Boek: De bestuurlijke kaart van de Europese Unie
Tentamenstof: hoofdstukken 1 tot en met 5, 11 en 13
Leerdoelen:
De student
- kan de relevantie van de EU en het internationaal recht voor de studie Integrale
Veiligheidskunde benoemen.
- Kan de belangrijkste taken en bevoegdheden van instellingen, die betrokken zijn bij de
voorbereiding, de totstandkoming en uitvoering van internationaal- en Europees Recht
benoemen, beschrijven en onderscheiden.
- kan de belangrijkste soorten wet- en regelgeving in het Internationaal en Europees Recht
benoemen, onderscheiden en aangeven van welke instellingen deze afkomstig zijn.
-kan benoemen op welke manier internationaal recht doorwerkt in het Nederlandse
rechtssysteem.
-kan wet- en regelgeving opzoeken en op de voorgeschreven wijze weergeven.
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 De geschiedenis van de Europese samenwerking........................................................................2
Hoofdstuk 2 De institutionele architectuur van de EU.....................................................................................5
Hoofdstuk 3 De Commissie en de agentschappen...........................................................................................6
Hoofdstuk 4 Het Europees Parlement............................................................................................................. 9
Hoofdstuk 5 De Raad en de Europese Raad.................................................................................................. 10
Hoofdstuk 11 Politiële en justitiële samenwerking.......................................................................................11
Europees Centrum voor Cyber Crime= houdt zich bezig met de bestrijding van cybercriminaliteit, zoals
diefstal van identiteit, creditfraude en kinderporno.....................................................................................12
Hoofdstuk 13 Veiligheid en defensie............................................................................................................ 12
, Hoofdstuk 1 De geschiedenis van de Europese
samenwerking
Logica van Machtsevenwicht= Uit vrees dat 1 enkele staat te machtige werd en andere zou
overheersen probeerden staten allianties te vormen als tegenmacht tegen potentieel
gevaarlijke staten. Bondgenootschappen en allianties konden snel veranderen en leidden tot
een veiligheidsdilemma.
Het veiligheidsdillema= Wapenwedloop leidt tot onzekerheid met betrekking tot de
interpretatie van acties van andere staten. Hierdoor ontstaan dillema’s van interpretatie en
reactie. Voorbeeld land A vergroot zijn wapenarsenaal, Land B voelt zich hierdoor bedreigt
en schaft meer en grotere wapens aan. Hierdoor voelt Land A zich weer bedreigt en koopt
nog grotere wapens.
Functionele Logica= Inzet op duurzame samenwerking door toenemende sectorintegratie. Er
zou stap voor stap vertrouwen worden opgebouwd in zichzelf, elkaar en het vermogen om
vrede en stabiliteit mogelijk te maken.
IJzeren gordijn en Koude oorlog: een
scheiding in Europa tussen het oosten
(sovjetunie) en het westen.
Marshallplan= Een door de VS opgezet
hulpprogramma voor de wederopbouw van
Europa, Dit was een heel omvangrijk plan.
Stalin wees enige betrokkenheid hierbij af.
In de eerste jaren na de oorlog lukte het nog
niet om supranationale samenwerking in
West-Europa tot stand te brengen.
Intergouvernementele samenwerking wel:
- Pact van Brussel
- Raad van Europa
- Organisatie voor Europese Economische Samenwerking
Schumanplan= plan bedacht door Robert Schuman (franse minister buitenlandse zaken) een
plan voor supranationale samenwerking in West-Europa. Schumanplan, waarin West-
Europese staten bevoegdheden op het gebied van de kolen- en staalproductie overdragen
aan een orgaan ‘boven’ de deelnemende staten (supranationale instelling).