Keizerrijk
~voor 1917~
In 1613 werd het Russische keizerrijk bestuurd door tsaren (keizers). Rusland was toen een
dictatuur en de tsaren zeiden dat hun macht van God kwam. De meeste Russen waren erg
arm, en daarom groeide de onvrede over de tsaar. De Russische bevolking was verdeelt
onder twee politieke partijen: de liberalen en de socialisten, de liberalen wilden
grondrechten en meer inspraak voor rijke burgers, de socialisten waren aanhangers van de
ideeën van Karl Marx. Zij wouden met een spontane revolutie de macht grijpen en dan een
communistische staat opbouwen, waarin iedereen evenveel macht en bezit zou hebben. De
socialisten waren het hier ook mee eens, maar zij wouden ook algemeen kiesrecht.De
Russische communist Lenin stelde voor dat de revolutie in Rusland uitgevoerd kon worden
door een strak georganiseerde partij, waarvan de leden de revolutie aanjaagden. De
aanhangers van Lenin noem je bolsjewieken. De geheime politie van de tsaar bestreed de
aanhangers van deze groepen. Tsaar Nicolaas II probeerde in 1904 net rijk uit te breiden,
door oorlog te voeren met Japan, maar die oorlog verloren ze waardoor de burgers nog
meer ontevreden werden. Daarom gingen ze protesteren bij het paleis van de tsaar in Sint-
Petersburg. Ze wouden een hervorming. De tsaar vond dat niet leuk, de dag van de
demonstratie wordt nu nog steeds bloedige zondag genoemd. Desondanks heeft de
demonstratie wel effect gehad: Er kwam een volksvertegenwoordiging, de Doema. Maar in
de praktijk had de Doema weinig invloed. Ondertussen waren door de arbeiders en soldaten
de Sovjet opgericht. De Sovjet bleef strijden voor betere leef- en werkomstandigheden
In 1914 ging het alweer heel slecht met Rusland. Dat kwam door de eerste
Wereldoorlog. Rusland was een bondgenoot van Engeland en Rusland. Maar omdat Rusland
op het einde er mee stopte vlak voor het einde van de oorlog konden ze niet meegenieten
van de winst. Maar had Rusland wel de slechte dingen van de oorlog meegemaakt. Door de
eerste Wereldoorlog had Rusland ook een tekort aan wapens en voedsel. Daarom werden
veel boeren opgeroepen voor dienstplicht. Daardoor werd er veel minder land bewerkt. De
rijke grootgrondbezitters hadden wel genoeg voedsel, maar ze gingen het niet allemaal
verkopen zodat de voedselprijzen omhoog konden. Hierdoor was er veel armoede en veel
honger.
De veranderingen
~1917-1927~
~voor 1917~
In 1613 werd het Russische keizerrijk bestuurd door tsaren (keizers). Rusland was toen een
dictatuur en de tsaren zeiden dat hun macht van God kwam. De meeste Russen waren erg
arm, en daarom groeide de onvrede over de tsaar. De Russische bevolking was verdeelt
onder twee politieke partijen: de liberalen en de socialisten, de liberalen wilden
grondrechten en meer inspraak voor rijke burgers, de socialisten waren aanhangers van de
ideeën van Karl Marx. Zij wouden met een spontane revolutie de macht grijpen en dan een
communistische staat opbouwen, waarin iedereen evenveel macht en bezit zou hebben. De
socialisten waren het hier ook mee eens, maar zij wouden ook algemeen kiesrecht.De
Russische communist Lenin stelde voor dat de revolutie in Rusland uitgevoerd kon worden
door een strak georganiseerde partij, waarvan de leden de revolutie aanjaagden. De
aanhangers van Lenin noem je bolsjewieken. De geheime politie van de tsaar bestreed de
aanhangers van deze groepen. Tsaar Nicolaas II probeerde in 1904 net rijk uit te breiden,
door oorlog te voeren met Japan, maar die oorlog verloren ze waardoor de burgers nog
meer ontevreden werden. Daarom gingen ze protesteren bij het paleis van de tsaar in Sint-
Petersburg. Ze wouden een hervorming. De tsaar vond dat niet leuk, de dag van de
demonstratie wordt nu nog steeds bloedige zondag genoemd. Desondanks heeft de
demonstratie wel effect gehad: Er kwam een volksvertegenwoordiging, de Doema. Maar in
de praktijk had de Doema weinig invloed. Ondertussen waren door de arbeiders en soldaten
de Sovjet opgericht. De Sovjet bleef strijden voor betere leef- en werkomstandigheden
In 1914 ging het alweer heel slecht met Rusland. Dat kwam door de eerste
Wereldoorlog. Rusland was een bondgenoot van Engeland en Rusland. Maar omdat Rusland
op het einde er mee stopte vlak voor het einde van de oorlog konden ze niet meegenieten
van de winst. Maar had Rusland wel de slechte dingen van de oorlog meegemaakt. Door de
eerste Wereldoorlog had Rusland ook een tekort aan wapens en voedsel. Daarom werden
veel boeren opgeroepen voor dienstplicht. Daardoor werd er veel minder land bewerkt. De
rijke grootgrondbezitters hadden wel genoeg voedsel, maar ze gingen het niet allemaal
verkopen zodat de voedselprijzen omhoog konden. Hierdoor was er veel armoede en veel
honger.
De veranderingen
~1917-1927~
