Samenvatting Print Production I (STDV)

PRINT PRODUCTION
1. DRUKTECHNIEKEN

1.1 HET GRAFISCH PRODUCTIEPROCES




Verkoop
• Vertegenwoordigers – Sales manager
• Commerciële binnendienst
• Accountmanager: vertegenwoordiger, specifieke projectmanager voor 1 klant, meestal een
specifieke brand
• Calculator: doet zowel het technisch als het commerciële
o Voorcalculatie
o Offerte
o Bestelbon klant > Orderbevestiging

Order voorbereiding
• Orderbegeleider: tussenschakel klant en productie (orderniveau)
o Orderbon, productiebon
 Is niet gelijk aan bestelbon in grafische wereld
 Centraliseert alle productiegegevens, te gebruiken door productiemedewerkers
 Werkmap verzamelt alle fysieke documenten
o Orderbeheerssysteem
 ERP (Enterprice Resource Planning)
 MIS (Management Information System)
 Bv.: CERM, MultiPress (Vlaamse softwarehuizen)
• Planner
o Planning: meestal een groot plan met alle productiestappen

Ontwerp
• Designer, ontwerper, art-director
• Gaan aan de slag met huisstijl – Corpored design: huisstijlboek, brandbook
• Niet enkel Graphic Desing
Maar ook Structural Design: 3D, CAD
• Master Design: algemeen ontwerp
Varianten zijn afleidingen van het Master Design bv.: smaak, markt, taal …
• Integratie van definitieve teksten, beelden enz.

Prepress
• Ingangscontrole = preflight: technische specificaties
• Opmaak, DTP (desktop publishing)
o DTP-opmaker: voert de stappen in de prepress uit


1

, o Specialisatie beeldmanipulatie
o Technische opmaak: alle productieparameters voor drukken en afwerken zijn gekend
• Drukproef
o Interne drukproef: zelfcontrole, orderbegeleider
o Layoutproef versus Contractproef
 Layoutproef: inhoud controleren zoals teksten en objecten
 Contractproef: kleurechte proef zoals ze later gedrukt zal worden
= Goed-voor-druk (GVD) of Bon-à-tirer: hierop staan ook alle technische
gegevens zoals maten
o Technische gegevens op proef
o Hardcopyproof -Softproof
 Hardcopyproof: het effectief gedrukt
 Softproof: proef op de computer zoals PDF, is goedkoop maar er kan geen
rekening gehouden worden of de kleuren juist zijn
o Kleurechte proef versus GVD aan de pers
 GVD aan de pers werd vroeger gedaan, de opdrachtgever moest toen effectief
naar de pers komen om het te bekijken
Soms moesten er volledig nieuwe platen gemaakt worden als er bijvoorbeeld
een kleur niet goed was
• Impositie: “Montage”, toevoegen technische elementen
o Het samenzetten van verschillende vellen
o Inslagschema (katernen): vellen worden perfect geschikt op een groot drukvel, van
daaruit wordt een boek gemaakt
o Step & Repeat (verpakkingen): reeks labels samen zetten om te drukken ipv 1 label
o Impositieproef
• Rasteren
o RIP – Raster Image Processor
o 8 bit naar 1 bit: 1 bit wordt dan of er wel of geen inkt is
o Outputbestanden “1-bit-TIF”
o Kleurscheiding: omzetten van RGB naar CMYK
o Tooncorrectiecurven: soms wordt te donker of te licht gedrukt, hier wordt dit nog
aangepast
• Drukvormvervaardiging
o Plaatmaken, plaatkopie
o CTP (Computer to plate): vanaf de computer meteen platen belichten

Drukken
• Voorbereiden grondstoffen
• Platen aanbrengen, platenwissel
• Instellen machine en op kleur komen: sommige druktechnieken hebben tijd nodig om de juist
kleur te krijgen
‘Inschiet’: niet bruikbaar productiemateriaal, de tijd en het materiaal dat verloren gaat tijdens
het instellen van de machine en het op kleur komen
• Productie



2

,Afwerken
• Postpress
• Veredelen: vernis, lak, foliedruk, blinddruk
• Afwerken
o Stansen, snijden
o Vouwen
o Boekbinden
• Verpakken, transport, nacalculatie, facturatie

1.2 DRUKTECHNIEKEN

Drukken
• Nodige elementen voor conventionele druktechniek
o Inkt (toner)
o Drukdager (papier)
o Drukvorm
o Tegendruksysteem
• Impact-printing (met drukvorm)
o Hoogdruk
 Typodruk
 Flexodruk
o Vlakdruk
 Offset
o Zeefdruk
o Diepdruk
• Non-impact-printing (geen drukvorm)
o Digitaal drukken

Eindproducten




3

, 4