Hoofdstuk 4: Verhalen verleiden tot interactie
Boeken voor kleuters en hun leidsters: een globale terreinverkenning
Prentenboeken:
- Prenten zijn minstens even belangrijk als de tekst
- Tekst is beperkt tot enkele woorden en zinnen per pagina
- Wisselwerking tussen beeld en tekst
- Verhaal = resultaat van interactie tussen beeld en tekst
- Prenten ondersteunen de tekst
- Op prenten is meer te zien dan wat de tekst beschrijft
- Groot formaat, harde cover
- Voor peuters: kleine, vierkante vorm
Soorten prentenboeken:
A. Ordenen volgens de vormgeving
- ‘gewone’ prentenboeken
- Kartonboekjes
- Voelboeken
- Badboekjes
- Stoffen boekjes
- Boeken met flapjes
- Boeken met geurplaatjes …
B. Ordenen volgens de inhoud
a. Aanwijsprentenboeken
= introducerend prentenboek (eerste boekjes)
Ontwikkelen het vermogen om voorwerpen tweedimensionaal te
herkennen
Onderwerpen uit dagelijkse realiteit, vertrouwde en onmiddellijke
omgeving
Direct herkenbaar:
o Kunnen tegen een stootje, vierkant, afwasbare kaft, stevige
pagina’s, sterk bindwerk
o De figuren/voorwerpen staan volledig en frontaal afgebeeld
o Achtergrond is beperkt/ontbreekt
o Warme, heldere kleurvlakken met duidelijke contouren
o Voorwerpen en figuren zijn vereenvoudigd weergegeven
o Minimum aan tekst
b. Verhalende prentenboeken
Logische onderlinge samenhang vertellen een verhaal
Aanwijsprentenboeken zijn een goede voorbereiding op het leren
omgaan met verhalende prentenboeken
Verloop van het verhaal kunnen volgen door de tekst te lezen of aan
de hand van de platen het verhaal te vertellen
c. Informatieve prentenboeken
Kinderen iets leren
Informatie verstrekken over de wereld
Encyclopedisch van aard of informatie in een verhaal verwerkt
, Verrijken de kennis en woordenschat
Samen met de kinderen bespreken wat er op de prenten staat
Verhalen in soorten en maten
1. Realistische verhalen
Karakterisering:
o Blijven zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid
o Tonen kinderen in hun dagelijkse doen en laten
o Belevingswereld wordt realistisch getekend
o Overtuigende en geloofwaardige verhaalrealiteit
o Realistisch verhaal kan nooit de volledige werkelijkheid weergeven
o Realiteit wordt soms doelbewust aangepast: optimistisch einde
geborgenheid en veiligheid nodig
Nut:
1) Verruimen kennis van de wereld
2) Meer begrip bijbrengen voor menselijke relaties en voor de drijfveren
van menselijke gedragingen
3) Getroost voelen door de ontdekking dat ze niet alleen staan met hun
probleem
4) Leren problemen kennen, hanteren en overwinnen
5) Zelfvertrouwen vergroten
In de kleuterklas:
o Onderwerp kiezen die van betekenis is voor de kinderen
o Voldoende aanknopingspunten met leef- en ervaringswereld
o Thema op eerlijke wijze presenteren niet moraliseren
2. Fantasieverhalen
Karakterisering
o Van de werkelijkheid afgeweken, maar nog altijd met de realiteit te
maken
o Gevoels- en belevingswereld moet nog altijd herkenbaar zijn zodat de
kinderen zich kunnen inleven in het verhaal
Nut:
o Ontwikkeling van de fantasie
o Greep op de werkelijkheid vergroten
o Fantasie is een verrijking en verruiming van de realiteit
o Middel om het onbekende te begrijpen, te verkennen
o Mysterieus spanning bevorderen
o Wegdromen ipv met probleemsituatie geconfronteerd worden
In de kleuterklas:
o Niet te verwarrend?
o Vermijd al te veel spanning op te bouwen
3. Spookjes
4. Dierenverhalen
Karakterisering:
a) Verhalen waarin dieren met menselijke karaktertrekken en vermogens
optreden
Boeken voor kleuters en hun leidsters: een globale terreinverkenning
Prentenboeken:
- Prenten zijn minstens even belangrijk als de tekst
- Tekst is beperkt tot enkele woorden en zinnen per pagina
- Wisselwerking tussen beeld en tekst
- Verhaal = resultaat van interactie tussen beeld en tekst
- Prenten ondersteunen de tekst
- Op prenten is meer te zien dan wat de tekst beschrijft
- Groot formaat, harde cover
- Voor peuters: kleine, vierkante vorm
Soorten prentenboeken:
A. Ordenen volgens de vormgeving
- ‘gewone’ prentenboeken
- Kartonboekjes
- Voelboeken
- Badboekjes
- Stoffen boekjes
- Boeken met flapjes
- Boeken met geurplaatjes …
B. Ordenen volgens de inhoud
a. Aanwijsprentenboeken
= introducerend prentenboek (eerste boekjes)
Ontwikkelen het vermogen om voorwerpen tweedimensionaal te
herkennen
Onderwerpen uit dagelijkse realiteit, vertrouwde en onmiddellijke
omgeving
Direct herkenbaar:
o Kunnen tegen een stootje, vierkant, afwasbare kaft, stevige
pagina’s, sterk bindwerk
o De figuren/voorwerpen staan volledig en frontaal afgebeeld
o Achtergrond is beperkt/ontbreekt
o Warme, heldere kleurvlakken met duidelijke contouren
o Voorwerpen en figuren zijn vereenvoudigd weergegeven
o Minimum aan tekst
b. Verhalende prentenboeken
Logische onderlinge samenhang vertellen een verhaal
Aanwijsprentenboeken zijn een goede voorbereiding op het leren
omgaan met verhalende prentenboeken
Verloop van het verhaal kunnen volgen door de tekst te lezen of aan
de hand van de platen het verhaal te vertellen
c. Informatieve prentenboeken
Kinderen iets leren
Informatie verstrekken over de wereld
Encyclopedisch van aard of informatie in een verhaal verwerkt
, Verrijken de kennis en woordenschat
Samen met de kinderen bespreken wat er op de prenten staat
Verhalen in soorten en maten
1. Realistische verhalen
Karakterisering:
o Blijven zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid
o Tonen kinderen in hun dagelijkse doen en laten
o Belevingswereld wordt realistisch getekend
o Overtuigende en geloofwaardige verhaalrealiteit
o Realistisch verhaal kan nooit de volledige werkelijkheid weergeven
o Realiteit wordt soms doelbewust aangepast: optimistisch einde
geborgenheid en veiligheid nodig
Nut:
1) Verruimen kennis van de wereld
2) Meer begrip bijbrengen voor menselijke relaties en voor de drijfveren
van menselijke gedragingen
3) Getroost voelen door de ontdekking dat ze niet alleen staan met hun
probleem
4) Leren problemen kennen, hanteren en overwinnen
5) Zelfvertrouwen vergroten
In de kleuterklas:
o Onderwerp kiezen die van betekenis is voor de kinderen
o Voldoende aanknopingspunten met leef- en ervaringswereld
o Thema op eerlijke wijze presenteren niet moraliseren
2. Fantasieverhalen
Karakterisering
o Van de werkelijkheid afgeweken, maar nog altijd met de realiteit te
maken
o Gevoels- en belevingswereld moet nog altijd herkenbaar zijn zodat de
kinderen zich kunnen inleven in het verhaal
Nut:
o Ontwikkeling van de fantasie
o Greep op de werkelijkheid vergroten
o Fantasie is een verrijking en verruiming van de realiteit
o Middel om het onbekende te begrijpen, te verkennen
o Mysterieus spanning bevorderen
o Wegdromen ipv met probleemsituatie geconfronteerd worden
In de kleuterklas:
o Niet te verwarrend?
o Vermijd al te veel spanning op te bouwen
3. Spookjes
4. Dierenverhalen
Karakterisering:
a) Verhalen waarin dieren met menselijke karaktertrekken en vermogens
optreden