Samenvatting Hoofdstuk 8 Semester 1.2
Hoofdstuk 8 Persoonsgebonden aftrek
8.1 Inleiding
Door het toestaan van de persoonsgebonden aftrek (PGA), heeft de wetgever rekening
gehouden met draagkrachtverminderende omstandigheden. De PGA is als volgt
samengesteld:
Uitgaven voor onderhoudsverplichtingen ……
Uitgaven voor levensonderhoud van kinderen ……
Uitgaven voor specifieke zorgkosten ……
Weekenduitgaven voor gehandicapten ……
Scholingsuitgaven ……
Uitgaven voor monumentenpanden ……
Aftrekbare giften ……
Het gedeelte van de persoonsgebonden aftrek van
voorafgaande jaren dat niet eerder in aanmerking is genomen …… +
persoonsgebonden aftrek ……
de persoonsgebonden aftrek wordt eerst in mindering gebracht op het inkomen in box 1. Als
de PGA hoger is dan het inkomen in box 1, mag het verschil worde afgetrokken van het
inkomen in box 3. Maar ook dit mag daardoor niet negatief worden. Een eventueel restant
wordt dan zo veel mogelijk ondergebracht in box 2.
Is het verzamelinkomen – dat is de som van de inkomens uit de drie boxen – lager dan de
persoonsgebonden aftrek, dan wordt het niet in aanmerking genomen bedrag door de
inspecteur vastgesteld.
8.3 Uitgaven voor onderhoudsverplichtingen
Tot de uitgaven voor onderhoudsverplichtingen behoren de uitgaven tot voorziening in het
levensonderhoud van personen met wie de belastingplichtige een persoonlijke band heeft.
De wet somt een zestal uitkeringen en verstrekkingen op:
a. Periodieke uitkeringen op grond van een rechtstreeks uit het familierecht
voortvloeiende verplichting (alimentatie)
b. Afkoopsommen die worden gedaan aan de gewezen echtgenoot
c. Kosten van bijstand die op grond van de Wet werk en bijstand zijn verhaald
d. Bedragen die worden voldaan in verband met de verplichte verrekening van
pensioenrechten, lijfrenten en andere inkomensvoorzieningen waarvan de betaald de
premies als uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aanmerking zijn genomen
e. In rechte vorderbare periodieke uitkeringen tot vergoeding van schade door het
derven van levensonderhoud
f. In rechte vorderbare periodieke uitkeringen die berusten op een dringende morele
verplichting tot voorziening in het onderhoud
Periodieke uitkeringen op grond van een rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende
verplichting
Dit zijn de alimentatie-uitkeringen van de ene ex-echtgenoot aan de andere. Betalingen voor
de kinderen vallen hier niet onder (rechte lijn). Ook uitgaven voor broers en zussen zijn
uitgesloten (tweede graad van de zijlijn).
Het ter beschikking stellen van een woning wordt dan gesteld op het eigenwoningforfait zoals
dat bij de eigenaar in aanmerking wordt genomen.
Hoofdstuk 8 Persoonsgebonden aftrek
8.1 Inleiding
Door het toestaan van de persoonsgebonden aftrek (PGA), heeft de wetgever rekening
gehouden met draagkrachtverminderende omstandigheden. De PGA is als volgt
samengesteld:
Uitgaven voor onderhoudsverplichtingen ……
Uitgaven voor levensonderhoud van kinderen ……
Uitgaven voor specifieke zorgkosten ……
Weekenduitgaven voor gehandicapten ……
Scholingsuitgaven ……
Uitgaven voor monumentenpanden ……
Aftrekbare giften ……
Het gedeelte van de persoonsgebonden aftrek van
voorafgaande jaren dat niet eerder in aanmerking is genomen …… +
persoonsgebonden aftrek ……
de persoonsgebonden aftrek wordt eerst in mindering gebracht op het inkomen in box 1. Als
de PGA hoger is dan het inkomen in box 1, mag het verschil worde afgetrokken van het
inkomen in box 3. Maar ook dit mag daardoor niet negatief worden. Een eventueel restant
wordt dan zo veel mogelijk ondergebracht in box 2.
Is het verzamelinkomen – dat is de som van de inkomens uit de drie boxen – lager dan de
persoonsgebonden aftrek, dan wordt het niet in aanmerking genomen bedrag door de
inspecteur vastgesteld.
8.3 Uitgaven voor onderhoudsverplichtingen
Tot de uitgaven voor onderhoudsverplichtingen behoren de uitgaven tot voorziening in het
levensonderhoud van personen met wie de belastingplichtige een persoonlijke band heeft.
De wet somt een zestal uitkeringen en verstrekkingen op:
a. Periodieke uitkeringen op grond van een rechtstreeks uit het familierecht
voortvloeiende verplichting (alimentatie)
b. Afkoopsommen die worden gedaan aan de gewezen echtgenoot
c. Kosten van bijstand die op grond van de Wet werk en bijstand zijn verhaald
d. Bedragen die worden voldaan in verband met de verplichte verrekening van
pensioenrechten, lijfrenten en andere inkomensvoorzieningen waarvan de betaald de
premies als uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aanmerking zijn genomen
e. In rechte vorderbare periodieke uitkeringen tot vergoeding van schade door het
derven van levensonderhoud
f. In rechte vorderbare periodieke uitkeringen die berusten op een dringende morele
verplichting tot voorziening in het onderhoud
Periodieke uitkeringen op grond van een rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende
verplichting
Dit zijn de alimentatie-uitkeringen van de ene ex-echtgenoot aan de andere. Betalingen voor
de kinderen vallen hier niet onder (rechte lijn). Ook uitgaven voor broers en zussen zijn
uitgesloten (tweede graad van de zijlijn).
Het ter beschikking stellen van een woning wordt dan gesteld op het eigenwoningforfait zoals
dat bij de eigenaar in aanmerking wordt genomen.
