Stijl Kenmerk
1: De revolutionairen & het Neoclassicisme
Barok & Vlaamse Barok Kenmerken:
( voorbeelden p. 13-14 cursus) • Feestelijk en overdadig
• Sterke contrasten en overdreven
vertoon van pracht en praal
• Gebouwelementen zonder
constructieve funtie bijvoorbeeld
pliasters, lijsten, voluten frontons,..
• Bestuurde lichtinval en schaduw via
daklichten en koepellantaarns
Rococo Kenmerken:
( voorbeelden p. 15-16 cursus) • Assymetrische krullen
• Plantenmoteiven (vruchten, schelpen)
• Afkeer voor de rechre lijn
• speels
Classicerende barok Kenmerken:
( voorbeelden p. • Frankrijk
• strengere/sobere toepassing van Barok
en Rococo
• voorliefde voor Grieks & Romeins
Neo-classicisme Kenmerken:
( voorbeelden p. 27-36) • sobere, strenge geometrische volumes
(klassieke archi)
• herneming 5 klassieke bouwordes
• symmetrische composities & strenge
gevels met zuilenrijen. ( vaak driehoekig
fronton centraal in gevel)
• monumentaliteit
• BIJV: justitiepaleis, kerken, ..
De revolutionairen Algmene kenmerken:
( voorbeelden p. 22-23) • Grootse afmetingen (vaak niet
realiseerbaar)
• Cartesiaanse volumes (kubus, bol, etc)
• Classicistische stijlelementen
• Architecture parlante
• Instrumt voor uitvoereing Verlichting
Palladianisme Kenmerken:
( voorbeelden p. 32 cursus) • Voorloper neoclassicisme (italiaanse
renaissance)
• Alle zijden zichtbaar
• Gestapelde geometrische volumes
• Symmetrisch opgebouwd langs 2 assen
• Porticus
, 2: Neostijlen, eclecticisme en vroege architectuur van ijzer en glas
Vroeggotiek Kenmerken:
(cursus p.40) • Zelden beeldhouwwerk
• Lage spitsboog
• Hoog en smalle venster
• Bladeren naar onder krullend
• Versieringen: klaverblad, vierblad,
kruisbloem
• Borstweringen: sober met
klavervormige versiering in
rondboogvorm
Gotiek Kenmerken:
( voorbeelden cursus p. 42-45) • Sptisbogen
• Glasramen
• Baldakijnen en roosvensters
• Kerken & kathedralen
• Steunberen
• kruisribgewelf
Hooggotiek Kenmerken:
( cursus p.40) • zuilen: versierd kapiteel, niet rolvormig
• spitsboog is lichter en hoger
• vensters hebben grotere afmetingen
dan vroeggotiek en langs boven
Wimberg
• bladeren naar boven krullend
• versieringen: bijbelafbeeldingen
• borstweringen: zeer ingewikkelde
vormen met spitsborgige vier- en
klaverbladen
Laatgotiek Kenmerken:
(cursus p.40) • rolvormige kern in zuilen
• gewelfribben dalen tot op voetstuk
• gewelven zijn meer verdeeld door
ribben
• vensters hebben vlamvormige
traceringen gevormd door monelen
• bladeren naar boven krullend en meer
versierd
• overdreven versieringen
• borstweringen hebben vlamvormige
traceringen
Eclecticisme Kenmerken:
• teruggegregen naar vormen uit diverse
stijlperiodes
• Bijna willekeurig met elkaar vermengd
1: De revolutionairen & het Neoclassicisme
Barok & Vlaamse Barok Kenmerken:
( voorbeelden p. 13-14 cursus) • Feestelijk en overdadig
• Sterke contrasten en overdreven
vertoon van pracht en praal
• Gebouwelementen zonder
constructieve funtie bijvoorbeeld
pliasters, lijsten, voluten frontons,..
• Bestuurde lichtinval en schaduw via
daklichten en koepellantaarns
Rococo Kenmerken:
( voorbeelden p. 15-16 cursus) • Assymetrische krullen
• Plantenmoteiven (vruchten, schelpen)
• Afkeer voor de rechre lijn
• speels
Classicerende barok Kenmerken:
( voorbeelden p. • Frankrijk
• strengere/sobere toepassing van Barok
en Rococo
• voorliefde voor Grieks & Romeins
Neo-classicisme Kenmerken:
( voorbeelden p. 27-36) • sobere, strenge geometrische volumes
(klassieke archi)
• herneming 5 klassieke bouwordes
• symmetrische composities & strenge
gevels met zuilenrijen. ( vaak driehoekig
fronton centraal in gevel)
• monumentaliteit
• BIJV: justitiepaleis, kerken, ..
De revolutionairen Algmene kenmerken:
( voorbeelden p. 22-23) • Grootse afmetingen (vaak niet
realiseerbaar)
• Cartesiaanse volumes (kubus, bol, etc)
• Classicistische stijlelementen
• Architecture parlante
• Instrumt voor uitvoereing Verlichting
Palladianisme Kenmerken:
( voorbeelden p. 32 cursus) • Voorloper neoclassicisme (italiaanse
renaissance)
• Alle zijden zichtbaar
• Gestapelde geometrische volumes
• Symmetrisch opgebouwd langs 2 assen
• Porticus
, 2: Neostijlen, eclecticisme en vroege architectuur van ijzer en glas
Vroeggotiek Kenmerken:
(cursus p.40) • Zelden beeldhouwwerk
• Lage spitsboog
• Hoog en smalle venster
• Bladeren naar onder krullend
• Versieringen: klaverblad, vierblad,
kruisbloem
• Borstweringen: sober met
klavervormige versiering in
rondboogvorm
Gotiek Kenmerken:
( voorbeelden cursus p. 42-45) • Sptisbogen
• Glasramen
• Baldakijnen en roosvensters
• Kerken & kathedralen
• Steunberen
• kruisribgewelf
Hooggotiek Kenmerken:
( cursus p.40) • zuilen: versierd kapiteel, niet rolvormig
• spitsboog is lichter en hoger
• vensters hebben grotere afmetingen
dan vroeggotiek en langs boven
Wimberg
• bladeren naar boven krullend
• versieringen: bijbelafbeeldingen
• borstweringen: zeer ingewikkelde
vormen met spitsborgige vier- en
klaverbladen
Laatgotiek Kenmerken:
(cursus p.40) • rolvormige kern in zuilen
• gewelfribben dalen tot op voetstuk
• gewelven zijn meer verdeeld door
ribben
• vensters hebben vlamvormige
traceringen gevormd door monelen
• bladeren naar boven krullend en meer
versierd
• overdreven versieringen
• borstweringen hebben vlamvormige
traceringen
Eclecticisme Kenmerken:
• teruggegregen naar vormen uit diverse
stijlperiodes
• Bijna willekeurig met elkaar vermengd