3-4-2019 Hoorcollege 1 – Introductie (faillissement, sureance en WSNP)
Faillissement: Wat zijn de stappen?
Onderscheid tussen de onderneming en de rechtspersoon. De
rechtspersoon is eigenaar van de spulletjes. De rechtspersoon is de
contractuele wederpartij. De rechtspersoon heeft dus een boel
crediteuren.
Wie zitten er achter de rechtspersoon? De aandeelhouders (krijgen de
winsten, maar delen niet mee in de verliezen door hun beperkte
aansprakelijkheid).
De curator verkoopt de spullen en verdeelt het geld over de schuldeisers.
Wat krijgt de aandeelhouder als er niks overblijft? Niks.
3 procedures
- Faillissement (art. 1 – 213 Fw)
- Sureance (art. 214-282 Fw)
- WSNP (art. 284-361 Fw)
Faillissement en Sureance van betaling
Faillissement (art. 1 – 213 Fw) – liquidatie
Algemeen beslag op de goederen van een schuldenaar ten behoeve van
schuldeisers. Met het faillissement komen individuele beslagen te
vervallen (art. 33 Fw)
Verhaalsmogelijkheden zeker stellen: door beslag te leggen op de spullen.
Art. 68 Fw curator
Algemeen beslag
Sureance
Akkoord van schuldeisers om genoegen te nemen met minder, gericht op
herstel.
Probleem van surseance van betaling
Surseance is een voorportaal van faillissement
Oorzaken: te laat aangevraagd, werkt niet tegen preferente schuldeisers,
reorganisatie makkelijker door faillissement
Doorstart foor faillissement?
- Makkelijker van het personeel af
- Overname van activa vanuit faillissement door nieuwe
rechtspersoon. Vaak dezelfde personen achter nieuwe rechtspersoon
WSNP
,Basisbeginselen
- 3:277
- 3:276: als schuldenaar met je hele vermogen instaat
In hoeverre gaan deze basisbeginselen op, kan een schuldeiser zich op
alle goederen verhalen?
Het is in principe niet mogelijk om goederen af te zonderen. Wat is dan de
oplossing? Je kan wel de risic’s onderbrengen in rechtspersoon en gebruik
maken van de beperkte aansprakelijkheid
HR Aerts/Stichting Waaldijk: Maar wat dan van een huis in een stichting
onderbrengen? Mag niet.
Proces van het faillissement
Wettelijk stysteem
Begin
1) Faillietverklaring
2) Verificatievergadering
3) Liquidatie van activa
4) Uitdelen aan de schuldeisers
Praktijk
1) Faillietverklaring
2) Verificatievergadering
3) Liquidatie van activa
4) Uitdelen aan de schuldeisers
, 10-4-2019 Hoorcollege 2 – Schuldeisers in faillissement
Artikel 3:277 lid 1 BW: Schuldeisers zijn gelijk
Schuldeisers in het faillissement
Welke typen schuldeisers zijn er:
- Separatisten
- Boedelschuldeisers
- Faillissementsschuldeisers
- Niet verifieerbare vorderingen (bijv. rente na datum faillissement
art. 128 Fw)
Rangorde (the waterfall), lagere klasse pas nadat de hogere klasse zijn
betaalt
Meeste geld gaat naar de zekerheidsgerechtigden (pand &
hypotheekhouders).
Vervolgens, de boedelschuldeisers (partijen die nodig zijn om het
faillissement af te wikkelen) en daarna de faillissementsvorderingen.
Faillissementsschuldeisers
- Indienen ter verificatie, art 26 jo. 108 Fw.
- Vaak geen uitkering
Faillissementsschuldeisers – preferente, concurrent of achtergestelde
Prefenties, artikel 3:277 lid 1 BW. Waaruit volgt de preferentie? Uit de wet,
3:278 BW. Wie hebben er preferenties? De fiscus. Regels voor preferentie
staan in art. 3:283.
Fiscaal voorrecht
Artikel 21 Invorderingswet
De fiscus is onderdeel van de overheid.
Waarom heeft de fiscus een voorrecht?
- De fiscus kiest haar eigen schuldenaren niet, onvrijwillig
schuldenaar. Maar je kunt de risico’s wel spreiden, want er is een
grote pool met schuldenaren.
- Fiscus kan niet vooraf zekerheden bedingen
- Voorrecht maakt het mogelijk dat de fiscus coulant is
- Goedkope manier van innen: minder ambtenaren nodig
Fiscaal voorrecht in andere landen
- Dirix (Reader): deels afgeschaft in Engeland en Duitsland
Achterstelling, van de schuldeisers (post-concurrenten)
Waarom zou je afspreken dat je wordt achtergesteld? Iedereen wilt zijn
inleg of krediet terug, met een beetje erbij (rente). Veel hogere
vergoeding, bijvoorbeeld rente (perspectief schuldeiser). Lange termijn
financiering (perspectief schuldenaar).
Artikel 3:277 lid 2 BW
Faillissement: Wat zijn de stappen?
Onderscheid tussen de onderneming en de rechtspersoon. De
rechtspersoon is eigenaar van de spulletjes. De rechtspersoon is de
contractuele wederpartij. De rechtspersoon heeft dus een boel
crediteuren.
Wie zitten er achter de rechtspersoon? De aandeelhouders (krijgen de
winsten, maar delen niet mee in de verliezen door hun beperkte
aansprakelijkheid).
De curator verkoopt de spullen en verdeelt het geld over de schuldeisers.
Wat krijgt de aandeelhouder als er niks overblijft? Niks.
3 procedures
- Faillissement (art. 1 – 213 Fw)
- Sureance (art. 214-282 Fw)
- WSNP (art. 284-361 Fw)
Faillissement en Sureance van betaling
Faillissement (art. 1 – 213 Fw) – liquidatie
Algemeen beslag op de goederen van een schuldenaar ten behoeve van
schuldeisers. Met het faillissement komen individuele beslagen te
vervallen (art. 33 Fw)
Verhaalsmogelijkheden zeker stellen: door beslag te leggen op de spullen.
Art. 68 Fw curator
Algemeen beslag
Sureance
Akkoord van schuldeisers om genoegen te nemen met minder, gericht op
herstel.
Probleem van surseance van betaling
Surseance is een voorportaal van faillissement
Oorzaken: te laat aangevraagd, werkt niet tegen preferente schuldeisers,
reorganisatie makkelijker door faillissement
Doorstart foor faillissement?
- Makkelijker van het personeel af
- Overname van activa vanuit faillissement door nieuwe
rechtspersoon. Vaak dezelfde personen achter nieuwe rechtspersoon
WSNP
,Basisbeginselen
- 3:277
- 3:276: als schuldenaar met je hele vermogen instaat
In hoeverre gaan deze basisbeginselen op, kan een schuldeiser zich op
alle goederen verhalen?
Het is in principe niet mogelijk om goederen af te zonderen. Wat is dan de
oplossing? Je kan wel de risic’s onderbrengen in rechtspersoon en gebruik
maken van de beperkte aansprakelijkheid
HR Aerts/Stichting Waaldijk: Maar wat dan van een huis in een stichting
onderbrengen? Mag niet.
Proces van het faillissement
Wettelijk stysteem
Begin
1) Faillietverklaring
2) Verificatievergadering
3) Liquidatie van activa
4) Uitdelen aan de schuldeisers
Praktijk
1) Faillietverklaring
2) Verificatievergadering
3) Liquidatie van activa
4) Uitdelen aan de schuldeisers
, 10-4-2019 Hoorcollege 2 – Schuldeisers in faillissement
Artikel 3:277 lid 1 BW: Schuldeisers zijn gelijk
Schuldeisers in het faillissement
Welke typen schuldeisers zijn er:
- Separatisten
- Boedelschuldeisers
- Faillissementsschuldeisers
- Niet verifieerbare vorderingen (bijv. rente na datum faillissement
art. 128 Fw)
Rangorde (the waterfall), lagere klasse pas nadat de hogere klasse zijn
betaalt
Meeste geld gaat naar de zekerheidsgerechtigden (pand &
hypotheekhouders).
Vervolgens, de boedelschuldeisers (partijen die nodig zijn om het
faillissement af te wikkelen) en daarna de faillissementsvorderingen.
Faillissementsschuldeisers
- Indienen ter verificatie, art 26 jo. 108 Fw.
- Vaak geen uitkering
Faillissementsschuldeisers – preferente, concurrent of achtergestelde
Prefenties, artikel 3:277 lid 1 BW. Waaruit volgt de preferentie? Uit de wet,
3:278 BW. Wie hebben er preferenties? De fiscus. Regels voor preferentie
staan in art. 3:283.
Fiscaal voorrecht
Artikel 21 Invorderingswet
De fiscus is onderdeel van de overheid.
Waarom heeft de fiscus een voorrecht?
- De fiscus kiest haar eigen schuldenaren niet, onvrijwillig
schuldenaar. Maar je kunt de risico’s wel spreiden, want er is een
grote pool met schuldenaren.
- Fiscus kan niet vooraf zekerheden bedingen
- Voorrecht maakt het mogelijk dat de fiscus coulant is
- Goedkope manier van innen: minder ambtenaren nodig
Fiscaal voorrecht in andere landen
- Dirix (Reader): deels afgeschaft in Engeland en Duitsland
Achterstelling, van de schuldeisers (post-concurrenten)
Waarom zou je afspreken dat je wordt achtergesteld? Iedereen wilt zijn
inleg of krediet terug, met een beetje erbij (rente). Veel hogere
vergoeding, bijvoorbeeld rente (perspectief schuldeiser). Lange termijn
financiering (perspectief schuldenaar).
Artikel 3:277 lid 2 BW
