2.1 Onrust in de kerk
Hoe leidde kritiek op de rooms-katholieke kerk tot de reformatie en
uiteindelijk tot een splitsing in de christelijke kerk?
Erasmus was in 1466-1536 een van de grootste geleerden. Erasmus
was een humanist (geleerden die de klassieke cultuur en literatuur
bestuderen en imiteren). Veel Europese humanisten hielden zich bezig
met de studie van de bijbel. Erasmus vertaalde bijvoorbeeld het nieuwe
Testament.
Bij veel mensen ontstond steeds meer ongenoegen over de
omstandigheden in de katholieke kerk (behorend tot het deel van het
christendom dat gehoorzaamt aan de bisschop van Rome). De mensen
moesten zich aan alle regels houden, maar dat wouden ze niet. In de
lage en hoge geestelijkheid heersten misstanden.
Toch bleef Erasmus trouw aan de katholieke kerk. Bij Maarten Luther
(1483-1546), een Duitse monnik, was dit anders. Hij dacht na over de
vraag ‘Hoe kun je er zeker van zijn dat je later naar de hemel zou gaan’.
Luther was niet blij dat de katholieke kerk geld inzamelde om een nieuwe
kerk te laten maken. Het geld kwam vooral van de verkoop van aflaten.
De gelovigen konden een aflaatbrief kopen. Met deze aflaat (Bewijs dat
iemands zonden zijn kwijtgescholden) had je bewijs dat je gedrag was
vergeven. Je kocht eigenlijk gewoon een plekje in de hemel. In 1517
maakte Luther kritiek in een lijst van 95 stellingen. De bedoeling was dat
de kerk zich zou hervormen.
Omdat Luther weigerde om zijn kritiek in te trekken, werd hij vogelvrij
gemaakt, maar de hertog van Saksen nam Luther in bescherming. In
1555 werd na een oorlog werd de Vrede van Augsburg getekend. Zo
leidde de hervorming (Poging om iets te doen aan de misstanden binnen
de katholieke kerk, die leidde tot de stichting van de protestantse kerk)
die met luthers kritiek was begonnen tot de stichting van een nieuwe
kerk, maar niet bij de protestantse kerk (behorend tot een deel van het
christendom dat in navolging van veel hervormers het gezag van de
paus verwerpt).
Calvinisten volgden de leer van predestinatie (De opvatting dat god van
tevoren de mensen heeft uitgekozen die na hun dood in de hemel zullen
komen).
Hoe leidde kritiek op de rooms-katholieke kerk tot de reformatie en
uiteindelijk tot een splitsing in de christelijke kerk?
Erasmus was in 1466-1536 een van de grootste geleerden. Erasmus
was een humanist (geleerden die de klassieke cultuur en literatuur
bestuderen en imiteren). Veel Europese humanisten hielden zich bezig
met de studie van de bijbel. Erasmus vertaalde bijvoorbeeld het nieuwe
Testament.
Bij veel mensen ontstond steeds meer ongenoegen over de
omstandigheden in de katholieke kerk (behorend tot het deel van het
christendom dat gehoorzaamt aan de bisschop van Rome). De mensen
moesten zich aan alle regels houden, maar dat wouden ze niet. In de
lage en hoge geestelijkheid heersten misstanden.
Toch bleef Erasmus trouw aan de katholieke kerk. Bij Maarten Luther
(1483-1546), een Duitse monnik, was dit anders. Hij dacht na over de
vraag ‘Hoe kun je er zeker van zijn dat je later naar de hemel zou gaan’.
Luther was niet blij dat de katholieke kerk geld inzamelde om een nieuwe
kerk te laten maken. Het geld kwam vooral van de verkoop van aflaten.
De gelovigen konden een aflaatbrief kopen. Met deze aflaat (Bewijs dat
iemands zonden zijn kwijtgescholden) had je bewijs dat je gedrag was
vergeven. Je kocht eigenlijk gewoon een plekje in de hemel. In 1517
maakte Luther kritiek in een lijst van 95 stellingen. De bedoeling was dat
de kerk zich zou hervormen.
Omdat Luther weigerde om zijn kritiek in te trekken, werd hij vogelvrij
gemaakt, maar de hertog van Saksen nam Luther in bescherming. In
1555 werd na een oorlog werd de Vrede van Augsburg getekend. Zo
leidde de hervorming (Poging om iets te doen aan de misstanden binnen
de katholieke kerk, die leidde tot de stichting van de protestantse kerk)
die met luthers kritiek was begonnen tot de stichting van een nieuwe
kerk, maar niet bij de protestantse kerk (behorend tot een deel van het
christendom dat in navolging van veel hervormers het gezag van de
paus verwerpt).
Calvinisten volgden de leer van predestinatie (De opvatting dat god van
tevoren de mensen heeft uitgekozen die na hun dood in de hemel zullen
komen).