Sociale zekerheid
Sociale instituties
Hoofdstuk 2: Sociale zekerheid
1. Organisatie van de sociale zekerheid
Sociale zekerheid:
Het geheel van maatregelen en instellingen dat tot doel heeft aan elke burger voldoende
bestaansmiddelen te waarborgen, op momenten dat zijn bestaanszekerheid door bepaalde sociale
risico’s wordt bedreigd.
Sociale verzekeringen
Doel:
Financiële gevolgen van enkele risico’s voor werkenden (en hun gezin) ondervangen.
Twee soorten uitkeringen:
- Vervangingsinkomens: Vervangend inkomen
Werkloos door ziekte of ouderdom
Loonsgekoppeld
Min en max
- Inkomensaanvullende uitkering: Compenseren kosten
Staat los van inkomen (vast bedrag)
Drie aparte stelsels:
- Werknemers (privé): Bijdrage van werknemers en werkgevers
- Zelfstandigen: Enkel ziekteverzekering, pensioenen, kinderbijslag
- Ambtenaren (overheid)
Sociale bijstand
Voor hen die tussen de mazen van het net vallen en niet kunnen terugvallen op het systeem van
sociale zekerheid.
Bestandssysteem:
- Onderzoek naar bestaansmiddelen
- Geen inkomen via arbeid mogelijk
- Bestaan van behoefte (geen bijdrage)
Gewaarborgd minimumloon:
- Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO)
- Tegemoetkoming voor personen met een handicap
- Gewaarborgde gezinsbijslag
- Leefloon
Discretionaire financiële en materiële steun van het OCMW
1
, Sociale zekerheid
Sociale verzekering: Sociale bijstand:
Recht: Door het betalen van bijdragen Recht: Door het bestaan van een behoefte
Financieringsbron: Bijdragen op het loon Financieringsbron: Belastinggeld
(sociale bijdrage)
Schema’s
Sociale verzekeringen + sociale bijstand = sociale bescherming
Zie cursus
Welke instellingen – overheidsinstellingen – primair netwerk
- Inning en verdeling sociale bijdragen: RSZ, RSVZ
- RIZIV: ziekte- en invaliditeitsverzekering
- RVA: werkloosheid
- Federale Pensioendienst (FPD): pensioensector
- FAMIFED: kinderbijslag
- FEDRIS: beroepsrisico's,
- RJV: jaarlijkse vakantie,
- FOD: Sociale Zekerheid voor de tegemoetkomingen voor personen met een handicap en het
leefloon
- RSVZ: regeling voor zelfstandigen
Welke instellingen – middenveld controleert door de overheid – secundair netwerk
- De ziekenfondsen: ziekte- en invaliditeitsverzekering
- Vakbonden ((ACV, ACLVB, ABVV) + HVW: werkloosheidsuitkeringen
- De bijzondere vakantiefondsen: jaarlijkse vakantie
- Verzekeringsmaatschappijen: arbeidsongevallen
- sociale verzekeringsfondsen voor zelfstandigen (bijdragen van hun leden, pensioenen,
kinderbijslag en tegen faillissement: zelfstandigen
- Kinderbijslagfondsen: kinderbijslag
Sociale zekerheid – welke bijdrage
Werknemers (privésector)
- Werknemers en werkgever doen sociale bijdrage
2
Sociale instituties
Hoofdstuk 2: Sociale zekerheid
1. Organisatie van de sociale zekerheid
Sociale zekerheid:
Het geheel van maatregelen en instellingen dat tot doel heeft aan elke burger voldoende
bestaansmiddelen te waarborgen, op momenten dat zijn bestaanszekerheid door bepaalde sociale
risico’s wordt bedreigd.
Sociale verzekeringen
Doel:
Financiële gevolgen van enkele risico’s voor werkenden (en hun gezin) ondervangen.
Twee soorten uitkeringen:
- Vervangingsinkomens: Vervangend inkomen
Werkloos door ziekte of ouderdom
Loonsgekoppeld
Min en max
- Inkomensaanvullende uitkering: Compenseren kosten
Staat los van inkomen (vast bedrag)
Drie aparte stelsels:
- Werknemers (privé): Bijdrage van werknemers en werkgevers
- Zelfstandigen: Enkel ziekteverzekering, pensioenen, kinderbijslag
- Ambtenaren (overheid)
Sociale bijstand
Voor hen die tussen de mazen van het net vallen en niet kunnen terugvallen op het systeem van
sociale zekerheid.
Bestandssysteem:
- Onderzoek naar bestaansmiddelen
- Geen inkomen via arbeid mogelijk
- Bestaan van behoefte (geen bijdrage)
Gewaarborgd minimumloon:
- Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO)
- Tegemoetkoming voor personen met een handicap
- Gewaarborgde gezinsbijslag
- Leefloon
Discretionaire financiële en materiële steun van het OCMW
1
, Sociale zekerheid
Sociale verzekering: Sociale bijstand:
Recht: Door het betalen van bijdragen Recht: Door het bestaan van een behoefte
Financieringsbron: Bijdragen op het loon Financieringsbron: Belastinggeld
(sociale bijdrage)
Schema’s
Sociale verzekeringen + sociale bijstand = sociale bescherming
Zie cursus
Welke instellingen – overheidsinstellingen – primair netwerk
- Inning en verdeling sociale bijdragen: RSZ, RSVZ
- RIZIV: ziekte- en invaliditeitsverzekering
- RVA: werkloosheid
- Federale Pensioendienst (FPD): pensioensector
- FAMIFED: kinderbijslag
- FEDRIS: beroepsrisico's,
- RJV: jaarlijkse vakantie,
- FOD: Sociale Zekerheid voor de tegemoetkomingen voor personen met een handicap en het
leefloon
- RSVZ: regeling voor zelfstandigen
Welke instellingen – middenveld controleert door de overheid – secundair netwerk
- De ziekenfondsen: ziekte- en invaliditeitsverzekering
- Vakbonden ((ACV, ACLVB, ABVV) + HVW: werkloosheidsuitkeringen
- De bijzondere vakantiefondsen: jaarlijkse vakantie
- Verzekeringsmaatschappijen: arbeidsongevallen
- sociale verzekeringsfondsen voor zelfstandigen (bijdragen van hun leden, pensioenen,
kinderbijslag en tegen faillissement: zelfstandigen
- Kinderbijslagfondsen: kinderbijslag
Sociale zekerheid – welke bijdrage
Werknemers (privésector)
- Werknemers en werkgever doen sociale bijdrage
2