100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

samenvatting economie eerste bachelor sociaal werk

Rating
-
Sold
1
Pages
81
Uploaded on
28-12-2021
Written in
2021/2022

samenvatting voor het eerste semester van economie in de richting sociaal werk (compleet)

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 28, 2021
Number of pages
81
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

Economie – les 1
Inleiding – kennismaking
1. Wat is economie in praktijk?

VERHALEND ANTWOORD:
 Bestaan van levende wezens (ook mensen) willen van nature overleven
 Om te overleven – voldoen aan basisbehoeften (wat ik nodig heb)
- Voedsel
- Bescherming tegen barre weeromstandigheden
- Tegen gevaar

 Iets doen voor voldoen basisbehoeften
- Oermensen: verzamelen, jagen
- Neolithische revolutie: start landbouw & veeteelt

VERSCHIL:
Productie – natuur actief onderwerpen – meer menselijke planning
= mensheid begint de produceren,

 In die tijd, produceren om aan eigen basisbehoeften te voldoen
MAAR: na verloop van tijd

Ontstaan productieoverschotten
= meer produceren dat nodig is om aan eigen basisbehoeften te voldoen
Bv: meer graan dat gezin nodig heeft

HELAAS: nog geen bewaartechnieken
DUS: ruilen
= eigen teveel aan graan aan ander gezin geven in ruil voor hun teveel aan appels

 Ruilsysteem stoot op zijn beurt op beperkingen
DUS: ruilen vaak via grote omweg
= arbeidsintensief + onzekere toekomst

 Nood aan universeel ruilmiddel
- ontstaan van bijzonder goed: GELD
- stuk goud/ papier – heeft een waarde
- werken met symbool = geven allemaal zelfde betekenis eraan

 vanaf dan: ruil verbreden, systematiseren, meer tussenpersonen
 begin markt
= plek waar je iets kan ruilen tegen iets anders
= waar transacties plaats vinden

Met geld kopen & verkopen aan bepaalde drijven
= handel drijven – goederen & diensten
 levert winst op voor verkoper = producent = aanbieder

1

,  Kost iets aan koper = consument = vrager
Bv: individu, gezinnen, andere ondernemingen


 Voorbeeld markt
1) Ouderenzorg (deel van sociale sector)
- Geen winstoogsector
- Mensen te helpen
- Marktprincipe is aanwezig

2) Arbeidsmarkt (omgekeerde markt)
= alle plaatsen waar betaald werk (arbeid) wordt verricht

- W geleverd door werknemers
- W betaald door werkgevers
- Arbeid kost dus iets aan ondernemingen
- Arbeid levert winst voor individuen/ gezinnen = loon

Kopen gezinnen op andere markten
(consumptiemarkten – eigen behoef)


2. Wat is een markt

= (digitale/ fysieke) plek waar vraag (consumenten) en aanbod (producenten) elkaar treffen
om goederen en diensten uit te wisselen (vind een transactie plaats) via waardebepaling in
geld (prijs) om in de (basis) behoeften van de vragers te voorzien
 ook meer dan basisbehoeften, luxebehoeften

3. Wat is economie
= verzameling van markten, markten vormen de essentie van de economie, op markten
maken de verkopers

 “De markt” = economie is terug aan het groeien (markt trekt terug aan)

Vraag & aanbod trekken terug aan

 Weergeven adhv cyclus
= economische cyclus:




2

,  winst  rijkdom  welvaart

 Welvaart
= economische kracht, gaat over rijkdom, hoe meer geld ter beschikking hoe meer
zorg we kunnen dragen, komen tot welzijn
Bv: zorg voor armoede, genoeg kracht om te herverdelen
 winst op markten zorgt tot welvaart in maatschappij

 Actieve welvaartstaat
= vorm die de maatschappij aanneemt, zoveel mogelijk mensen aan het werk zodat
er zoveel mogelijk economische kracht is, rijk mogelijk kunnen worden, zoveel
mogelijk welzijn tot stand te brengen

 Economie = welvaartsleverancier


4. Welvaart belangrijk?
1) Voor individuen: meer dan aan onze basisbehoeften te voldoen
 levenskwaliteit, welzijn
Bv: zelfontplooiing (naar school), comfort (huis met verwarming), kunst, reizen

2) Maatschappij: beleid voeren om samenleven zo vredevol mogelijk te maken
 sociale cohesie
= werkbare (rechtvaardige) samenleving, maatschappij die goed in elkaar steekt

Hoe? – deel van winst/ rijkdom weg nemen => publieke middelen
Bv: loon (deel van afnemen, nodig voor sociaal beleid), belastingen



Wie? – de verschillende overheden (nemen stuk winst af)


5. Overheid
 Belastingen int
 Uitrollen van collectieve goederen & diensten


6. Collectieve behoeften
 Infrastructuur – wegen, fietspaden, straatverlichting
 Afval ophaling, waterzuivering, natuurbehoud
 Politiek & administratie, justitie, gevangeniswezen, politie leger
 Openbare omroep, cultuurhuizen, musea, bib
 Recreatiedomeinen
 Gefinancierd door overheid via belastingen (stuk van onze winst)


3

, 7. Sociaal beleid
= sociale zekerheid
 Armoedebestrijding via inkomensververdeling
 Sociale zekerheid, gehandicaptenzorg, ouderenzorg
 Welzijn, onderwijs


8. Hoeveel welvaart? Hoe meten?
 BBP = bruto binnenlands product
= de totale waarde (niet de som) van alle goederen & diensten die op de markt
verhandeld zijn geweest, in één land, op één jaar tijd
= een staat daar binnen gaan we kijken naar de waarde die veranderd zijn in een
jaar tijd

*BNP = bruto nationaal product
*BNI = bruto nationaal inkomen

MAAR:
§ Grootste deel blijft private middelen
§ Overige deel wordt publieke middelen

*examenvraag: niet som maar waarde in def welvaart
*examenvraag: welke land is het meest ervarende land
(je weet niet hoeveel inwoners met dat nationaal inkomen moet doen)

 Het produceren van sommige goederen en leveren van sommige diensten gebeurt
buiten de economische cyclus om
 niet verhandeld op markten
§ Zelfvoorziening
= zelf produceren voor eigen consumptie
Bv: ik kweek mijn eigen groenten, ik zorg voor mijn eigen huishouden

§ Informele hulp
= onbetaald (geen loon) en niet beroepshalve
Bv: door mantelzorgers of vrijwilligers

 zit niet in bbp

 Transacties vinden plaats buiten marktwerking
 waarde wordt niet in geld uitgedrukt, niet in bbp

 Dragen wel bij aan welvaart
 in het bijzonder aan welzijn




4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
maudwithofs UC Leuven-Limburg
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
16
Member since
3 year
Number of followers
12
Documents
19
Last sold
6 months ago

3.0

1 reviews

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions