100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Uitwerkingen werkgroepopdrachten week 7

Rating
-
Sold
-
Pages
5
Uploaded on
24-11-2021
Written in
2018/2019

Samenvatting van 5 pagina's voor het vak Rechtsfilosofie aan de UvA (Uitwerkingen WG7)

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
November 24, 2021
Number of pages
5
Written in
2018/2019
Type
Summary

Subjects

Content preview

17-5-2019 Werkgroep 7 – Surveillance en het recht op privacy
Begripsvragen
Casus 1: In Discipline, toezicht en straf brengt Foucault de opkomst van een
nieuwe vorm van ‘disciplinerende macht’ in verband met het panopticon, het
door Bentham ontworpen model van een koepelgevangenis, waarin gevangenen
vanuit een geblindeerde centrale toren worden geobserveerd.

Vraag a: Waarom is het voor de werking van de disciplinerende macht
cruciaal dat de centrale toren geblindeerd is en de gevangenen
permanent zichtbaar zijn, zonder zelf ooit te zien?
Doordat de toren geblindeerd is weten de gevangen niet wanneer ze in de gaten
worden gehouden en zullen zij zich dus altijd goed gedragen.

Vraag b: Waarom zijn fysieke dwang en geweld in het panopticon
overbodig geworden?
Er is geen fysieke dwang en geweld meer nodig omdat de gevangenen door
zelfdisciplinering sociaal wenselijk gedrag zullen vertonen. Uit vrees voor sancties
zullen de gevangenen zich conform de normen gaan gedgragen.

Vraag c: Geef een voorbeeld van een eigentijds panopticon.
Camera’s in publieke ruimtes

Casus 2: De filosoof Jeffrey Reiman bespreekt in Driving to the Panopticon de
risico’s die nieuwe informatietechnologie met zich meebrengt voor onze privacy.
In dit verband verwijst hij naar de theorie van Foucault en spreekt hij van een
‘informatiepanopticon’.
Vraag a: Hoe definieert Reiman ‘privacy’? Licht deze definitie kort in
eigen woorden toe.
Privacy is de conditie waarin anderen toegang tot (informatie over) mijn
privésfeer is ontzegd.

Vraag b: Wat bedoelt Reiman met het begrip ‘informatiepanopticon’?
Door nieuwe informatietechnologie allerlei gegevens die als zodanig publiek zijn
en niet juridisch beschermd (geen relevante informatie op zichzelf), kunnen
worden gecombineerd en automatisch kunnen worden geanalyseerd
(datamining), zodat een volledig beeld van ons privéleven ontstaat.

Vraag c: Licht elk van de risico’s voor onze privacy die Reiman
onderscheidt, kort in eigen woorden toe.
(1) Extrinsiek verlies van vrijheid: als anderen persoonlijke informatie over ons
verkrijgen, dan worden we kwetsbaar voor sociale druk, controle en manipulatie.
Voorbeeld: medische gegevens: Op het moment dat andere informatie over ons
hebben, dan hebben zij ook de mogelijkheid om ons gedrag te manipuleren
(onder druk zetten). Andere beperken onze vrijheid omdat zij beschikken over
informatie over ons.

(2) Intrinsiek verlies van vrijheid: surveillance kan als zodanig een beperking van
onze vrijheid opleveren. Voorbeeld: op snelweg rijden zonder digitaal spoor
achter te laten. Het feit dat wij zichtbaar zijn (andere informatie over ons
privéleven kunnen verwerven). Heeft een directe invloed op onze vrijheid,
ongeacht wat andere met die informatie gaan doen, kan het een beperking van
onze vrijheid met zich meebrengen.

(3) Symbolische risico’s: door surveillance wordt het signaal afgegeven dat wij

, niet aan onszelf, maar aan anderen toebehoren (ontkenning autonomie). Als wij
voortdurend zichtbaar zijn voor andere, dan wordt daarmee symbolisch het
signaal mee afgegeven dat wij geen eigenaar zijn van ons eigen leven maar dat
wij aan de gemeenschap toebehoren. Onze autonomie wordt ontkend.

(4) ‘Psychopolitieke metamorfose’: permanente surveillance leidt op den duur tot
een verarming van het innerlijke leven, namelijk een verinnerlijking van
conventionele normen:
‘Trained by society to act conventionally at all times, people will come so to think
and so to feel. Their inner lives will be impoverished to the extent that their outer
lives are subject to observation’ (p. 205).
Onze zichtbaarheid voor andere, heeft een effect op onze psyche en leidt tot
psychopolitieke metamorphose, het leidt namelijk tot een verarming van ons
innerlijk leven. Als andere voortdurend kunnen meekijken met ons leven, dan
denken wij hoe komt dit over op andere, we gaan ons conformeren met social
wenselijk gedrag/normen, we gaan deze normen op onszelf toepassen en dit leidt
tot een verarming van het innerlijke leven. Je kan je niet goed ontwikkelen, geen
eigen persoonlijkheid, want je gaat je gedragen naar de normen die van je
worden verwacht.


Vraag d: Op p. 208 benadrukt Reiman dat er een ‘fundamenteel
verband’ bestaat tussen liberalisme, democratie en privacy. Waaruit
bestaat dit verband?

Casus 3: In zijn boek Not a suicide pact betoogt Richard Posner grootschallige
surveillance noodzakelijk is om mogelijke toekomstige terroristische aanvallen te
voorkomen. Hij erkent weliswaar dat dergelijke surveillancepraktijken ten koste
gaan van onze privacy, maar meent dat deze kosten niet opwegen tegen de
voordelen van effectieve terreurbestrijding: ‘d[e] relevante vraag is niet of
beperking van burgerlijke vrijheden kosten met zich meebrengt, waarop het
antwoord voor de hand ligt; [de vraag] is of de kosten de voordelen te buiten
gaan. Civil libertarians zijn geneigd om de kosten te overdrijven (hoeveel
onschuldige Amerikaanse burgers in een bevolking van 300 miljoen hebben het
daadwerkelijk moeilijk gehad ten gevolge van de veiligheidsmaatregelen na
9/11?) en de voordelen te negeren of te minimaliseren’ (p. 50-51). In dit verband
komt Posner tot een nieuwe, meer restrictieve benadering van het recht op
privacy. Kern daarvan is dat niet alle belangen die een individuele burger kan
hebben bij privacy bescherming onder het recht verdienen.
Vraag a: Welke rechtsfilosofische theorie verdedigt Posner in het
bovengenoemde citaat?
Hij heeft kritiek op ‘civil libertarians’: eenzijdige nadruk op recht op privacy gaat
ten koste van ‘recht op veiligheid’, wat ook een grondwettelijke recht is.
Constitutie beschermt beide rechten in gelijke mate: “the reason there is no
legally enforceable right to security against internal and exernal enemies is not
that public safety is a lesser constitutional value. There is parity” (p. 43)

• Omdat terrorisme potentieel zo destructief is, is beperking recht op privacy
gerechtvaardigd: bescherming collectieve veiligheid dient te prevaleren
boven individuele recht op privacy (utilitaristisch)

Vraag b: In hoeverre erkent Posners de risico’s van surveillance die
Reiman aanduidde als ‘intrinsiek’ en ‘extrinsiek verlies van vrijheid’?
$7.25
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
Rechtenstudent2022

Get to know the seller

Seller avatar
Rechtenstudent2022 Universiteit van Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
8
Member since
6 year
Number of followers
5
Documents
42
Last sold
1 year ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions