Ontwikkeling
Ontwikkeling: de geleidelijke verandering van lichaamsdelen en fysiologische kenmerken
tijdens de periode van bevruchting tot volwassenheid.
- De vorming van verschillende celtypen bij dit proces heet differentiatie.
- Begint bij bevruchting
Embryonale ontwikkeling: processen die plaatsvinden tijdens de eerste twee maanden na de
bevruchting.
Embryologie: het bestuderen van deze processen in het ontwikkelende organisme of embryo
Foetale ontwikkeling van de 9e week tot de geboorte. Na twee maanden wordt het embryo
in ontwikkeling een foetus.
De prenatale ontwikkeling -> embryonale + foetale ontwikkeling
Postnatale ontwikkeling: begint bij de geboorte en gaat door tot na de volwassenheid
Bevruchting
2 haploïde gameten (23 chromosomen) -> bevruchte eicel/zygote (46 chromosomen)
Spermacel: alleen mannelijke chromosomen
Vrouwelijke gameet: celorganellen, voedingsstoffen en genetische programmering
Capacitatie: proces dat zaadcellen doormaken bij passeren baarmoederslijmvlies
1. Eicel bij ovulatie
o Ovulatie: secundaire oocyt en het eerste poollichaampje vrij (beide zijn
omgeven door de corona radiata)
o De oocyt bevindt zich in de metafase van de meiose II
o Eicel in latente toestand
2. Bevruchting en activering oocyt
o Enzymen uit het acrosoom van verscheidene spermacellen maken openingen
in de corona radiata.
o Daarna maakt 1 enkele spermacel contact met de membraan van de eicel
o De membranen versmelten waardoor de eicel wordt geactiveerd
o De meiose wordt voltooid
3. Vorming pronucleus begint
o De spermacel wordt opgenomen in het cytoplasma
o De vrouwelijke pronucleus ontstaat
4. Vorming spoelfiguur en voorbereiding op klievingsdeling
o De mannelijke pronucleus ontstaat
o Spoeldraden verschijnen in voorbereiding op de eerste klievingsdeling
5. Amfimixis vindt plaats en de klievingsdeling begint
o Metafase van eerste klievingsdeling
o Amifiximis: versmelten mannelijke en vrouwelijke pronucleus
6. Cytokinese begint
o Ongeveer 30 uur na de bevruchting is de eerste klievingsdeling bijna voltooid.
,Trimesters
Eerste trimester: <16 weken
- Embryonale ontwikkeling
- Ontstaan belangrijkste orgaanstelsels
Tweede trimester: 16-27 weken
- Ontwikkeling bijna volgroeid
- Lichaamsverhoudingen veranderen
- Foetus omgeven door amnion groeit sneller dan placenta. Als buitenste oppervlak
van amnion tegen binnenste oppervlak van chorion aanligt, vergroeien ze
Derde trimester: >28 weken
- Snelle groei foetus en functioneel worden van orgaanstelsels
Klievingsdelingen
Delingen onmiddellijk na bevruchting: mitose deling
Dochtercellen die steeds kleiner worden: blastomeren
Zygote -> pre-embryo
Morula: na 3 dagen massief bolletje
Na 3 dagen naar baarmoeder
- Blastomeren -> blastocyten
- Blastocyte in contact met vloeistof in baarmoeder met voedingsstoffen
- Blastocyte volledig ontwikkeld -> contact endometrium
o Buitenste laag trofoblast: voeding, placenta, stimuleert HCG -> progesteron
o Binnenste laag is embryoblast: embryo
Bij volledig ontwikkelen contact met endometrium -> innesteling
Trofoblast gaan in het endometrium
Innesteling
Dag 7-10
Hechting blastocyte aan bekleding uterus
Oppervlakkig gelegen cellen delen snel, trofoblast wordt dik
Synctiotrofoblast: maakt HCG. Door verdwijning van klieren komen voedingsstoffen vrij die
naar het embryo gaan door middel van diffusie
Uitstulpingen van trofoblast groeien uit rond capillairen
Wanden capillairen afgebroken: bloed moeder in kanalen stromen
Scheidingslijn groter: amnionholte (met vloeistof gevuld compartiment)
Gastrulatie: op dag 12 derde laag cellen (ectoderm, mesoderm en endoterm)
,Vruchtvliezen
3 kiembladen vormen ook 4 vruchtvliezen die ontwikkeling ondersteunen
Dooierzak
- Eerste vruchtvlies
- Onderdeel van navelstreng voor voedingsstoffen
Amnion
- Vruchtwater wat omgeeft en beschermt
Allantois
- Later ontstaat hieruit urineblaas
- Deel van navelstreng voor voedingsstoffen
Chorion
- Bloedvaten ontstaan
Placenta: tijdelijke structuur in baarmoederwand die plaats biedt voor uitwisseling van
componenten tussen de bloedsomloop van foetus en de moeder
Functies placenta
- Uitwisseling moeder en kind
- Vormen barriere
- Hormonale functie
- Immunologische functie
Chorion: buitenste vlies tegen uteruswand
Amnion: binnenste vlies
- Beschermende werking
Placentatie: bloedvaten ontstaan in chorion rond buitenkant van blastocyte
Hechtsteel: verbinding embryo en chorion
- Distale gedeelten van allantois en bloedvaten die bloed naar en van placenta voeren
Dooiersteel: dunne verbinding tussen embryo en dooierzak
Navelstreng: allantois, bloedvaten, placenta en dooiersteel
O2 arm bloed van embryo naar placenta door aa. Umbilicales (2 slagaders)
O2 rijk bloed van moeder naar embryo door v. umbilicalis (1 ader)
Uitwisseling via chorionvlokken
, Hormonen
HCG
- Aanwijzing zwangerschap
- Gele lichaam in stand blijven
- Afgifte progesteron
- Bekleding endometrium goed functioneren
- Geen menstruatie
LH
- Gele lichaam in stand blijven
- Afgifte progesteron doorgaan
- Bekleding endometrium goed functioneren
- Geen menstruatie
- Stimuleert eisprong
FSH
- Groei en ontwikkeling van eicellen in eierstokken
- Groei en rijping van follikels
Progesteron
- Endometrium in stand
- Zwangerschap kan doorgaan
- Uitblijven menstruatie
- Opwekken melkproductie
- Remmen baarmoederspieren
Oestrogeen
- Opwekken weeën
- Uitblijven menstruatie
- Remming progesteron tegen
- Opwekken melkproductie
HPL
- Melkklieren voorbereiden
Relaxine
- Symphysis pubica losser: bekken oprekken
- Ostium uteri wijder: makkelijker vagina binnen gaan
- Begin weeën vertraagd door afgifte oxytocine onderdrukken
Oxytocine
- Vorming prostaglandine
- Toename contracties myometrium
- Remming progesteron tegen