INTRODUCTIE:
Het verhaal van de natie
Natie:
- Elke natie heeft behoefte aan een verhaal
- Elke natie is product van zo’n verhaal
- Resultaat van botsende narratieve + onder invloed van plaatselijke/mondiale factoren 1 visie overhand
+ bepaald verhaallijn toekomst
- Andere mogelijke verhaallijnen afgeblokt/stopgezet/retroactief uitgewist
- Verhaal van natie = 3 dimensies:
Verleden: houvast = stichtingsdatum, heldenfeit, goddelijke scheppingsverhaal, …
Heden
Toekomst: onzeker => zal natie slagen om verhaallijn te verdedigen?
Religieus wereldbeeld is bron van kracht om deze bedreiging te overwinnen
Seculiere democratie: onzekerheid groot: geen vooraf bepaald pad, onbekende eindbestemming
- Hoe NATIE definiëren?
= ondefinieerbaar (wapen van antinationalisten!)
Natie als hersenschim in de hoofden van nationalisten
= definitie: natie als product van nationalisme/ natie als verbeelde gemeenschap
- In hoofd van nationalisten: beeld van natie als organisch wezen, lichaam dat beschermt dient te worden
tegen ziektes en dood + bloed belangrijkste levenssap
- Ras en religie in een etnisch-nationalistisch wereldbeeld = communicerende vaten
Eigen volk bloedzuiger houden (nazi-Duitsland + Spanje onder inquisitie)
Catalaanse kwestie = slechts 1 symptoom van de onvoltooidheid van Spaanse natie
Een biologisch christendom:
- Traditionele Spaans-nationalistische wereldbeeld: christendom als essentie van Spaanse volk/kern van
Spaanse identiteit
- Idee van etnisch/biologisch christendom dat van generatie op generatie w doorgegeven
Belangrijk ingrediënt v onderwijs en socialisatiepatroon tijdens Franco-regime
Dragende ideologie van dictatuur
- Christen vs. moor => verschillende uitdrukkingen: mensheid ingedeeld in 2 categorieën:
Eigen sociaal-culturele norm = christelijk + alles wat afwijkt is Moors
Uitdrukking: ‘o todos moros o todos cristianos’ (=ied moet gelijk behandeld worden)
‘Leren wie de Moren zijn en wie de christenen’
‘Leren gedragen als een christen’
‘Wie niet gedoopt is een Moor’ (quien no se bautiza es un moro)
- Spaanse taal = synoniem van christen-taal
- Identiteit van Santiago Matamoros (apostel Jakobus/de Morendoder) = patroonheilige van Spanje
Afgebeeld als strijder te paard
Met zwaard moslims vermoorden
711: Spaanse volk contact met de Moor
- Begindatum van moslimaanwezigheid op Iberisch schiereiland
- Volk tijdens voorafgaande prehistorische periode. Geen Spanjaarden (net zoals oude Romeinen geen
Italianen waren)
Wat voorafging: de Spaanse etnische prehistorie in een notendop
- Vanaf 3e E VC: romeinse overheersing van Iberisch schiereiland
Iberische talen verdwenen + Volkslatijn werd taal van bevolking (overkoepelende naam: hispani)
Enige gebied dat eraan ontsnapte = ruwe bergachtige Baskenland
Pre-romeinse taal: Euskera / Baskisch
Verval van West-Romeinse rijk
Visigoten aan macht (2e helft 5e eeuw)
Hele schiereiland onder controle
Hoofdstad: Toledo (vandaag zetel van Spaanse kerk)
Voerden katholieke monarchie in (later symbool van pol identiteit Spanje)
Ondergang Visigotische rijk + bliksemsnelle expansie v islam vanuit Iberisch Schiereiland
711: islamitische troepen o.l.v. Berber Tarik staken Straat van Gibraltar over + versloegen Visigotische
koning Rodrigo (slag van Guadalete in provincie Cadiz)
Bekend als ‘Het verlies van Spanje’/’La perdida de Espana’
Moslimstrijders enkele jaren hele schiereiland onder hun heerschappij
Visigotisch christenen in Noord-Spanje: in 722- Covadonga eerste overwinning op islamitische
veroveraars
Hun aanvoerder = Don Pelayo: eerste vorst van Koninkrijk Asturië
(Herstel v Visigotische katholieke monarchie)
, Samenleving en cultuur in Spanje: ‘Het verdriet van Spanje’
Deel van Spanje dat vanaf 711 onder moslimheerschappij = al-Ándalus
Los van Arabische rijk + eerste onafhankelijke emiraat (+later kalifaat) met als hoofdstad Córdoba
Interne politiek conflicten: kalifaat in verval
Versnippering van kleine koninkrijken (= taifas)
1085 christelijke veroveraar met hulp van Europese kruisvaarders: oude Visigotische hoofdstad Toledo
opnieuw onder christelijke heerschappij
Weg vrij voor herovering v westelijke deel v huidige Andalusië
9e E – koninkrijk Asturië: graf gevonden v apostel Santiago – nabij Compostella
Dezelfde eeuw: Santiago had troepen o.l.v. Asturiaanse vorst wonderbaarlijk bijgestaan
Als dankbetuiging: pelgrimstocht
Territoriale expansie v christenen => leidde tot vorming nieuwe koninkrijken
