Kenmerkend aspect 9 t/m 17 | Mirte Mulder V4Tb
Nummer 9
Christendom in Europa
De verspreiding van het Christendom in geheel Europa.
Katholieke kerk heeft een hiërarchische opbouw:
Paus bepaalt het beleid en beslist over geloofszaken.
Elk bisdom heeft als hoofd een bisschop, de baas over de geestelijken in die
omgeving.
Daaronder staan de priesters.
Geestelijkheid: mensen met een officiële functie in de kerk. Zij hebben de macht over de
gelovigen.
Wereldlijke macht:
De macht van de keizers, koningen en edelen over hun volk. Deze macht betreft bestuur en
rechtspraak.
Tweezwaardenleer:
Geestelijke en wereldlijke macht hebben elk hun eigen gebied waar ze over heersen.
Christendom groeit vanaf 500.
Oorzaken:
Samenwerking tussen paus en Karolingische vorsten:
o Paus zond missionarissen door heel Europa om heidense volkeren te
kerstenen.
o Vorsten versloegen Heidense volkeren en dwongen ze tot kerstening.
Snelgroeiende rijkdom van de kerk.
Goede organisatie van de kerk.
o Bisschoppen hielden toezicht in hun gebieden.
o Stichting van kloosters.
Grote kloosters kregen een rol in het feodalisme.
Karel de Grote stichtte kloosterscholen om onderwijs te bevorderen: Karolingische
Renaissaince.
Problemen voor het christendom:
Christendom drong pas na 1000 écht door tot het gewone volk.
Verspreiding bedreigd door moslims, Vikingen en Hongaren.
1054: Schisma. Christendom verdeeld in Rooms-katholiek en Grieks-Orthodox.
Nummer 10
Ontstaan en verspreiding van de islam
Het ontstaan en de verspreiding van de islam.
De islam is een monotheïstische religie.
±1750 v. Chr. ±30 n. Chr. Vanaf 622 n. Chr.
Jodendom Christendom Islam
Jahweh God Allah
Pagina 1 van 7
, Kenmerkend aspect 9 t/m 17 | Mirte Mulder V4Tb
Mozes Jezus Mohammed
Tenach Bijbel Koran
Torah & 10 geboden 10 geboden Vijf zuilen
Vanaf 622 verspreidt de islam zich razendsnel.
Oorzaken:
Zwakke aangrenzende rijken
Jihad: verplichting om het geloof te verspreiden
Islam werd de basis van het bestuur
Tolerantie ten opzichte van Joden en Christenen
Islamitische wereld is geen eenheid.
Soennieten Sjieten
Leider hoeft geen Volgelingen van Ali, de
directe afstammeling neef van Mohammed
van Mohammed te zijn
Ommayyaden (661-750) Abassieden (720-1258)
Islam komt in conflict met de christelijke wereld (730 n. Chr.)
Frankische koningen stoppen islamitische veroveringen maar Spanje en Portugal worden
islamitisch.
Reconquista (1000-1492): De herovering van Spanje en Portugal op de moslims.
Wetenschappelijke bloei:
Besturderen/vertalen van oude Griekse geschriften.
Eigen onderzoek en uitvindingen.
Nummer 11
Hofstelsel en horigheid
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een
zelfvoorzienende cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
Romeinse rijk:
Goed georganiseerd bestuur
Sterk leger
Agrarisch-urbane samenleving:
Landbouw speelt een belangrijke rol
Steden (urbaan)
o Men leefden van nijverheid (het maken van producten).
o Men leefden van handel (het verkopen van producten)
Door de volksverhuizingen valt het bestuur en het leger weg. Daardoor vervallen de
nijverheid en de handel, waardoor de steden ook vervallen.
Gevolg:
Pagina 2 van 7
Nummer 9
Christendom in Europa
De verspreiding van het Christendom in geheel Europa.
Katholieke kerk heeft een hiërarchische opbouw:
Paus bepaalt het beleid en beslist over geloofszaken.
Elk bisdom heeft als hoofd een bisschop, de baas over de geestelijken in die
omgeving.
Daaronder staan de priesters.
Geestelijkheid: mensen met een officiële functie in de kerk. Zij hebben de macht over de
gelovigen.
Wereldlijke macht:
De macht van de keizers, koningen en edelen over hun volk. Deze macht betreft bestuur en
rechtspraak.
Tweezwaardenleer:
Geestelijke en wereldlijke macht hebben elk hun eigen gebied waar ze over heersen.
Christendom groeit vanaf 500.
Oorzaken:
Samenwerking tussen paus en Karolingische vorsten:
o Paus zond missionarissen door heel Europa om heidense volkeren te
kerstenen.
o Vorsten versloegen Heidense volkeren en dwongen ze tot kerstening.
Snelgroeiende rijkdom van de kerk.
Goede organisatie van de kerk.
o Bisschoppen hielden toezicht in hun gebieden.
o Stichting van kloosters.
Grote kloosters kregen een rol in het feodalisme.
Karel de Grote stichtte kloosterscholen om onderwijs te bevorderen: Karolingische
Renaissaince.
Problemen voor het christendom:
Christendom drong pas na 1000 écht door tot het gewone volk.
Verspreiding bedreigd door moslims, Vikingen en Hongaren.
1054: Schisma. Christendom verdeeld in Rooms-katholiek en Grieks-Orthodox.
Nummer 10
Ontstaan en verspreiding van de islam
Het ontstaan en de verspreiding van de islam.
De islam is een monotheïstische religie.
±1750 v. Chr. ±30 n. Chr. Vanaf 622 n. Chr.
Jodendom Christendom Islam
Jahweh God Allah
Pagina 1 van 7
, Kenmerkend aspect 9 t/m 17 | Mirte Mulder V4Tb
Mozes Jezus Mohammed
Tenach Bijbel Koran
Torah & 10 geboden 10 geboden Vijf zuilen
Vanaf 622 verspreidt de islam zich razendsnel.
Oorzaken:
Zwakke aangrenzende rijken
Jihad: verplichting om het geloof te verspreiden
Islam werd de basis van het bestuur
Tolerantie ten opzichte van Joden en Christenen
Islamitische wereld is geen eenheid.
Soennieten Sjieten
Leider hoeft geen Volgelingen van Ali, de
directe afstammeling neef van Mohammed
van Mohammed te zijn
Ommayyaden (661-750) Abassieden (720-1258)
Islam komt in conflict met de christelijke wereld (730 n. Chr.)
Frankische koningen stoppen islamitische veroveringen maar Spanje en Portugal worden
islamitisch.
Reconquista (1000-1492): De herovering van Spanje en Portugal op de moslims.
Wetenschappelijke bloei:
Besturderen/vertalen van oude Griekse geschriften.
Eigen onderzoek en uitvindingen.
Nummer 11
Hofstelsel en horigheid
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een
zelfvoorzienende cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
Romeinse rijk:
Goed georganiseerd bestuur
Sterk leger
Agrarisch-urbane samenleving:
Landbouw speelt een belangrijke rol
Steden (urbaan)
o Men leefden van nijverheid (het maken van producten).
o Men leefden van handel (het verkopen van producten)
Door de volksverhuizingen valt het bestuur en het leger weg. Daardoor vervallen de
nijverheid en de handel, waardoor de steden ook vervallen.
Gevolg:
Pagina 2 van 7