Hoofdstuk 3: Zuid-Amerika.
Belangrijke begrippen voordat we echt gaan beginnen:
Platentektoniek: het bewegen van aardkorstplaten.
Oceanische korst: het buitenste laagje van de aarde dat bestaat uit stukken continent
Continentale korst: het buitenste laagje van de aarde dat bestaat uit stukken continent
Midoceanische rug: het minder diepe deel van de oceanen waar platen uit elkaar gaan en
vulkanisme optreedt
Stroomgebied: gebeid waarbinnen al het regen- en smeltwater via een hoofdrivier naar de zee
stroomt.
Landdegradatie: het afnemen van de kwaliteit van de bodem
Fossiele brandstoffen: de brandstoffen steenkool, bruinkool, aardolie en aardgas, die ontstaan zijn
uit miljoenen jaren oude resten van planten en dieren
Globalisering: Proces waarbij gebieden op aarde op tal terreinen (economisch, cultureel, sociaal en
politiek) steeds meer met elkaar verbonden raken
Handelsgewassen: gewassen die speciaal voor de handel geteeld worden
3.1 Regionale beeldvorming.
Een stereotype is een beeld dat mensen hebben gevormd op de basis van oordelen. Het is vaak kort
door de bocht, alles op een hoop gegooid. Vaak is niet alles correct.
Stereotype beelden komen voornamelijk tot stand door perceptie, dit is de manier waarop je op
basis van (on)juiste informatie de werkelijkheid inkleurt, de manier waarop je iets waarneemt en
ervaart.
Cultuurelementen spelen een belangrijke rol voor de stereotype beelden in Zuid-Amerika.
Een andere manier van kijken is door geografische beelden. Dit zijn objectieve en controleerbare
beelden die te maken hebben met de ligging van een gebied, of ruimtelijke kenmeren en relaties.
Deze kennis voorkomt dat je een vertekent beeld hebt van een plaats en haar inwoners.
Mental map: het beeld wat een individu van een bepaald land/plek in hun hoofd heeft opgeslagen.
, 3.2 Landschappen.
West: de actieve continentrand.
Zuid-Amerika bestaat uit meerdere aardplaten
(tektonische platen) Daarom vindt er veel
subductie plaats. Dit is een verschijnsel waarbij
een oceanische plaat wegduikt onder de aardkost.
Dit gaat vaak gepaard met aardbevingen, actief
vulkanisme en gebergtevorming.
Het Andesgebergte is ook een gevolg van deze
tektonische onrust.
Het Andesgebergte is een hooggebergte in het
Noordwesten van Zuid-Amerika, bestaand uit
meerdere bergen. Hiertussen liggen hoogvlaktes
of hoogland, een gebied met weinig reliëf, wat wel
vrij hoog ligt en zich vaak tussen gebergtes in
bevindt.
Door de subductie ontstaat er veel vulkanisch
gesteente zoals andesiet:
1. Oceanische plaat met sediment duikt
onder continent (subductie)
2. Diep genoeg smelt de plaat en vormt zich
dik magma met gas.
3. Het verse en hete magma stijgt op, vloeit
de aarde uit en stolt, dit vormt andesiet en
ander gesteente.
Bij de vorming van het Andesgebergte,
ontstond aan de oostkant zogenaamde
voorlandbekken. Dit is een lager stuk land waar
sentiment zich op verzamelt. Deze zijn ontstaan
omdat het enorme gewicht van het Andes
gebergte ze naar benden drukte.
Aan de Westkust zijn er bepaalde gebieden
waar de vulkanische activiteit wel meevalt. Dit
kan komen omdat de subductie hier niet
‘werkt’, of de aardkost niet diep genoeg gaat
om echt te smelten.
Oost: passieve continent rand.
In het Oosten zijn de plaatgrenzen tot rust. Ten
Oosten van het Andesgebergte liggen het
Guyana -en Braziliaanse schil, dit zijn de oudste
delen van het Zuid-Amerikaanse continent.
Belangrijke begrippen voordat we echt gaan beginnen:
Platentektoniek: het bewegen van aardkorstplaten.
Oceanische korst: het buitenste laagje van de aarde dat bestaat uit stukken continent
Continentale korst: het buitenste laagje van de aarde dat bestaat uit stukken continent
Midoceanische rug: het minder diepe deel van de oceanen waar platen uit elkaar gaan en
vulkanisme optreedt
Stroomgebied: gebeid waarbinnen al het regen- en smeltwater via een hoofdrivier naar de zee
stroomt.
Landdegradatie: het afnemen van de kwaliteit van de bodem
Fossiele brandstoffen: de brandstoffen steenkool, bruinkool, aardolie en aardgas, die ontstaan zijn
uit miljoenen jaren oude resten van planten en dieren
Globalisering: Proces waarbij gebieden op aarde op tal terreinen (economisch, cultureel, sociaal en
politiek) steeds meer met elkaar verbonden raken
Handelsgewassen: gewassen die speciaal voor de handel geteeld worden
3.1 Regionale beeldvorming.
Een stereotype is een beeld dat mensen hebben gevormd op de basis van oordelen. Het is vaak kort
door de bocht, alles op een hoop gegooid. Vaak is niet alles correct.
Stereotype beelden komen voornamelijk tot stand door perceptie, dit is de manier waarop je op
basis van (on)juiste informatie de werkelijkheid inkleurt, de manier waarop je iets waarneemt en
ervaart.
Cultuurelementen spelen een belangrijke rol voor de stereotype beelden in Zuid-Amerika.
Een andere manier van kijken is door geografische beelden. Dit zijn objectieve en controleerbare
beelden die te maken hebben met de ligging van een gebied, of ruimtelijke kenmeren en relaties.
Deze kennis voorkomt dat je een vertekent beeld hebt van een plaats en haar inwoners.
Mental map: het beeld wat een individu van een bepaald land/plek in hun hoofd heeft opgeslagen.
, 3.2 Landschappen.
West: de actieve continentrand.
Zuid-Amerika bestaat uit meerdere aardplaten
(tektonische platen) Daarom vindt er veel
subductie plaats. Dit is een verschijnsel waarbij
een oceanische plaat wegduikt onder de aardkost.
Dit gaat vaak gepaard met aardbevingen, actief
vulkanisme en gebergtevorming.
Het Andesgebergte is ook een gevolg van deze
tektonische onrust.
Het Andesgebergte is een hooggebergte in het
Noordwesten van Zuid-Amerika, bestaand uit
meerdere bergen. Hiertussen liggen hoogvlaktes
of hoogland, een gebied met weinig reliëf, wat wel
vrij hoog ligt en zich vaak tussen gebergtes in
bevindt.
Door de subductie ontstaat er veel vulkanisch
gesteente zoals andesiet:
1. Oceanische plaat met sediment duikt
onder continent (subductie)
2. Diep genoeg smelt de plaat en vormt zich
dik magma met gas.
3. Het verse en hete magma stijgt op, vloeit
de aarde uit en stolt, dit vormt andesiet en
ander gesteente.
Bij de vorming van het Andesgebergte,
ontstond aan de oostkant zogenaamde
voorlandbekken. Dit is een lager stuk land waar
sentiment zich op verzamelt. Deze zijn ontstaan
omdat het enorme gewicht van het Andes
gebergte ze naar benden drukte.
Aan de Westkust zijn er bepaalde gebieden
waar de vulkanische activiteit wel meevalt. Dit
kan komen omdat de subductie hier niet
‘werkt’, of de aardkost niet diep genoeg gaat
om echt te smelten.
Oost: passieve continent rand.
In het Oosten zijn de plaatgrenzen tot rust. Ten
Oosten van het Andesgebergte liggen het
Guyana -en Braziliaanse schil, dit zijn de oudste
delen van het Zuid-Amerikaanse continent.
