Werkgroepopgave
Week 3
1
a) gedragsnorm
b) een sanctienorm en bevoegdheidsverlenende norm
c) subjectief recht
d) het bestuursrecht, omdat het hier gaat over het verlenen van een vergunning vanuit de
overheid naar een burger. De bepaling bevat een gedragsnorm omdat er iets verboden
wordt.
2
Net als in het natuurrecht beschrijft Foster hier dat wanneer het positieve recht het recht tot
zelfbehoud en zelfbeschikking ondermijnt ofwel morele ongeloofwaardig is het dan niet
geldig is.
3
a) Wraakzuchtige informanten waren mensen die doormiddel van het nazi-recht ervoor
zorgde dat hun vijanden omkwamen. Na de oorlog vonden zij dat ze niet gestraft konden
worden voor iets wat toendertijd legaal was.
b) De rechtbank gaf als oplossing dat het nazi-recht geen recht was omdat het een schending
van een hogere wet was zoals beschreven in het natuurrecht en volgens de sterke these dan
niet geldig was.
4
Ondraaglijkheidcriterium omdat volgens Foster de rechtvaardige uitkomst van de uitkomst
van het proces tegen de grotverkenners zo erg botst met die van het positieve recht namelijk
de dood.
Verloocheningscriterium: Ook moeten mensen gelijk behandeld worden en dit recht wordt
ook geschonden.
Vragen casus IS kinderen:
a) Kerncitaat Ulli d’Oliveira:
De beleidsvrijheid op het terrein van de consulaire bescherming wordt
ingeperkt door verschillende internationale verdragen die tot activiteit
verplichten. Het sociaal contract tussen staat en burger is aan erosie
onderhevig.
Kamer kerncitaat:
het kabinet zal niet actief inzetten op het terughalen van volwassen
uitreizigers en hun minderjarige kinderen uit de kampen in Syrië, zoals
door de Kinderombudsman wordt bepleit.
Jurisprudentie kerncitaat:
De rechter heeft overwogen dat het hier uitdrukkelijk gaat om eeninspanningsverplichting van de Staat. Dat dit
ertoe leidt dat de kinderen snel naarNederland kunnen reizen, is niet zeker. De situatie in Noord-Syrië is complex
doorde militaire aanwezigheid van verschillende landen. De Staat moet wel allemogelijkheden die er zijn, zoals de
hulp van de Amerikanen die is aangeboden,benutten. Maar van de Staat kan niet vereist worden dat grote
veiligheidsrisico’sworden genomen.
Week 3
1
a) gedragsnorm
b) een sanctienorm en bevoegdheidsverlenende norm
c) subjectief recht
d) het bestuursrecht, omdat het hier gaat over het verlenen van een vergunning vanuit de
overheid naar een burger. De bepaling bevat een gedragsnorm omdat er iets verboden
wordt.
2
Net als in het natuurrecht beschrijft Foster hier dat wanneer het positieve recht het recht tot
zelfbehoud en zelfbeschikking ondermijnt ofwel morele ongeloofwaardig is het dan niet
geldig is.
3
a) Wraakzuchtige informanten waren mensen die doormiddel van het nazi-recht ervoor
zorgde dat hun vijanden omkwamen. Na de oorlog vonden zij dat ze niet gestraft konden
worden voor iets wat toendertijd legaal was.
b) De rechtbank gaf als oplossing dat het nazi-recht geen recht was omdat het een schending
van een hogere wet was zoals beschreven in het natuurrecht en volgens de sterke these dan
niet geldig was.
4
Ondraaglijkheidcriterium omdat volgens Foster de rechtvaardige uitkomst van de uitkomst
van het proces tegen de grotverkenners zo erg botst met die van het positieve recht namelijk
de dood.
Verloocheningscriterium: Ook moeten mensen gelijk behandeld worden en dit recht wordt
ook geschonden.
Vragen casus IS kinderen:
a) Kerncitaat Ulli d’Oliveira:
De beleidsvrijheid op het terrein van de consulaire bescherming wordt
ingeperkt door verschillende internationale verdragen die tot activiteit
verplichten. Het sociaal contract tussen staat en burger is aan erosie
onderhevig.
Kamer kerncitaat:
het kabinet zal niet actief inzetten op het terughalen van volwassen
uitreizigers en hun minderjarige kinderen uit de kampen in Syrië, zoals
door de Kinderombudsman wordt bepleit.
Jurisprudentie kerncitaat:
De rechter heeft overwogen dat het hier uitdrukkelijk gaat om eeninspanningsverplichting van de Staat. Dat dit
ertoe leidt dat de kinderen snel naarNederland kunnen reizen, is niet zeker. De situatie in Noord-Syrië is complex
doorde militaire aanwezigheid van verschillende landen. De Staat moet wel allemogelijkheden die er zijn, zoals de
hulp van de Amerikanen die is aangeboden,benutten. Maar van de Staat kan niet vereist worden dat grote
veiligheidsrisico’sworden genomen.