Dans
1. Werkvormen dans
1.1. Leerkern
Werkvorm 1: Creatieve dans:
Dansexpressie:
- Het bewegen op muziek en uiten van belevingstoestanden via het lichaam staan centraal.
- Ontwikkelt de natuurlijke bewegingsmogelijkheden van een kind op een speelse, maar
bewuste wijze.
Dans-/bewegingsverhaal:
- Dansopdrachten worden vanuit een verhaal gecreëerd.
- Geschikt voor iedere leeftijdsgroep
- Aandachtspunten voor verhaal:
o Accent op bewegen en dansen
o Diepgang in dansopdrachten
o Vlot verloop van het geheel
Dansimprovisatie:
- Improviseren dans met zelfgekozen of opgegeven bewegingen
- Oudere kleuters
- Zorg voor voldoende structuur
Dansen met materialen:
- Vanuit opdrachten verzinnen kleuters bewegingen met het aangeboden materiaal
- Kan met of zonder muziek
Werkvorm 2: Dans ontwerpen
Bewegingsreeks:
- Gestructureerde aaneenschakeling van dansante bewegingen
- Je doorloopt volgende stappen:
o Bewegingen zoeken/verzinnen met kleuters (verzinnen)
o Bewegingen dansbaar maken (verfijnen)
o Bewegingen na elkaar plaatsen in een volgorde (ordenen)
Danspartituur:
- Vanuit grafisch partituur ontwerpen kleuters eens dans met daarin bewegingen
- Verschillende manieren:
o Duplopartituur
o Touwpartituur
o Tekeningen/fotopartituur
Danslabo:
- Zelfontworpen, gestructureerde kleuterdansen met inbreng van de kleuters
- Wordt op het moment van de activiteit gemaakt
1
, Werkvorm 3: Gestructureerde dans
Kennismaken met dansstijlen:
- Wanneer je kennis hebt over verschillende dansstijlen naar de klas brengen
- Besteed voldoende aandacht aan het aanleren van de passen
- Technische vaardigheid
Kinderdans:
- Gestructureerde dans met min of meer vaste structuur
- Gebaseerd op bestaande kindervolksdansen, maar aangepast
- Jij hebt dans ontworpen en leert dit stap voor stap aan
- Aandachtspunten:
o Vul moeilijke bewegingen gerust aan met sprekende beelden
o Leer eerst bewegingen aan, nadien in juiste opstelling
Werkvorm 4: Dans beschouwen
Kijken naar en praten over dans
Werkvorm 5: dansspel
Spelvormen waarin bewegen en dansen een centrale rol speelt. Vaak ook een aantal spelregels.
Aandachtspunten:
- Speel spel meerdere keren
- Gekend dansspel kan je ook in hoek aanbieden
1.2. Groeilijnen vanuit werkvormen en bouwstenen voor kleuters
Doorheen de kleuterleeftijd Groeilijnen opstellen waardoor kleuters werkvormen en bouwstenen
onder de knie krijgen.
Je kan dit ook gebruiken om na te gaan welk niveau je kan verwachten van een kleuter
1.3. Waarom is (kleuters)dans zo belangrijk?
- Er wordt rekening gehouden met de ontwikkelingsmogelijkheden v/d kleuter en geen technische
vaardigheden die buiten hun mogelijkheden liggen.
- Dansvormen waarbij kleuters actief betrokken kunnen worden.
- Eenvoudig link gemaakt worden met andere domeinen of leergebieden.
1.4. Didactiek en methodiek
Hoe beginsituatie achterhalen?
- Niveau van de kleuters
- Keuze van de bewegingen
- Keuze van de muziek
- Opstelling
2
1. Werkvormen dans
1.1. Leerkern
Werkvorm 1: Creatieve dans:
Dansexpressie:
- Het bewegen op muziek en uiten van belevingstoestanden via het lichaam staan centraal.
- Ontwikkelt de natuurlijke bewegingsmogelijkheden van een kind op een speelse, maar
bewuste wijze.
Dans-/bewegingsverhaal:
- Dansopdrachten worden vanuit een verhaal gecreëerd.
- Geschikt voor iedere leeftijdsgroep
- Aandachtspunten voor verhaal:
o Accent op bewegen en dansen
o Diepgang in dansopdrachten
o Vlot verloop van het geheel
Dansimprovisatie:
- Improviseren dans met zelfgekozen of opgegeven bewegingen
- Oudere kleuters
- Zorg voor voldoende structuur
Dansen met materialen:
- Vanuit opdrachten verzinnen kleuters bewegingen met het aangeboden materiaal
- Kan met of zonder muziek
Werkvorm 2: Dans ontwerpen
Bewegingsreeks:
- Gestructureerde aaneenschakeling van dansante bewegingen
- Je doorloopt volgende stappen:
o Bewegingen zoeken/verzinnen met kleuters (verzinnen)
o Bewegingen dansbaar maken (verfijnen)
o Bewegingen na elkaar plaatsen in een volgorde (ordenen)
Danspartituur:
- Vanuit grafisch partituur ontwerpen kleuters eens dans met daarin bewegingen
- Verschillende manieren:
o Duplopartituur
o Touwpartituur
o Tekeningen/fotopartituur
Danslabo:
- Zelfontworpen, gestructureerde kleuterdansen met inbreng van de kleuters
- Wordt op het moment van de activiteit gemaakt
1
, Werkvorm 3: Gestructureerde dans
Kennismaken met dansstijlen:
- Wanneer je kennis hebt over verschillende dansstijlen naar de klas brengen
- Besteed voldoende aandacht aan het aanleren van de passen
- Technische vaardigheid
Kinderdans:
- Gestructureerde dans met min of meer vaste structuur
- Gebaseerd op bestaande kindervolksdansen, maar aangepast
- Jij hebt dans ontworpen en leert dit stap voor stap aan
- Aandachtspunten:
o Vul moeilijke bewegingen gerust aan met sprekende beelden
o Leer eerst bewegingen aan, nadien in juiste opstelling
Werkvorm 4: Dans beschouwen
Kijken naar en praten over dans
Werkvorm 5: dansspel
Spelvormen waarin bewegen en dansen een centrale rol speelt. Vaak ook een aantal spelregels.
Aandachtspunten:
- Speel spel meerdere keren
- Gekend dansspel kan je ook in hoek aanbieden
1.2. Groeilijnen vanuit werkvormen en bouwstenen voor kleuters
Doorheen de kleuterleeftijd Groeilijnen opstellen waardoor kleuters werkvormen en bouwstenen
onder de knie krijgen.
Je kan dit ook gebruiken om na te gaan welk niveau je kan verwachten van een kleuter
1.3. Waarom is (kleuters)dans zo belangrijk?
- Er wordt rekening gehouden met de ontwikkelingsmogelijkheden v/d kleuter en geen technische
vaardigheden die buiten hun mogelijkheden liggen.
- Dansvormen waarbij kleuters actief betrokken kunnen worden.
- Eenvoudig link gemaakt worden met andere domeinen of leergebieden.
1.4. Didactiek en methodiek
Hoe beginsituatie achterhalen?
- Niveau van de kleuters
- Keuze van de bewegingen
- Keuze van de muziek
- Opstelling
2