Conjunctuur en economisch beleid
H1 De economische conjunctuur
Om de beweging van de economie inzichtelijk te maken, bekijken we de reële economische groei: de
procentuele verandering van jaar tot jaar van het rëele bruto binnenlands product (bbp).
De blauwe lijn is de reële economische groei: de groep van het bbp gecorrigeerd voor de inflatie. Dit
komt overeen met de volumegroei: de groei van het aantal geproduceerde stuks. Het is de
conjunctuurlijn. Als deze boven de x-as ligt, groeit de economie. Als de lijn onder de x-as ligt,
krimpt de economie. Deze bron laat een onregelmatige slingerbeweging zien. Deze beweging is de
economische conjunctuurbeweging. De rode lijn is de trendmatige groei: de gemiddelde groei over
de afgelopen jaren. Dit wordt ook wel aangeduid als het langetermijngroeipad van de economie.
Je spreekt van hoogconjunctuur als de economie sterker groeit dan de trendmatige groei.
Consumenten geven dan makkelijk geld uit. Ondernemingen blijven niet zitten met onverkochte
voorraden en de bedrijfswinsten zijn hoog. De aandelenkoersen bereiken recordhoogtes en er is weinig
werkloosheid.
Je spreekt van laagconjunctuur als de economie minder sterk groeit dan de trendmatige groei.
Consumenten houden de hand op de knip waardoor bedrijven moeilijker hun producten verkopen.
Hierdoor dalen de belastinginkomsten. Het financieringstekort van de overheid loopt op en het aantal
werklozen stijgt.
Als de economie 2 kwartalen achter elkaar krimpt, spreek je van economische recessie.
Als de economie 3 kwartalen of meer achter elkaar krimpt, spreek je van economische depressie.
, De conjunctuurbeweging heeft 3 kenmerken:
1. De beweging is onregelmatig en niet te voorspellen.
2. De meeste macro-economische variabelen vertonen dezelfde conjunctuurbeweging.
(procyclisch)
3. De beweging verloopt tegengesteld aan het aantal werklozen. (anticyclisch).
Onregelmatigheid
De conjunctuur is moeilijk te voorspellen. Dat is nadelig, want daardoor kan het economisch beleid
niet goed inspelen op wat er gaat komen. Op de korte termijn speelt dit minder, want een jaar vooruit
voorspellen lukt nog wel. Daarvoor zijn wiskunde en statistiek nodig econometrie = de tak van de
economische wetenschap die zich hiermee bezighoudt.
Om de conjunctuur op korte termijn te voorspellen wordt gebruikgemaakt van
conjunctuurindicatoren. Dit zijn macro-economische variabelen waarvan de waarde eerder bekend is
dan die van het bbp. Ze geven een indicatie van de omvang van het toekomstige bbp. Voorbeeld: het
afgegeven bouwvergunningen. Als deze stijgt, weet je dat er in de toekomst meer gebouwd gaat
worden. Uiteindelijk geeft een groei van de bouwactiviteit een hoger bbp.
Om inzicht te krijgen in de conjunctuur, heeft
het CBS een hulpmiddel ontwikkelt: de
conjunctuurklok. Deze klok verdeelt de stand
van de conjunctuur in 4 categorieën:
hoogconjunctuur met dalende of stijgende
conjunctuurbeweging, en laagconjunctuur met
een stijgende of dalende
conjunctuurbeweging.
Deze kan voor elke variabele gemaakt
worden, als er een duidelijke trend voor bestaat.
Procyclische conjunctuurbeweging
Het bbp omvat de gehele economie. Maar de conjunctuurbeweging is ook zichtbaar in andere macro-
economische variabelen, zoals het inkomen van consumenten, bedrijfswinsten, industriële productie
en het aantal verkochte huizen. Omdat de conjunctuurbeweging de gehele economie omvat, worden
alle macro-economische variabelen erdoor beïnvloed.
Macro-economische variabelen die hetzelfde patroon vertonen als de conjunctuurlijn, zijn
procyclisch: hun verandering door de tijd volgt door de conjunctuurbeweging.
Anticyclische conjunctuurbeweging
De conjunctuur lijn en lijn van het jaarlijkse werkloosheidspercentage vertonen een tegengestelde
beweging: als het reële bbp nauwelijks groeit of zelfs krimpt, stijgt het aantal werklozen; als het reële
bbp groeit, dan daalt het aantal werklozen. In een tijd van hoogconjunctuur kunnen bedrijven de vraag
naar hun producten nauwelijks aan. Ze produceren zoveel ze kunnen. Daarvoor hebben ze alle arbeid
nodig die ze kunnen krijgen en daalt dus de werkloosheid. Andersom geldt precies hetzelfde. Macro-
economische variabelen die een tegengesteld patroon vertonen met de conjunctuurlijn zijn anticylisch:
hun verandering door de tijd is tegengesteld aan de conjunctuurbeweging.
Door laagconjunctuur raken mensen onvrijwillig werkloos. Als mensen zelf ontslag nemen, kiezen ze
voor werkloosheid. Dit is vrijwillig werkloos. In goede tijden stijgt de vraag naar arbeid. Het aantal
vacatures neemt toe. Een stijging van het aantal uitzenduren is een indicatie van een aantrekkende
conjunctuur: meer mensen zijn aan het werk gegaan en hebben zicht op een vaste baan.
In laagconjunctuur loopt werkloosheid altijd op. Dit heeft 2 gevolgen voor de begroting van de
overheid: