Planmatig handelen draait om bezinning en reflectie en het aanbrengen van een bepaalde
systematiek in het handelen.
Hierbij worden een aantal kernvragen in een vaste volgorde gesteld:
- Wat zijn de resultaten tot nu toe?
- Wat zijn de doelen, wat moet er bereikt worden?
- Wat hebben de leerlingen nodig en wat is wenselijk?
- Welke condities zijn hier van belang
- Welke interventies zijn het meest effectief?
- Wie doet wat, wanneer en hoe?
- Hoe waarderen we de geleverde inspanningen?
Het gaat in dit model om een cyclus, aangezien de fase van de realisatie weer kan leiden tot een
nieuwe waarneming. Deze cyclus doorlopen leraren drie tot vier keer per jaar.
Vanuit toetsresultaten en observaties signaleer je de leerlingen die specifieke onderwijsbehoeften
hebben. de leerlingen met dezelfde onderwijsbehoeften cluster je en zij vormen tijdelijk een groep.
Denken in onderwijsbehoeften:
In plaats van “Leerling kan sommen tot 10 niet uit het hoofd maken en is moeilijk te motiveren”
zeggen. Zeg je bij denken in onderwijsbehoeften “Leerling heeft elke dag 10 minuten oefening nodig
met groepsgenoten en op de computer, waarbij het zelf de vorderingen bijhoudt ter stimulering van
de motivatie.”