn bijv. extra gevoelig voor bizar gedrag, ouder bezoeken in
psychiatrische ziekenhuis en/of zelfmoordpogingen.
Dreiging van zelfmoord
Opname PAAZ afdeling van ouder
Geweld
Chronisch stressvolle factoren benoemen die KOPP kinderen ervaren in de
gezinssituatie waarin zij opgroeien:
Chronische stressvolle factoren: constant alert, gemis aan lichamelijk contact,
voortdurende angst en machteloosheid om hier iets aan te doen.
Daadwerkelijk suïcide is de moeilijkste rouw voor het kind (schuldgevoelens).
Hetzelfde geldt een beetje voor de ouders die weglopen. Heirdoor kan er angst
ontstaan dat kinderen iets fout hebben gedaan.
Geheimhoudingsplicht PTSS:
Geen gelegenheid om vragen te stellen Herbeleving van nare herinneringen
Gebrek aan steun Vermijdingsgedrag
Negatieve gedachtes
prikkelbaar
Kinderen kunnen PTSS ontwikkelen:
Intrusies
Vermijdingsgedrag
Waakzaamheid