(Leon, Castililla, Galicië)
Aan oostkant schiereiland: ontstaan koninkrijken: Navarra + Aragon + graafschap Barcelona
Actieve rol van koninkrijk Castilië: sterke verspreiding v taalkundige variant v deze streek
Castiliaans later synoniem van Spaanse taal
Huwelijk tussen Isabella van Castilië en Fernando van Aragon => vereniging twee koninkrijken
13eE: al-Ándalus verkleind tot koninkrijk van Granada
Inname Granada door Isabella en Fernando = einde aan politieke aanwezigheid v islam op Iberisch
schiereiland
Koningspaar door paus beloond: titel: Reyes Católicos
Christelijke machtsherovering = Reconquista
BLOED EN RELIGIE ALS BOUWSTENEN VAN DE NATIE:
Convivencia: christenen, moslims en joden
, Samenleving en cultuur in Spanje: ‘Het verdriet van Spanje’
- Kolonisatie v gebied (722-1492) door christenen werd heroverd: verschillende manieren:
1. Cartapuebla: koninklijke vrijbrief liet onderdanen toe om dorpen/steden op te richten in het heroverde
gebied
Deze woonkernen meestal volledig bevolkt door christelijke kolonisten uit noorden van schiereiland
Reconquista meer zuidwaarts = vorst kende uitgestrekte gebieden toe aan heroveraars (=
repartimientos)
Leidde tot grootgrondbezit in handen v adel + Kerk + ridderorden
Afhankelijk v omstandigheden: moslims uit heroverde gebied gedreven + gebied etnisch gezuiverd
Andere gevallen: religieuze minderheden op grondgebied getolereerd + in ruil belasting
Behoefte aan werkkrachten in dunbevolkte heroverde gebied
Etnisch-religieuze gemeenschappen = castas: leven samen onder christelijk gezag
= convivencia
Geboorte binnen 1 v.d. 3 kasten (christenen, moslims, joden) bepaalde plaats v individu in
maatschappij
Woord ‘casta’ = ‘soort’
!! niet met latijn castus = kuis
Zuivere afstamming = afwezigheid v bloedvermenging met joden of Moren
‘Kaste’ vandaag in indiase hindoemaatschappij door Iberische koloniale expansie in 16e eeuw
Zuiverheid en christelijke suprematie
- Convivencia = kopie v al-Andalus kende statuut dhimmi toe aan religieuze minderheden
- Model gebaseerd op principe v verdraagzaamheid t.o.v. ‘volkeren van het Boek’ (joden en christenen)
Symbool: grafopschrift koning Ferdinand III (christelijke vorst – heroverde Sevilla in 13 e eeuw)
= opschrift: tekst in Latijn + Castiliaans + Arabisch + Hebreeuws
Latijn – maakte duidelijk: christenen hadden politieke macht opnieuw in handen
Drie andere talen: vorst heerste over een bevolking samengesteld uit drie religieuze
kasten
- Christenen, joden en moslims: gesloten gemeenschappen + elk sociale grenzen afschermden – keken
nauw toe op behoud v etnisch-religieuze zuiverheid
Religieuze identiteit = bepalend voor maatschappelijke domeinen (rechtspraak, onderwijs, familie,
huwelijk, …)
Christelijke heersers: trachten naleving v islamitische + joodse gemeenschap te garanderen
Christelijke wetgever: bestraft jood die zich niet orthodox gedroeg/die sabbat niet
respecteerde/in bezit van joods-heterodoxe lectuur
Afvalligheid + bekering praktijken botsen met principe waarbij geboorte binnen religieuze
gemeenschap bepalend was voor sociale identiteit
Bron v sociaal conflict
Als misdrijf vervolgd
Christelijke wetgever: doodstraf aan christenen die zich bekeerden tot jodendom/islam
Moslims/joden veroordeelden elke vorm v afvalligheid binnen hun rangen (bijgestaan door
chri wetgever)
Bekeringen tot christendom: toegestaan
Maar geen echt bekeringbeleid + elke vorm v christ bekering strenge voorschriften
Bekeringen tussen joden en moslims onderling verboden (tegen joodse gebruik v bekeren v
Moorse slaven)
Endogamie (huwen binnen eigen religieuze gemeenschap) waren functioneel principe v
samenlevingsmodel
Huwelijken + seksueel contact tussen leden verschillende religies = strafbaar
(Joden voor dit misdrijf strenger gestraft dan moslims)
Elke kaste eigen instellingen om religieuze zuiverheid waarborgen (naast overkoepelende wetgeving)
Bekeerlingen per definitie onzuiver
Zuiverheidsbepalingen -> strikter naarmate gevaar bestond voor besmetting v chri rituele
plaatsen of voorwerpen
Niet-christenen mochten geen kerk betreden tijden de eredienst
Joden mochten geen christelijke liturgische voorwerpen aanraken
Op christelijke feestdagen: uitzonderlijke segregatiemaatregelen: joden verplicht
binnenblijven tijdens Heilige Week voor Pasen
Christenen mochten geen gesprekken aanknopen met joden (tenzij noodgeval bv contact
patiënt en arts: meestal joodse origine)
Verbod op deelname aan sociale activiteit van andere kasten (huwelijksfeesten,
begrafenissen)
Verbod op opvoeden kinderen v andere kaste
Vlees afkomstig andere kaste verboden/samen eten andere kaste verboden
Vanaf 15e eeuw: verstrenging
Joden en moren niet meer voedsel verkopen aan christenen/medicijnen toedienen
Artsen meestal joods dus wel nog christenen Joosse arts raadplegen maar
voorgeschreven medicijn moest door christen bereid zijn
, Samenleving en cultuur in Spanje: ‘Het verdriet van Spanje’
Segregatie, interactie, verdraagzaamheid
- Strenger segregatieregels in Castilië (bv verplichte gettovorming voor joden en moslims) => gericht op
bescherming van de etnisch-religieuze zuiverheid
- Segregatie tussen kasten = basisprincipe v samenlevingsmodel
- Joden en moslims geduld in maatschappij => zolang geen bedreiging voor christelijke zuiverheid en
politieke suprematie
Door contact tussen kasten zo veel mogelijk te beperken
Joden en moslims: eigen wijken, geconcentreerd in eigen straten
(juddery/morería in vele steden Toledo, Cordoba, Granada, Lisbon, …)
= wijken afgeschermd met poorten en omwalling
oorspronkelijk meestal spontaan ontstaan
vanaf 15e eeuw: ruimtelijke ordening verplicht + verboden christenen joodse/Moorse wijken
betreden
andere vormen ruimtelijk contract:
betrekken van dezelfde woning verboden
joden/moslims/christenen eigen begraafplaatsen (Montejuïc; Barcelona voor joden)
1258 eerste voorschriften uiterlijk en kledij van joden en moslims
moslims mochten niet christelijke mode volgen
typische islamitische haartooi verplicht
vanaf 15 eeuw deze maatregelen strenger: via dragen v juwelen/edelmetalen joden/moslims
uiterlijk kenteken
- Taakverdeling: overeen met driedelige kastenstructuur
tijdens reconquista: christenen = militaire kaste + monopolie op Kerk en adel
joden: financiële taken + handel + geneeskunde
moslims: handarbeid + land- en tuinbouw = schoenlappers, pottenbakkers, … op land in handen van
christenen
(sterke concentratie v moslims in deze sectoren = christelijke afkeer voor mechanische/manuele
beroepen)
Wet beschermde dominantie positie van christenen: toegang tot bepaalde beroepssectoren voor
joden/moslims aan banden leggen
(vooral joden: professioneel sterke concurrentie)
- Sommige beroep in ogen van christene zo onwaardig => uitvoering ervan door moslims/joden + geen
rivaliteit met christenen
- Harmonisch samenleven = beleid dat rekening hield met de godsdienstige eigenheden van elke
gemeenschap
joden mochten sabbat vieren + over synagogen bezitten + godsdienstige boeken bezitten
christelijke wetgever garandeerde onschendbaarheid van de synagoge + respecteerde in religieus
gemengde rechtszaken de joodse/islamitische voorschriften
(jood kon niet worden gedagvaard op sabbat)
!! principe van verdraagzaamheid = NIET gelijkheid !!
- Christelijke wetgever eiste discretie van moslims en joden bij belijden van hun religie + onvoorwaardelijk
respect voor de christelijke godsdienst
- Moslims en joden verplicht om naast eigen religieuze kalender ook christelijke kalender in acht te nemen
- In ruil voor betalen v belastingen: religieuze minderheden = persoonlijke bescherming v vorst
- Christelijke machtsmonopolie: rechtspraak geschillen: tegen christene = strafmaat zwaarder
- Joden, moslims en christenen eigen religieuze wet
- ‘aljamas’: vertegenwoordigers v plaatselijke joodse en islamitische gemeenschap
beschikte over verregaande bevoegdheden bij regelen v interne aangelegenheden
in handen van ouderlingen en familiehoofden
men kwam er samen + onderwijs + eredienst + religieuze wet interpreteren
Ook hier verstrengen van convivencia model vanaf 15e eeuw
geleidelijke afbouw v.d. godsdienstige en culturele rechten v joden en moslims
Moslims niet meer Profeet aanroepen openbaar
Joden geen nieuwe synagogen bouwen/bestaande synagogen verfraaien
Eigen rechtspraak joden en moslims langzaamaan banden
- Dubbelzinnigheid convivencia model:
harmonisch samenleven culturele symbiose
strenge segregatiewetten, sociale wrijvingen verregaande antibiose/culturele afstoting
Spanningsveld tussen verdraagzaamheid en onverdraagzaamheid/symbiose en antibiose
= inherent aan een multi-etnisch samenlevingsverband
- Stabiliteit van dit model steunt op een dubbele set van regels
voorschriften die communicatie en interactie tussen gemeenschappen in bep. maatschappelijke
domeinen mogelijk maken