Inleiding bestuursrecht opdrachten
Week 1
1. A. De Awb is gelaagd opgebouwd van algemene begrippen naar steeds specifiekere
zaken. De Awb worden bevoegdheden toegekend aan bestuursorganen, regels
waaraan zij zich moeten houden en rechtsbescherming tegen overheidsingrijpen
vastgelegd. Er is spraken van een bijzondere aanvraag omdat het om een individueel
geval gaat. Er moet dus gekeken worden naar hoofdstuk 4 conform hfd 3.
B. vaststellen algemene regels van bestuur
-eenheid
-vereenvoudiging
-codificeren jurisprudentie
C. De verhouding tussen de Awb en het bijzondere bestuursrecht is dynamisch en
nog in ontwikkeling.
D. bij dwingend, regelend, aanvullend en facultatief recht
2. Zo
3. A. Minister van veiligheid handelt als a-bestuursorgaan omdat volgens 2:1 BW hij
krachtens publiekrecht als orgaan van de staat besluit.
B. De provinciesecretaris handelt als a-bestuursorgaan
C. De Nederlandsche Bank N.V. handelt als b-bestuursorgaan omdat het eeen
publieke taak oplegd
D. De stichting Autoriteit Financiele Markten handelt niet als bestuursorgaan omdat
er spraken is van een pirvaatrechtelijke handeling
E. De deken van de Nederlandse orde van advocaten is een a-bestuursorgaan
F. Uitozndering 1:1 lid 2 Awb behoort het parlement dus geen bestuursorgaan
G. Een ambtenaar van de gemeente heeft niet een eigen taak uit de wet en is dus
geen bestuursorgaan
H. De Europese Commissie is geen bestuursorgaan omdat het alleen in Nederland van
toepassing is
4. Het is een B-bestuursorgaan omdat voldaan is aan het financieel en inhoudelijk
vereiste (17 september vereisten)
Week 2
1 Waarom is het van belang dat iemand als belanghebbende in de zin van de Awb kan
worden gekwalificeerd?
Zodat diegene bezwaar kan maken en de weg openstaat naar de bestuursrechter openstaat
(8:1 Awb)
Welke gevolgen heeft dit?
Dat er wel of geen rechtsbescherming openstaat bij de bestuursrechter of eventueel
doormiddel van een onrechtmatige daad bij de civiele rechter terecht kan.
2 A. David is geen normadressaat omdat zijn rechtspositie niet door het besluit wordt
bepaald. David zijn bezwaarschrift is objectief door de exotische koffiebonen geur,
persoonlijk doordat hij buurtbewoner is Het is al een drukke straat dus dat kleine beetje
Week 1
1. A. De Awb is gelaagd opgebouwd van algemene begrippen naar steeds specifiekere
zaken. De Awb worden bevoegdheden toegekend aan bestuursorganen, regels
waaraan zij zich moeten houden en rechtsbescherming tegen overheidsingrijpen
vastgelegd. Er is spraken van een bijzondere aanvraag omdat het om een individueel
geval gaat. Er moet dus gekeken worden naar hoofdstuk 4 conform hfd 3.
B. vaststellen algemene regels van bestuur
-eenheid
-vereenvoudiging
-codificeren jurisprudentie
C. De verhouding tussen de Awb en het bijzondere bestuursrecht is dynamisch en
nog in ontwikkeling.
D. bij dwingend, regelend, aanvullend en facultatief recht
2. Zo
3. A. Minister van veiligheid handelt als a-bestuursorgaan omdat volgens 2:1 BW hij
krachtens publiekrecht als orgaan van de staat besluit.
B. De provinciesecretaris handelt als a-bestuursorgaan
C. De Nederlandsche Bank N.V. handelt als b-bestuursorgaan omdat het eeen
publieke taak oplegd
D. De stichting Autoriteit Financiele Markten handelt niet als bestuursorgaan omdat
er spraken is van een pirvaatrechtelijke handeling
E. De deken van de Nederlandse orde van advocaten is een a-bestuursorgaan
F. Uitozndering 1:1 lid 2 Awb behoort het parlement dus geen bestuursorgaan
G. Een ambtenaar van de gemeente heeft niet een eigen taak uit de wet en is dus
geen bestuursorgaan
H. De Europese Commissie is geen bestuursorgaan omdat het alleen in Nederland van
toepassing is
4. Het is een B-bestuursorgaan omdat voldaan is aan het financieel en inhoudelijk
vereiste (17 september vereisten)
Week 2
1 Waarom is het van belang dat iemand als belanghebbende in de zin van de Awb kan
worden gekwalificeerd?
Zodat diegene bezwaar kan maken en de weg openstaat naar de bestuursrechter openstaat
(8:1 Awb)
Welke gevolgen heeft dit?
Dat er wel of geen rechtsbescherming openstaat bij de bestuursrechter of eventueel
doormiddel van een onrechtmatige daad bij de civiele rechter terecht kan.
2 A. David is geen normadressaat omdat zijn rechtspositie niet door het besluit wordt
bepaald. David zijn bezwaarschrift is objectief door de exotische koffiebonen geur,
persoonlijk doordat hij buurtbewoner is Het is al een drukke straat dus dat kleine beetje
