100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting personen- en familierecht week 1 tm 7

Rating
4.0
(1)
Sold
6
Pages
77
Uploaded on
21-01-2022
Written in
2021/2022

Een complete samenvatting van de literatuur voor het vak personen- en familierecht. Alle hoofdstukken voor de opgegeven hoofdstukken zijn hier per week samengevat.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
1,2,3,4,5,6,7,9,10,11,12,13,14,15,16,17
Uploaded on
January 21, 2022
Number of pages
77
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

Personen en familierecht
-Universiteit Utrecht-
Door Mathijs Stuivenberg

Table of Contents
WEEK 1: INLEIDING....................................................................................................................................... 2
WEEK 2: PARTNERRELATIES I: AANGAAN EN GEVOLGEN FORMELE RELATIES...............................................12
WEEK 3: PARTNERRELATIES II: EINDE EN GEVOLGEN FORMELE RELATIES.....................................................29
WEEK 4: OUDERS EN KINDEREN I................................................................................................................. 41
WEEK 5: OUDERS EN KINDEREN II................................................................................................................ 49
WEEK 6: OUDERS EN KINDEREN III............................................................................................................... 61
WEEK 7: PERSONENRECHT II EN PARTNERRELATIES III.................................................................................68

,Week 1: Inleiding
Literatuur

Hoofdstuk 1: Inleiding
Het personenrecht regelt de rechtspositie van een natuurlijke persoon:
- Begin en einde van een persoon
- Naam
- Geslacht
- Woonplaats
- Handelingsbekwaamheid
- Bescherming van meerderjarigen
- Regels m.b.t. vermissing en afwezigheid

Het familierecht heeft betrekking op de rechtsverhoudingen tussen natuurlijke personen op
het terrein van families en relaties. Het regelt verticale regels die ontstaan door afstamming
van de ene persoon van de andere. Het regelt horizontale relaties die ontstaan door affectieve
relaties tussen volwassenen.

Boek 1 BW is de kernbron van het Nederlandse materiële personen- en familierecht. Ook het
EVRM, het VN-kinderrechtenverdrag (IVRK), EHRM en HvJ behoren tot belangrijke
bronnen van het personen- en familierecht
Het formele familierecht is geregeld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Binnen het personen- en familierecht zijn veel regels van dwingend recht, er is geen vrije
bepaling van partijen. Contracteren is slechts beperkt mogelijk met betrekking tot
vermogensrechtelijke en financiële aspecten van relaties.

Regelingen van wilsgebreken, redelijkheid en billijkheid en de Haviltex-formule kunnen van
belang zijn voor contracten over vermogensrechtelijke verhoudingen tussen voormalige
partners.

De band tussen recht en maatschappij is in het personen- en familierecht direct. Als de
maatschappij verandert, evolueert het familierecht mee.

,Hoofdstuk 2: Europees en internationaal familierecht
Van een internationale familierelatie is sprake wanneer echtgenoten bijvoorbeeld
verschillende nationaliteiten bezitten of in verschillende landen wonen. De vraag rijst dan
welk nationaal familierecht moet worden toegepast. Regels hierover zijn te vinden in het
internationaal privaatrecht (IPR).

Het EVRM en het IVRK vormen de belangrijkste mensenrechtelijke verdragen waaraan het
nationale familierecht wordt gemeten. In de meeste landen kan voor de nationale gerechten
een direct beroep worden gedaan op het EVRM.
Voor het IVRK bestaan geen supranationale rechter. Voor de nationale rechter kan wel een
beroep op de bepalingen van het IVRK worden gedaan.

Het familierecht blijft het terrein van de nationale wetgever, die voor bepaalde onderwerpen
internationale verdragen heeft geratificeerd. Van belang is dan de Europese wetgever op basis
van het VWEU geen bevoegdheid heeft om het interne materiële en formele familierecht
door richtlijnen of verordeningen te harmoniseren of te unificeren.

Internationale familierelaties
Indien een familierechtelijke relatie niet alleen met NL verbonden is, maar ook internationale
aspecten heeft, moeten de regels van het IPR worden geraadpleegd. Er moet eerst worden
vastgesteld of de NL rechter rechtsmacht heeft en welk familierecht van toepassing is. Hierna
dien de rechter ambtshalve te bepalen welk recht de rechtsverhouding beheerst. De vraag
wordt beantwoord door conflictregels die het recht aanwijzen waarmee de rechtsverhouding
het nauwst is verbonden. Het belangrijkste aanknopingspunt voor familierechtelijke
verhoudingen is de gewone verblijfplaats van de betrokken persoon en nationaliteit.

De conflictregels kunnen leiden tot toepassing van het eigen recht of van vreemd recht. De
verwijzing naar buitenlands recht heeft tot gevolg dat de rechter de inhoud ervan ambtshalve
moet vaststellen en toepassen, alleen indien het vreemde recht kennelijk onverenigbaar is met
de Nederlandse openbare orde, wordt het niet toegepast.

Stappenplan IPR vragen:
1. Welk recht is van toepassing?
2. Welke rechter is bevoegd?
3. Toepassing van vreemd recht of eigen recht?


De EU-wetgever is o.g.v. art. 81 VWEU bevoegd maatregelen te nemen betreffende het
familierecht met grensoverschrijdende gevolgen. De hoogste rechter die bevoegd is over de
uitleg van verordeningen te oordelen is het HvJ.

Elk land beschikt over nationale regels voor grensoverschrijdende familierelaties. Deze regels
zijn alleen van toepassing als de materie niet door een voor Nederland geldende Europese
verordening of internationaal verdrag is geregeld.

, Hoofdstuk 4: Personenrecht

Algemene bepalingen
Het personenrecht heeft bepalingen die betrekking hebben op de persoon zelf.
Art. 1:1 BW bepaalt dat allen in Nederland vrij en bevoegd zijn tot het genot van burgerlijke
rechten. Iedere persoon is drager van rechten en plichten. Dit begint op grond van art. 1:2
BW als voor de geboorte. Een ongeboren kind is namelijk al een rechtssubject. Dit kent twee
beperkingen.
1. Het kind wordt geacht nooit te hebben bestaan als het dood ter wereld komt.
2. Het kind wordt alleen als reeds geboren beschouwd als zijn belang dit vordert.

Familierechtelijke betrekkingen ontstaan pas indien het kind levend ter wereld komt. Het
IVRK kent rechten toe aan kinderen die geboren zijn.

Verwantschap
Het verwantschap valt uiteen in bloedverwantschap en aanverwantschap (art. 1:3 BW).
- Bloedverwantschap: ontstaat tussen personen die juridisch van elkaar afstammen of
tussen personen die een gemeenschappelijke stamvader hebben. Een biologische band
is niet vereist.
- Aanverwantschap: ontstaat door huwelijk of geregistreerd partnerschap, tussen de
echtgenoot of partner en de bloedverwanten van de andere echtgenoot of partner is
sprake van aanverwantschap. Aanverwantschap eindigt niet door het eindigen van het
huwelijk of het geregistreerd partnerschap (art. 1:3 lid 1 BW).
Verwantschap wordt uitgedrukt in graden en loopt in de rechte lijn of in de zijlijn.

Naamrecht
Door een naam is een persoon aan te duiden en hem te onderscheiden van anderen. De naam
vormt een deel van de persoonlijkheid, heeft een identificatiefunctie en geeft informatie over
de familie of de streek waaruit de persoon afkomstig is.

Het recht op een voor- en achternaam valt binnen de werking van art. 8 EVRM. Voor
kinderen geldt dat zij op grond van art. 7 IVRK recht hebben op een naam.
Een kind heeft de voornaam of voornamen die in zijn geboorteakte zijn opgenomen. De
keuzevrijheid voor ouders om hun kind de door hen gewenste voornamen te geven, kent
slechts twee beperkingen:
1. Geen voornamen die ongepast zijn.
2. Geen voornamen die overeenkomen met een bestaand achternaam, tenzij het gaat om
een geslachtsnaam die tevens als voornaam wordt gebruikt (art. 1:4 lid 1 en 2 BW).
Indien er geen voornamen worden opgegeven zal de ambtenaar van de Burgerlijk Stand het
kind ambtshalve één of meer voornamen geven.

Art. 1:5 BW geeft de mogelijkheden voor de ouders om een achternaam te kiezen en regelt
daarnaast welke achternaam het kind krijgt wanneer de ouders geen keuze maken.

Het recht om een naam te voeren kan als eigendomsrecht worden gekwalificeerd, maar ook
als persoonlijkheidsrecht. Het maken van een inbreuk daarop kan onrechtmatig zijn.
Onrechtmatig kan het worden als men door de naam van een ander te voeren, de schijn wekt
die ander te zijn of tot de familie van die ander te behoren (art. 1:8 BW).
$25.51
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
mathijsstuivenberg
4.0
(1)

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
3 year ago

Nice summary. Unfortunately, the case law is missing.

4.0

1 reviews

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
mathijsstuivenberg Universiteit Utrecht
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
9
Member since
4 year
Number of followers
6
Documents
2
Last sold
1 month ago

4.0

1 reviews

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions