Oefeningen personenbelasting
1) Bart is de trotse eigenaar van een gerenoveerde herenwoning gelegen te Hasselt met een
kadastraal inkomen van EUR 1.000 (geïndexeerd).
Daarnaast krijgt hij jaarlijks EUR 10.000 uit de verhuring van een appartement in Koksijde
(geïndexeerd kadastraal inkomen van 900). Hij heeft tijdens 2019 het appartement verhuurd
aan een vriend die er uitsluitend woont en geen beroepsactiviteiten in uitoefent.
Op 1 januari 2007 heeft hij een stuk grond gekregen van zijn ouders (waarde EUR 150.000).
Hij vindt een koper die bereid is om EUR 180.000 te betalen. Op 1 maart 2019 wordt de verkoop
gesloten.
Bereken de netto belastbare onroerende inkomsten voor AJ 2020. Verwijs telkens naar
het relevante wetsartikel.
2) Elio heeft een deel van zijn vermogen belegd. Hij heeft EUR 1.000 staan op zijn spaarboekje
(gereglementeerd spaardeposito). Gelet op de lage interestvoet (0,11%), levert hem dit voor
2019 slechts een bruto-interest op van EUR 1,1.
Daarnaast heeft hij enkele jaren geleden een levensverzekering afgesloten van het type tak 23.
Hij heeft elk jaar 1.000 gestort aan de verzekeraar, en dit gedurende 10 jaar. Op 1 oktober 2019
loopt de verzekeringstermijn af en krijgt hij 15.000 euro gestort op zijn rekening. Dat is een
meevaller, want Elio had op geen enkele manier garanties gekregen van de verzekeraar over
het te verwachten rendement.
Bereken de netto belastbare roerende inkomsten voor AJ 2020. Bespreek nadien de
invloed van evt. ingehouden roerende voorheffing. Verwijs telkens naar het relevante
wetsartikel.
1) Bart is de trotse eigenaar van een gerenoveerde herenwoning gelegen te Hasselt met een
kadastraal inkomen van EUR 1.000 (geïndexeerd).
Daarnaast krijgt hij jaarlijks EUR 10.000 uit de verhuring van een appartement in Koksijde
(geïndexeerd kadastraal inkomen van 900). Hij heeft tijdens 2019 het appartement verhuurd
aan een vriend die er uitsluitend woont en geen beroepsactiviteiten in uitoefent.
Op 1 januari 2007 heeft hij een stuk grond gekregen van zijn ouders (waarde EUR 150.000).
Hij vindt een koper die bereid is om EUR 180.000 te betalen. Op 1 maart 2019 wordt de verkoop
gesloten.
Bereken de netto belastbare onroerende inkomsten voor AJ 2020. Verwijs telkens naar
het relevante wetsartikel.
2) Elio heeft een deel van zijn vermogen belegd. Hij heeft EUR 1.000 staan op zijn spaarboekje
(gereglementeerd spaardeposito). Gelet op de lage interestvoet (0,11%), levert hem dit voor
2019 slechts een bruto-interest op van EUR 1,1.
Daarnaast heeft hij enkele jaren geleden een levensverzekering afgesloten van het type tak 23.
Hij heeft elk jaar 1.000 gestort aan de verzekeraar, en dit gedurende 10 jaar. Op 1 oktober 2019
loopt de verzekeringstermijn af en krijgt hij 15.000 euro gestort op zijn rekening. Dat is een
meevaller, want Elio had op geen enkele manier garanties gekregen van de verzekeraar over
het te verwachten rendement.
Bereken de netto belastbare roerende inkomsten voor AJ 2020. Bespreek nadien de
invloed van evt. ingehouden roerende voorheffing. Verwijs telkens naar het relevante
wetsartikel.