Deel I Het begrip verbintenis en de soorten
verbintenissen
Hoofdstuk I Het begrip verbintenis
Het oud Burgerlijk Wetboek verspreidt zich over drie boeken. Het eerste boek
gaat over personen, het tweede over goederen en het derde over de wijze
waarop eigendom verkregen wordt. Het laatste boek heeft een eerder
misleidende titel aangezien het een uiteenlopende regelgeving bevat, waaronder
schenkingen, nalatenschappen, testamenten, huwelijksvermogensrecht,
verbintenissen en bijzondere overeenkomsten. Wij focussen enkel op het
verbintenissenrecht uiteraard.
Het verbintenissenrecht start bij artikel 1101 BW en eindigt met artikel 1386bis
BW. Zoals je ziet vallen de regels omtrent het buitencontractueel
aansprakelijkheidsrecht, artikel 1382-1386bis BW, hier ook onder. Deze
bepalingen worden echter buiten beschouwing gelaten voor dit vak.
Het verbintenissenrecht is de “Moeder van het recht”. Heel wat andere
rechtstakken bouwen verder op de regels van het verbintenissenrecht. Het
verbintenissenrecht is ook de kern van het privaatrecht. Het regelt m.a.w. de
rechtsverhoudingen tussen individuen.
Individu = een titularis van een subjectief recht
Natuurlijk persoon
Rechtspersoon
Afdeling 1 De vermogensrechtelijke verbintenis
Tot op heden is een ‘verbintenis’ een ongedefinieerd begrip binnen het
Burgerlijk Wetboek. Bijgevolg heeft de rechtsleer zich hierover gebogen a.d.h.v.
cumulatieve vereisten.
Afdeling 1 Een rechtsband tussen personen
Tussen minstens 2 personen (kunnen er ook meer zijn)
o Waarvan één van de twee een vorderingsrecht heeft jegens de
andere
Vb. huurovereenkomst waarbij de verhuurder recht heeft op
betaling van huur.
o Verschil met zakenrecht – verleent zeggenschap over een
bepaalde zaak
Verbintenis geeft SE aanspraak op een bepaalde
gedraging
Leidt to een verschil in geldingskracht tussen zakenrecht en
verbintenis:
o Verbintenis – Inter partes (= tussen betrokken partijen)
o Zakenrecht – Erga omnes (= moet door iedereen worden
gerespecteerd)
Vb. vruchtgebruik, eigendomsrecht…
, Afdeling 2 De verbintenis ontstaat uit een RH of een RF waaraan
rechtsgevolgen worden gehecht
RH = handeling waarbij rechtsgevolgen worden beoogd (eenzijdig of
meerzijdig)
o Eenzijdig = wilsuiting van één rechtssubject is voldoende voor
rechtsgevolgen
Door Cassatie erkent als een bron van verbintenissen
Vb. je biedt je huis te koop aan, je doet dus een aanbod.
Wanneer iemand dit aanbod aanvaardt, kun je overgaan
tot contracteren.
o Meerzijdig = rechtsband tussen minstens twee personen met
het oog op het doen ontstaan van een overeenkomst met de
daarbij horende rechtsgevolgen
Vb. huur of koop-verkoopovereenkomst
RF = feiten waaraan rechtsgevolgen worden vastgeknoopt die niet
beoogd werden
o Staan centraal in buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht –
Art. 1382 BW
Vb. F, S en CV
Afdeling 3 Met het ontstaan van in geld waarneembare
aanspraken tot voorwerp
Voorwerp = iets doen, iets niet doen of iets geven – Art. 1101 BW
Vb. Aannemingsovereenkomst, betaling huurprijs
Vb. niet-concurrentiebeding
Vb. overdracht zakelijk recht
Onderscheid resultaats- of inspanningsverbintenis 1
RS zit niet altijd op dezelfde golflengte, het vergt een feitelijke
beoordeling.
Maakt in vermogen van SE een in geld waarneembare vermogenspost
uit en maakt in vermogen van SA een passief uit dat zijn vermogen
belast
o Als SE kan je aanspraak maken op iets van de tegenpartij
o Als SA ben je iets verschuldigd aan de tegenpartij
Afdeling 4 Een verbintenis kan in rechte worden afgedwongen
Mensen die deelnemen aan het rechtsverkeer moeten ervan kunnen uitgaan
dat contracten worden nageleefd. Als een partij in gebreke blijft om zijn
verbintenissen uit te voeren, kan je naar de rechter gaan om de uitvoering
ervan te eisen.
Bij niet-vrijwillige uitvoering van de verbintenis dwangsom mogelijk
Verschil met andere verbintenissen die niet in rechte kunnen worden
afgedwongen
o Natuurlijke verbintenis, vriendschappelijk afspraken...
1
Zie hoofdstuk II, afdeling 1, §2.
, Vb. Je spreekt af om met uw beste vriend naar het café te
gaan. Er komt iets tussen en het gaat toch niet door. Dit was
een louter vriendschappelijke afspraak waardoor dit niet in
rechte afdwingbaar is.
verbintenissen
Hoofdstuk I Het begrip verbintenis
Het oud Burgerlijk Wetboek verspreidt zich over drie boeken. Het eerste boek
gaat over personen, het tweede over goederen en het derde over de wijze
waarop eigendom verkregen wordt. Het laatste boek heeft een eerder
misleidende titel aangezien het een uiteenlopende regelgeving bevat, waaronder
schenkingen, nalatenschappen, testamenten, huwelijksvermogensrecht,
verbintenissen en bijzondere overeenkomsten. Wij focussen enkel op het
verbintenissenrecht uiteraard.
Het verbintenissenrecht start bij artikel 1101 BW en eindigt met artikel 1386bis
BW. Zoals je ziet vallen de regels omtrent het buitencontractueel
aansprakelijkheidsrecht, artikel 1382-1386bis BW, hier ook onder. Deze
bepalingen worden echter buiten beschouwing gelaten voor dit vak.
Het verbintenissenrecht is de “Moeder van het recht”. Heel wat andere
rechtstakken bouwen verder op de regels van het verbintenissenrecht. Het
verbintenissenrecht is ook de kern van het privaatrecht. Het regelt m.a.w. de
rechtsverhoudingen tussen individuen.
Individu = een titularis van een subjectief recht
Natuurlijk persoon
Rechtspersoon
Afdeling 1 De vermogensrechtelijke verbintenis
Tot op heden is een ‘verbintenis’ een ongedefinieerd begrip binnen het
Burgerlijk Wetboek. Bijgevolg heeft de rechtsleer zich hierover gebogen a.d.h.v.
cumulatieve vereisten.
Afdeling 1 Een rechtsband tussen personen
Tussen minstens 2 personen (kunnen er ook meer zijn)
o Waarvan één van de twee een vorderingsrecht heeft jegens de
andere
Vb. huurovereenkomst waarbij de verhuurder recht heeft op
betaling van huur.
o Verschil met zakenrecht – verleent zeggenschap over een
bepaalde zaak
Verbintenis geeft SE aanspraak op een bepaalde
gedraging
Leidt to een verschil in geldingskracht tussen zakenrecht en
verbintenis:
o Verbintenis – Inter partes (= tussen betrokken partijen)
o Zakenrecht – Erga omnes (= moet door iedereen worden
gerespecteerd)
Vb. vruchtgebruik, eigendomsrecht…
, Afdeling 2 De verbintenis ontstaat uit een RH of een RF waaraan
rechtsgevolgen worden gehecht
RH = handeling waarbij rechtsgevolgen worden beoogd (eenzijdig of
meerzijdig)
o Eenzijdig = wilsuiting van één rechtssubject is voldoende voor
rechtsgevolgen
Door Cassatie erkent als een bron van verbintenissen
Vb. je biedt je huis te koop aan, je doet dus een aanbod.
Wanneer iemand dit aanbod aanvaardt, kun je overgaan
tot contracteren.
o Meerzijdig = rechtsband tussen minstens twee personen met
het oog op het doen ontstaan van een overeenkomst met de
daarbij horende rechtsgevolgen
Vb. huur of koop-verkoopovereenkomst
RF = feiten waaraan rechtsgevolgen worden vastgeknoopt die niet
beoogd werden
o Staan centraal in buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht –
Art. 1382 BW
Vb. F, S en CV
Afdeling 3 Met het ontstaan van in geld waarneembare
aanspraken tot voorwerp
Voorwerp = iets doen, iets niet doen of iets geven – Art. 1101 BW
Vb. Aannemingsovereenkomst, betaling huurprijs
Vb. niet-concurrentiebeding
Vb. overdracht zakelijk recht
Onderscheid resultaats- of inspanningsverbintenis 1
RS zit niet altijd op dezelfde golflengte, het vergt een feitelijke
beoordeling.
Maakt in vermogen van SE een in geld waarneembare vermogenspost
uit en maakt in vermogen van SA een passief uit dat zijn vermogen
belast
o Als SE kan je aanspraak maken op iets van de tegenpartij
o Als SA ben je iets verschuldigd aan de tegenpartij
Afdeling 4 Een verbintenis kan in rechte worden afgedwongen
Mensen die deelnemen aan het rechtsverkeer moeten ervan kunnen uitgaan
dat contracten worden nageleefd. Als een partij in gebreke blijft om zijn
verbintenissen uit te voeren, kan je naar de rechter gaan om de uitvoering
ervan te eisen.
Bij niet-vrijwillige uitvoering van de verbintenis dwangsom mogelijk
Verschil met andere verbintenissen die niet in rechte kunnen worden
afgedwongen
o Natuurlijke verbintenis, vriendschappelijk afspraken...
1
Zie hoofdstuk II, afdeling 1, §2.
, Vb. Je spreekt af om met uw beste vriend naar het café te
gaan. Er komt iets tussen en het gaat toch niet door. Dit was
een louter vriendschappelijke afspraak waardoor dit niet in
rechte afdwingbaar is.