Verpleegkundige methodiek en
vaardigheden thema 8
Diepe veneuze trombose (DVT)
Het is belangrijk om het verschil te weten of het probleem zich voordoet in een vene
of arterie, omdat beide een andere behandeling nodig hebben. Bij een vene moet het
bloed terug naar boven stromen (naar het hart). Bij een arterie moet het bloed naar
beneden stromen.
Een onvolledig vaatonderzoek kan leiden tot een verkeerde diagnose, wat kan leiden
tot verschillende amputaties. Teen, onder/ boven beenamputatie
Wat is trombose?
Vorming van een trombus of bloedstolsel in: het hart, een ader, een slagader
Wat is een veneuze trombose?
Een trombose in een ader (vene)
Wat is een diepe veneuze trombose?
Een trombus vorming in een diep gelegen ader waardoor deze ader gedeeltelijk of
geheel wordt afgesloten
Andere benamingen voor een diepe veneuze trombose:
- T flebiet
- Flebotrombose
- Diepe adertrombose
- Reistrombose
- Economy class syndrom
o Oorzaken van een diepe veneuze trombose:
Normaal gezien: gecompliceerd evenwicht tussen stolselvorming en het oplossen
ervan.
, 3 elementen kunnen dit evenwicht verstoren
= levensbedreigende DVT
3 elementen = triade of driehoek van Virchow
Één enkele afwijking van deze driehoek maakt van een persoon een risicopersoon
voor het ontwikkelen van diepe veneuze trombose
Het gevaar indien meer dan 1 factor aanwezig is.
1. Venostase/ veneuze stase of vertraging van de bloedstroom in de aders:
vertraging van de bloedstroom (kan lijden tot oedeem, vochtopstapeling).
er kan venostase zijn door:
- Verminderde stroomsnelheid in de venen door bijvoorbeeld: bedrust,
verlamming
- Bloedophoping in de venen bij bv: hartfunctieritmestoornissen of insufficiënte
perifere vaatkleppen.
2. Venewandbeschadiging: beschadiging van de vaatwand
Wanneer het endotheel beschadigd is, veroorzaakt dit zowel klontering en hechting
van bloedplaatjes als stimulering van stollingsfactoren
3. Gestegen bloedstolling/ hypercoagulabiliteit:
Stoornis in de bloedstolling.
Dit komt bijvoorbeeld voor bij:
KANKER,
Verhoogde viscositeit
Bestaan van een familiale tromboseneiging
Gebruik anticonseptie middelen
Dehydratatie
Bloedstollingsactivatie door operatie, trauma, brandwondes,…
>50% van de gehospitaliseerde patiënten lopen risico op veneuze trombo-embolie
= wanneer een trombose (bloedstolsel) gevormd wordt ergens in de bloedvaten en zich
,losmaakt van de vaatwand en zich ergens anders in de bloedcirculatie nestelt en daar
een bloedvat verstopt.
RISICOFACTOREN ELEMENT(EN) UIT DE DRIEHOEK VAN
VIRCHOW
Recente operatie Venostase
Trauma van het been Venostase
Immobilisatie (niet beweeglijk) Lang reizen (benen niet bewegen),
bedlegerig, gips onderste extremiteit
Immobiliteit Hemiplegie: na een cva sturen de hersenen
geen signalen meer naar de spieren. =
Trombus vormt zich bij voorkeur in verlamming van een lichaamsdeel.
verlamde ledematen Paraplegie: beschadigde zenuwen in de
benen, volledige verlamming vd benen
Zwangerschap en kraamperiode Venostase
Oestrogeen gebruik Verhoogde stolbaarheid bloed
(orale anticonceptie)
Obesitas Verhoogde stolbaarheid bloed
(meer aanmaak stollingsfactoren)
Maligniteit (kanker) Verhoogde stolbaarheid bloed
Varicosis = spataderen
Veneuze insuffiiëntie = kleppen die kapot
zijn in de bloedvaten (in de benen), er Venostase
ontstaat vochtophoping in de benen omdat
het bloed in de benen blijft in plaats van
naar het hart.
Recente tromboflebitis:
Aderontsteking, ontstaan door een stolsel Venewandbeschadiging
Erfelijke en verworven trombofilie Verhoogde stolbaarheid bloed
(verhoogde neiging tot het krijgen van een
trombose)
Oudere leeftijd
Longembolie: een stolsel sluit een bloedvat in de longen af. Een gedeelte van de long valt
gedeeltelijk of blijvend uit. Doordat 1 of meerdere longslagaders verstopt zitten door
bloedklonter(s) die via de bloedstroom in de longen terecht komen. Dit is vaak het gevolg
van een trombose ergens anders in het lichaam, waarbij een stolsel deels of geheel
losgeraakt. Dit stolsel wordt vervolgens meegevoerd met het aderlijk bloed en komt via de
rechterzijde van het hart in de longen terecht.
o Voorkomen van een diepe veneuze trombose
80 procent van de patiënten met een DVT toont geen opvallende klinische
verschijnselen. Het eerste ergste symptoom van een beentrombose is een longembolie
75 % vd postoperatieve DVT ontstaan in de kuitvenen
o Soorten diepe veneuze trombose
, Onderbeentrombose
Bekken- en bovenbeentrombose
o Symptomen diepe veneuze trombose
!!Groot probleem o.w.v. de grote variatie:
o van géén of minimale klachten
o via lichte zwelling van de enkel
o tot een extreem gezwollen been
Meest algemene verschijnsel:
o asymmetrisch en
o licht eenzijdig oedeem
o in 1 van beide benen
Gevoeligheid of lichte kuitpijn bij het lopen
Warm aanvoelen van achterkant van de kuit
Roodheid, subfebriele T°(temperatuursverhoging), polsversnelling, …
Klachten au serieux nemen!!!
Diagnosestelling op basis van klachten en kliniek niet mogelijk:
Aanvullende onderzoeken nodig
o Grootste risico van DVT = longembolie
o Wanneer een trombus wordt gemobiliseerd en zich vestigt in een ander
circulatoir gebied, spreekt men van een embolie. Wanneer een veneuze
trombose loskomt zal dit een embolie veroorzaken in de longen; hoe
groter het embool, hoe eerder hij vastloopt en hoe groter het longinfarct.
Wanneer na de vliegtuiglanding, de reiziger opnieuw begint te bewegen,
kunnen gevormde bloedklonters loskomen en meegevoerd worden naar de
longen.
vaardigheden thema 8
Diepe veneuze trombose (DVT)
Het is belangrijk om het verschil te weten of het probleem zich voordoet in een vene
of arterie, omdat beide een andere behandeling nodig hebben. Bij een vene moet het
bloed terug naar boven stromen (naar het hart). Bij een arterie moet het bloed naar
beneden stromen.
Een onvolledig vaatonderzoek kan leiden tot een verkeerde diagnose, wat kan leiden
tot verschillende amputaties. Teen, onder/ boven beenamputatie
Wat is trombose?
Vorming van een trombus of bloedstolsel in: het hart, een ader, een slagader
Wat is een veneuze trombose?
Een trombose in een ader (vene)
Wat is een diepe veneuze trombose?
Een trombus vorming in een diep gelegen ader waardoor deze ader gedeeltelijk of
geheel wordt afgesloten
Andere benamingen voor een diepe veneuze trombose:
- T flebiet
- Flebotrombose
- Diepe adertrombose
- Reistrombose
- Economy class syndrom
o Oorzaken van een diepe veneuze trombose:
Normaal gezien: gecompliceerd evenwicht tussen stolselvorming en het oplossen
ervan.
, 3 elementen kunnen dit evenwicht verstoren
= levensbedreigende DVT
3 elementen = triade of driehoek van Virchow
Één enkele afwijking van deze driehoek maakt van een persoon een risicopersoon
voor het ontwikkelen van diepe veneuze trombose
Het gevaar indien meer dan 1 factor aanwezig is.
1. Venostase/ veneuze stase of vertraging van de bloedstroom in de aders:
vertraging van de bloedstroom (kan lijden tot oedeem, vochtopstapeling).
er kan venostase zijn door:
- Verminderde stroomsnelheid in de venen door bijvoorbeeld: bedrust,
verlamming
- Bloedophoping in de venen bij bv: hartfunctieritmestoornissen of insufficiënte
perifere vaatkleppen.
2. Venewandbeschadiging: beschadiging van de vaatwand
Wanneer het endotheel beschadigd is, veroorzaakt dit zowel klontering en hechting
van bloedplaatjes als stimulering van stollingsfactoren
3. Gestegen bloedstolling/ hypercoagulabiliteit:
Stoornis in de bloedstolling.
Dit komt bijvoorbeeld voor bij:
KANKER,
Verhoogde viscositeit
Bestaan van een familiale tromboseneiging
Gebruik anticonseptie middelen
Dehydratatie
Bloedstollingsactivatie door operatie, trauma, brandwondes,…
>50% van de gehospitaliseerde patiënten lopen risico op veneuze trombo-embolie
= wanneer een trombose (bloedstolsel) gevormd wordt ergens in de bloedvaten en zich
,losmaakt van de vaatwand en zich ergens anders in de bloedcirculatie nestelt en daar
een bloedvat verstopt.
RISICOFACTOREN ELEMENT(EN) UIT DE DRIEHOEK VAN
VIRCHOW
Recente operatie Venostase
Trauma van het been Venostase
Immobilisatie (niet beweeglijk) Lang reizen (benen niet bewegen),
bedlegerig, gips onderste extremiteit
Immobiliteit Hemiplegie: na een cva sturen de hersenen
geen signalen meer naar de spieren. =
Trombus vormt zich bij voorkeur in verlamming van een lichaamsdeel.
verlamde ledematen Paraplegie: beschadigde zenuwen in de
benen, volledige verlamming vd benen
Zwangerschap en kraamperiode Venostase
Oestrogeen gebruik Verhoogde stolbaarheid bloed
(orale anticonceptie)
Obesitas Verhoogde stolbaarheid bloed
(meer aanmaak stollingsfactoren)
Maligniteit (kanker) Verhoogde stolbaarheid bloed
Varicosis = spataderen
Veneuze insuffiiëntie = kleppen die kapot
zijn in de bloedvaten (in de benen), er Venostase
ontstaat vochtophoping in de benen omdat
het bloed in de benen blijft in plaats van
naar het hart.
Recente tromboflebitis:
Aderontsteking, ontstaan door een stolsel Venewandbeschadiging
Erfelijke en verworven trombofilie Verhoogde stolbaarheid bloed
(verhoogde neiging tot het krijgen van een
trombose)
Oudere leeftijd
Longembolie: een stolsel sluit een bloedvat in de longen af. Een gedeelte van de long valt
gedeeltelijk of blijvend uit. Doordat 1 of meerdere longslagaders verstopt zitten door
bloedklonter(s) die via de bloedstroom in de longen terecht komen. Dit is vaak het gevolg
van een trombose ergens anders in het lichaam, waarbij een stolsel deels of geheel
losgeraakt. Dit stolsel wordt vervolgens meegevoerd met het aderlijk bloed en komt via de
rechterzijde van het hart in de longen terecht.
o Voorkomen van een diepe veneuze trombose
80 procent van de patiënten met een DVT toont geen opvallende klinische
verschijnselen. Het eerste ergste symptoom van een beentrombose is een longembolie
75 % vd postoperatieve DVT ontstaan in de kuitvenen
o Soorten diepe veneuze trombose
, Onderbeentrombose
Bekken- en bovenbeentrombose
o Symptomen diepe veneuze trombose
!!Groot probleem o.w.v. de grote variatie:
o van géén of minimale klachten
o via lichte zwelling van de enkel
o tot een extreem gezwollen been
Meest algemene verschijnsel:
o asymmetrisch en
o licht eenzijdig oedeem
o in 1 van beide benen
Gevoeligheid of lichte kuitpijn bij het lopen
Warm aanvoelen van achterkant van de kuit
Roodheid, subfebriele T°(temperatuursverhoging), polsversnelling, …
Klachten au serieux nemen!!!
Diagnosestelling op basis van klachten en kliniek niet mogelijk:
Aanvullende onderzoeken nodig
o Grootste risico van DVT = longembolie
o Wanneer een trombus wordt gemobiliseerd en zich vestigt in een ander
circulatoir gebied, spreekt men van een embolie. Wanneer een veneuze
trombose loskomt zal dit een embolie veroorzaken in de longen; hoe
groter het embool, hoe eerder hij vastloopt en hoe groter het longinfarct.
Wanneer na de vliegtuiglanding, de reiziger opnieuw begint te bewegen,
kunnen gevormde bloedklonters loskomen en meegevoerd worden naar de
longen.
