samenvatting biologie h1 4vmbo-gt zevende editie

1. planten




1

,1.1 bladeren


Welke delen van planten bevatten bladgroenkorrels?

Groene delen zoals bladeren en stengels


Waarom zouden planten zonder bladgroenkorrels niet lang blijven leven?

De bladgroenkorrels maken glucose, een belangrijke voedingsstof voor de plant



Uit welke soorten weefsels bestaan bladeren? (afbeelding 2)

 Opperhuid met huidmondjes
 Weefsel met bladgroenkorrels
 Vaatbundels


Wat zijn de eigenschappen van weefsel met bladgroenkorrels?

 Is het grootste deel van een blad
 Alleen in deze delen kan fotosynthese plaatsvinden


Welke twee stoffen zijn nodig voor fotosynthese? (afbeelding 3)

 Koolstofdioxide: wordt door een plant opgenomen uit de lucht, vooral via
huidmondjes. (afbeelding 4)
 Water: wordt opgenomen uit de bodem via wortels.


Hoe kan het water naar alle delen van de bladeren worden vervoerd?

Vaatbundels vervoeren onder andere het water en opgeloste stoffen van de wortels naar de
bladeren.
In (bloem)bladeren vertakken de vaatbundels zich in nerven. (afbeelding 5)
Zo kan het water naar alle delen van de bladeren worden vervoerd.




2

,Wat onstaan er bij fotosynthese?

 Glucose: van glucose maakt een plant allerlei andere stoffen, bijv de stoffen waaruit de plant
zelf bestaat.
 Zuurstof: het grootste deel van de zuurstof die bij fotosynthese ontstaat, wordt via
huidmondjes afgegeven aan de lucht.


Wat is er nodig om fotosynthese te laten plaatsvinden?

 (zon)licht: licht is een vorm van energie en wordt gebruikt bij de vorming van glucose.
 In cellen met bladgroenkorrels.
 Bij een geschikte temperatuur: als het te koud is, vindt geen fotosynthese plaats.
 de plant moet voldoende koolstofdioxide en water hebben opgenomen.


Door wat krijgen de opperhuid en het weefsel met bladgroenkorrels stevigheid?

Door het vocht in de vacuolen van cellen.


Hoe krijgen de opperhuid en het weefsel met bladgroenkorrels stevigheid?

Het vocht in de vacuolen drukt de cel tegen de celwand. De celwand kan maar een klein beetje
uitrekken en duwt terug. (afbeelding 6.1)


Van wat is de stevigheid van een plant afhankelijk?

Van de hoeveelheid water in de cellen van de plant.


Waarom gaat een plant slap hangen en kan ten slotte verwelken? (afbeelding 7)

Wanneer een plant uitdroogt, verdwijnt er water uit de vacuolen van de cellen. Hierdoor neemt de
druk van de cel tegen de celwand af. De opperhuid en het weefsel met bladgroenkorrels verliezen
stevigheid.


Via waar verliest een plant voortdurend water?

Via de huidmondjes in stengels en bladeren.


Wanneer zijn de huidmondjes gesloten?

 ’s nachts zijn vrijwel alle huidmondjes gesloten
 Bij droge omstandigheden kan de huidmondjes ook overdag sluiten



3

, Waarom vindt er geen fotosynthese plaats wanneer de huidmondjes gesloten zijn?

Wanneer de huidmondjes gesloten zijn, kunnen ze geen koolstofdioxide opnemen uit de lucht.



Hoe gebeurt het openen en sluiten van de huidmondjes?

Door vormverandering van de sluitcellen. (afbeelding 8)

(De sluitcellen zijn de enige cellen in de opperhuid met bladgroenkorrels)



Wat gebeurt er als de stevigheid van de sluitcellen afneemt?

De sluitcellen veranderen dan zodanig van vorm dat de opening tussen de sluitcellen kleiner wordt.
Het huidmondjes gaan ten slotte dicht. (afbeelding 8.2)



Wat gebeurt er als de stevigheid van de sluitcellen toeneemt?

De opening tussen de sluitcellen wordt dan groter, waardoor het huidmondje opengaat.
(afbeelding 8.1)



1.2 wortels en stengels


Wat zijn de functies van wortels?

 Zetten een plant vast in de bodem
 het opnemen van water en opgeloste mineralen (voedingszouten)


wat zijn de functies van stengels?

 Geven stevigheid aan planten
 Dragen de bladeren en bloemen
 Dienen vooral voor transport: ze vervoeren via de vaatbundels water en opgeloste stoffen
van de wortels naar de bladeren en in omgekeerde richting.


Welke gemeenschappelijke functie hebben wortels en stengels?

In wortels en stengels kunnen reservestoffen worden opgeslagen




4