1.3 Misdaden en wanbedrijven tegen personen
OPZETTELIJK
1.3.1 Wat is opzettelijk in dit verband?
Wetens en willens zonder dat men de gevolgen ervan gewild heeftopzettelijke daad
Geen speciaal motief of drijfveer
- Doodslag= het doden met de bedoeling om te doden
- Moord= doodslag met voorbedachten rade
- Oudermoord= doodslag op bloedverwant (= verzwarende omstandigheid)
- Kindermoord= doodslag op een kind bij de geboorte (wordt niet altijd gestraft als moord)
- Vergiftiging= doodslag door middel van stoffen die de dood kunnen teweeg brengen
- Opzettelijk doden= opzettelijke slagen en verwondingen toebrengen, zonder de bedoeling
hem te doden
1.3.2 Opzettelijk toebrengen van slagen en verwondingen
- Slag/verwonding= elk uitwendig of inwendig letsel dat van buiten het lichaam is toegebracht
( hoeft niet altijd fysieke gevolgen te hebben)
- Opzettelijk= met wetens en willens
1.3.3 De verzwarende omstandigheden
Objectieve verzwarende omstandigheden
- Toegepast op alle daders en mededaders
- Hebben te maken met de gevolgen van slagen en verwondingen
- Vb.: ziekte, ongeschiktheid tot persoonlijke arbeid, de dood
Subjectieve verzwarende omstandigheden
- Voorbedachtheid= vooraf plannen gemaakt + overlegd + een zekere tijd tussen beslissing en
misdrijf
- Enkel toegepast op de dader
- Vb.: tegen bloedverwanten, minderjarigen, echtgenoot
Specifiek verzwarende omstandigheden
- Om agressie te voorkomen tegen personen die opdrachten van collectief belang vervullen
1.3.4 Kwaadwillige verkeersbelemmering
- Door enige handeling die het verkeer gevaarlijk kan maken of die ongevallen kan
veroorzaken
1.3.5 Verminking van de genitaliën van een persoon van het vrouwelijk
geslacht
- Iedereen die eender welke vorm van verminking van de genitaliën van een persoon van het
vrouwelijk geslacht uitvoert, vergemakkelijkt of bevorderd
, 1.3.6 Verschoningsgronden
- Uitlokking= strafverminderende verschoningsgrond
- Het afweren, overdag, beklimming of braak van bewoonde plaatsen
- Weerlegbaar vermoeden
1.3.7 Rechtvaardigingsgronden
- Zie codex
1.3.8 Foltering, onmenselijke behandeling en onterende behandeling
- Foltering= elke opzettelijke onmenselijke behandeling die hevige pijn of ernstig en vreselijk
lichamelijk of geestelijk lijden veroorzaakt.
- Onterende behandeling= elke behandeling die in de ogen van het slachtoffer of van derden
een ernstige krenking of aantasting van de menselijke waardigheid uitmaakt.
ONOPZETTELIJK
1.4.1 Gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg: de fout
- Zwaarte van de fout is belangrijk
- Fout= afhankelijk van de persoon die hem maakt
- Gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg
Actief handelen
De nalatigheid
1.4.2 Letsels of de dood
- Als het gevolg van gebrek aan voorzichtigheid en voorzorg enkel letsels veroorzaakt is art.
420 SW van toepassing.
- Besmet worden met HIV is ook een fysiek letsel
1.4.3 Het oorzakelijk verband
- Causaal verband tussen fout en slagen/verwondingen/dood noodzakelijk
- Meerdere daders allen strafbaar
1.4.4 Verschoningsgronden
- Geen verschoningsgronden
1.4.5 Rechtvaardigingsgronden
- Niet uitdrukkelijk voorzien, maar kunnen zich wel voordoen
1.4.6 Verzwarende omstandigheid: verkeersongeval
- Zwaardere straffen
1.4.7 Specifieke gevallen
- Vergiftiging schadelijke stoffen toedienen
OPZETTELIJK
1.3.1 Wat is opzettelijk in dit verband?
Wetens en willens zonder dat men de gevolgen ervan gewild heeftopzettelijke daad
Geen speciaal motief of drijfveer
- Doodslag= het doden met de bedoeling om te doden
- Moord= doodslag met voorbedachten rade
- Oudermoord= doodslag op bloedverwant (= verzwarende omstandigheid)
- Kindermoord= doodslag op een kind bij de geboorte (wordt niet altijd gestraft als moord)
- Vergiftiging= doodslag door middel van stoffen die de dood kunnen teweeg brengen
- Opzettelijk doden= opzettelijke slagen en verwondingen toebrengen, zonder de bedoeling
hem te doden
1.3.2 Opzettelijk toebrengen van slagen en verwondingen
- Slag/verwonding= elk uitwendig of inwendig letsel dat van buiten het lichaam is toegebracht
( hoeft niet altijd fysieke gevolgen te hebben)
- Opzettelijk= met wetens en willens
1.3.3 De verzwarende omstandigheden
Objectieve verzwarende omstandigheden
- Toegepast op alle daders en mededaders
- Hebben te maken met de gevolgen van slagen en verwondingen
- Vb.: ziekte, ongeschiktheid tot persoonlijke arbeid, de dood
Subjectieve verzwarende omstandigheden
- Voorbedachtheid= vooraf plannen gemaakt + overlegd + een zekere tijd tussen beslissing en
misdrijf
- Enkel toegepast op de dader
- Vb.: tegen bloedverwanten, minderjarigen, echtgenoot
Specifiek verzwarende omstandigheden
- Om agressie te voorkomen tegen personen die opdrachten van collectief belang vervullen
1.3.4 Kwaadwillige verkeersbelemmering
- Door enige handeling die het verkeer gevaarlijk kan maken of die ongevallen kan
veroorzaken
1.3.5 Verminking van de genitaliën van een persoon van het vrouwelijk
geslacht
- Iedereen die eender welke vorm van verminking van de genitaliën van een persoon van het
vrouwelijk geslacht uitvoert, vergemakkelijkt of bevorderd
, 1.3.6 Verschoningsgronden
- Uitlokking= strafverminderende verschoningsgrond
- Het afweren, overdag, beklimming of braak van bewoonde plaatsen
- Weerlegbaar vermoeden
1.3.7 Rechtvaardigingsgronden
- Zie codex
1.3.8 Foltering, onmenselijke behandeling en onterende behandeling
- Foltering= elke opzettelijke onmenselijke behandeling die hevige pijn of ernstig en vreselijk
lichamelijk of geestelijk lijden veroorzaakt.
- Onterende behandeling= elke behandeling die in de ogen van het slachtoffer of van derden
een ernstige krenking of aantasting van de menselijke waardigheid uitmaakt.
ONOPZETTELIJK
1.4.1 Gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg: de fout
- Zwaarte van de fout is belangrijk
- Fout= afhankelijk van de persoon die hem maakt
- Gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg
Actief handelen
De nalatigheid
1.4.2 Letsels of de dood
- Als het gevolg van gebrek aan voorzichtigheid en voorzorg enkel letsels veroorzaakt is art.
420 SW van toepassing.
- Besmet worden met HIV is ook een fysiek letsel
1.4.3 Het oorzakelijk verband
- Causaal verband tussen fout en slagen/verwondingen/dood noodzakelijk
- Meerdere daders allen strafbaar
1.4.4 Verschoningsgronden
- Geen verschoningsgronden
1.4.5 Rechtvaardigingsgronden
- Niet uitdrukkelijk voorzien, maar kunnen zich wel voordoen
1.4.6 Verzwarende omstandigheid: verkeersongeval
- Zwaardere straffen
1.4.7 Specifieke gevallen
- Vergiftiging schadelijke stoffen toedienen