100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting fiscaal boekhouden HBO

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
12
Geüpload op
15-01-2022
Geschreven in
2020/2021

Samenvatting fiscaal boekhouden HBO

Instelling
Vak









Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
15 januari 2022
Aantal pagina's
12
Geschreven in
2020/2021
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Samenvatting Fiscaal Boekhouden Semester 3.1
1 Inleiding Omzetbelasting

1.1 Inleiding Omzetbelasting
-

1.2 Karakter Omzetbelasting
De Omzetbelasting is een indirecte verbruiksbelasting. De eindgebruiker wordt belast.

Voor de werkbaar- en controleerbaarheid is ervoor gekozen om de ondernemer als belastingplichtige
aan te wijzen. Om de OB te kunnen innen wordt dus van de ondernemer als tussenpersoon gebruik
gemaakt.
Alleen binnenlandse bestedingen worden door de heffing van omzetbelasting getroffen.

1.3 De Wet op de Omzetbelasting 1968
Met betrekking tot de heffing van omzetbelasting moeten de volgende vragen gesteld worden:

 Wie?
 Wat?
 Waar?
 Waarover (inclusief vrijstellingen)?
 Hoeveel?

 Wie?
De belastingplichtige is de ondernemer, in de zin van de omzetbelasting.
Het ondernemersbegrip staat in art. 7 lid 1 en 2 onder a Wet OB 1968.
Volgens dit artikel is een ondernemer: een ieder die zelfstandig een bedrijf uitoefent.

Ieder: Rechtspersoon is irrelevant.
- Natuurlijke personen;
- Rechtspersonen;
- Combinaties zonder rechtspersoonlijkheid.

Dus: Al diegenen die in het maatschappelijk leven een zelfstandig bestaan voeren.

Zelfstandig:
- Niet in dienstbetrekking (geen werknemer);
- Eén opdrachtgever is geen beperking;
- De organisatie is de ondernemer, niet de directeur (is in loondienst).

Bedrijf:
- Organisatie van kapitaal en arbeid;
- Duurzaam streven;
- Deelname aan het economisch verkeer;
- Bevredigen van maatschappelijke behoeften (er is vraag naar)

GEEN WINSTVEREISTE
Bedrijf is ook:
- Beroep (art. 7 lid 2 – a Wet OB 1968);
- Exploitatie van vermogensbestanddelen (art. 7 lid 2 – b Wet OB 1968).
Geen ondernemerschap:

, - Incidentele deelname aan het economisch ruilverkeer;
- Uitsluitend leveringen en diensten in besloten kring verrichten;
- Uitsluitend prestaties om niet verrichten;
- Niet als zodanig handelen.

 Wat?
Na het vaststellen van ondernemerschap, moet worden vastgesteld welke prestatie wordt
verricht.

De omzetbelasting kent vier soorten prestaties die tot verschuldigdheid van OB leiden.
Dit zijn: leveringen, diensten, verwervingen en invoer (art. 1 Wet OB 1968).

De leveringen staan vermeld in art. 3 en art. 3a Wet OB.

In art. 3 lid 3 is een drietal fictieve leveringen gelijkgesteld met een levering onder
bezwarende titel:
1. Onttrekken van een goed uit zijn bedrijf voor andere dan bedrijfsdoeleinden;
2. Bestemmen voor bedrijfsdoeleinden van in het eigen bedrijf gemaakte goederen;
3. Het onder zich hebben van ondernemingsgoederen bij bedrijfsbeëindiging.

Art. 3 lid 8 Wet OB 1968: Geeft aan wanneer geen sprake is van het onttrekken van een goed
voor andere dan bedrijfsdoeleinden. Voorwaarde is dat het moet gaan om goederen van
geringe waarde, zoals het weggeven van monsters.

Art. 3 lid 1 – a: Hier wordt uitgegaan van het leveringsbegrip zoals we dat in het civiele recht
kennen, overdracht of overgang o.g.v. een overeenkomst.

Waar?
Na het vaststellen of er een levering of dienst is verricht door een ondernemer, moet men
zich vervolgens afvragen of die prestatie in Nederland heeft plaatsgevonden, anders komen
we niet aan heffing toe.

Levering vindt plaats waar het vervoer van de goederen aanvangt (art. 5 lid 1 – a Wet OB).
Worden de goederen niet vervoerd dan is de plaats van levering waar de overdracht van de
goederen plaatsvindt (art. 5 lid 1 – b wet OB).

Afwijkende regeling: Levering die valt onder art. 3 lid 1-f, geldt op grond van art. 5 lid 1-a een
afwijkende regeling, namelijk: niet de plaats waar het vervoer i.v.m. de levering aanvangt,
maar de plaats waar de goederen zich ten tijde van de levering bevinden.

Bij diensten moet er onderscheid gemaakt worden tussen b2b en b2c.
Hoofdregel bij b2b is dat de plaats van dienst is waar de afnemer van de dienst woont of is
gevestigd. (art. 6 Wet OB 1968)
Woont de afnemer van de dienst niet in NL, dan wordt de OB o.g.v. art. 12 lid 2 OB verlegd
naar de afnemer.




Uitzonderingen op de hoofdregel zijn:
$3.58
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
DrRay

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
DrRay Fontys Hogeschool
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
0
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
50
Laatst verkocht
-

0.0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen