HOOFDSTUK 10: SNELHEID IN MOTORISCH GEDRAG EN
VEROUDERING
De vertraging van motorische antwoorden is één der meest dominante kernmerken of expressies van
het verouderingsproces.
Dit heeft betrekking op:
- Reactietijd: de tijd die verloopt tussen het aanbieden van een signaal en het initiëren van een
antwoord
- Bewegingstijd: de duur van het eigenlijke antwoord zelf
De snelheid waarmee motorische antwoorden gegenereerd worden verschaft informatie over de
integriteit van het centrale zenuwstelsel.
REACTIETIJD
Reactietijd= de tijd die verloopt van de aanvang van de stimulus tot de initiatie van een vrijwillige
respons.
- Enkelvoudige reactietijd: één stimulus leidt tot één respons
- Keuze reactietijd: meerdere stimuli leiden tot meerdere responsen
Een verbetering of verstoring van de functie van het CZS gaat over het algemeen gepaard met een
verandering in de reactietijd.
CENTRALE EN PERIFERE GEBEURTENISSEN TIJDENS EEN MOTORISCH ANTWOORD
Door electro-encephalografie (EEG) en electromyografie (EMG) kan met de reactietijd opsplitsen in
diverse componenten:
- Premotorische tijd (PMT)
- Motorische tijd (MT)
Op basis van deze EEG metingen kan men een betere inschatting maken van de oorzaak van de
vertraging van de reactietijd:
- Visueel geëvoceerde potentiaal (VEP) → vaststellen wanneer een visuele stimulus verwekt
wordt door de occipitale-pariëtale hersenregio
- Een activatie van de motorische cortex (M1) → tijdsmoment waarop een motorische opdracht
aan de spieren wordt doorgegeven
- Centrale verwerkingstijd (CPT) = tijd tussen VEP en MP die niet gecontamineerd is door
perifere zenuwconductiesnelheid en motorische tijd
- Totale antwoordtijd (TRT) is een combinatie van de reactietijd en de bewegingstijd
Bij ouderen:
- Stimulus komt later toe
- De tijd die verloopt tussen VEP en MP is hoger (tijd om stimulus om te vormen tot een
opdracht)
» Belangrijkste bron van vertraging bij ouderen = centrale component, minder perifeer
» Komt vooral tot uiting bij keuze-reactietijden
- PMT en bewegingstijd liggen beduidend hoger (weinig effect op MT)
55
VEROUDERING
De vertraging van motorische antwoorden is één der meest dominante kernmerken of expressies van
het verouderingsproces.
Dit heeft betrekking op:
- Reactietijd: de tijd die verloopt tussen het aanbieden van een signaal en het initiëren van een
antwoord
- Bewegingstijd: de duur van het eigenlijke antwoord zelf
De snelheid waarmee motorische antwoorden gegenereerd worden verschaft informatie over de
integriteit van het centrale zenuwstelsel.
REACTIETIJD
Reactietijd= de tijd die verloopt van de aanvang van de stimulus tot de initiatie van een vrijwillige
respons.
- Enkelvoudige reactietijd: één stimulus leidt tot één respons
- Keuze reactietijd: meerdere stimuli leiden tot meerdere responsen
Een verbetering of verstoring van de functie van het CZS gaat over het algemeen gepaard met een
verandering in de reactietijd.
CENTRALE EN PERIFERE GEBEURTENISSEN TIJDENS EEN MOTORISCH ANTWOORD
Door electro-encephalografie (EEG) en electromyografie (EMG) kan met de reactietijd opsplitsen in
diverse componenten:
- Premotorische tijd (PMT)
- Motorische tijd (MT)
Op basis van deze EEG metingen kan men een betere inschatting maken van de oorzaak van de
vertraging van de reactietijd:
- Visueel geëvoceerde potentiaal (VEP) → vaststellen wanneer een visuele stimulus verwekt
wordt door de occipitale-pariëtale hersenregio
- Een activatie van de motorische cortex (M1) → tijdsmoment waarop een motorische opdracht
aan de spieren wordt doorgegeven
- Centrale verwerkingstijd (CPT) = tijd tussen VEP en MP die niet gecontamineerd is door
perifere zenuwconductiesnelheid en motorische tijd
- Totale antwoordtijd (TRT) is een combinatie van de reactietijd en de bewegingstijd
Bij ouderen:
- Stimulus komt later toe
- De tijd die verloopt tussen VEP en MP is hoger (tijd om stimulus om te vormen tot een
opdracht)
» Belangrijkste bron van vertraging bij ouderen = centrale component, minder perifeer
» Komt vooral tot uiting bij keuze-reactietijden
- PMT en bewegingstijd liggen beduidend hoger (weinig effect op MT)
55