Zuur-base-evenwicht
Zuur: substantie die H+ ionen kan afgeveen in een waterige oplossing.
Voorbeeld: Zoutzuur
Base: substantie die H+ ionen kan binden in een waterige oplossing.
Voorbeeld: natriumhydroxide
De regulatie van zure en basen in het lichaam is essentieel voor de normale
lichaamsfuncties. Wanneer er een verstoring optreedt in de concentratie van H+ ionen,
werken drie belangrijke mechanismen om de H+ ionen te herstellen.
Er zijn diverse argumenten die het belang van herkenning en begrip van zuur-base
stoornissen bekrachtigen, waaronder:
Zuur-base stoornissen geven aan dat er mogelijk sprake is van ernstige ziekte.
Diverse stofwisselingsprocessen verlopen op abnormale wijze in aanwezigheid van
zuur-base stoornissen
Op basis van herkenning van specifieke zuur-base stoornissen kan in veel gevallen
sneller een diagnose worden gesteld.
Het belangrijkste zuur wat in ons lichaam aanwezig is en welke de basis is voor het zuur-base
evenwicht is Koolzuur [ H2CO3 ].
H2CO3 = CO2 + H2O (longen)
H2CO3 = H+ + HCO3 (nieren)
1
, Bloedgas
pCO2
33-45 mmHg (4.4-6.0 pKa)
De pCO2 weerspiegelt hoeveel koolstofdioxide is opgelost in het bloed. Het is het
enigste respiratoire zuur.
HCO3-
22- 29 mmol/l
De HCO3- geeft de concentratie van bicarbonaat in het bloed weer. Het is een base.
De concentratie hiervan in het bloed wordt door de nieren geregeld.
pH
7.35-7.45
De zuurgraad van het bloed. Wordt beïnvloed door pCO2 en HCO3-.
pH waarden kunnen variëren tussen de 0-14
pO2
80 – 110 mmHg (10.6 – 14.6 kPa)
Partiële druk van zuurstof in het bloed: representeert de hoeveel O2 opgelost in het
bloed.
Na+
135-145 mmol/L
Concentratie Natrium in het bloed
K+
3.6 – 5.0 mmol/L
Concentratie Kalium in het bloed
Cl-
96 – 106 mmolL
Concentratie Chloride in het bloed
H+
36 – 44 nmol/L
Concentratie H+ ionen in het bloed
2
Zuur: substantie die H+ ionen kan afgeveen in een waterige oplossing.
Voorbeeld: Zoutzuur
Base: substantie die H+ ionen kan binden in een waterige oplossing.
Voorbeeld: natriumhydroxide
De regulatie van zure en basen in het lichaam is essentieel voor de normale
lichaamsfuncties. Wanneer er een verstoring optreedt in de concentratie van H+ ionen,
werken drie belangrijke mechanismen om de H+ ionen te herstellen.
Er zijn diverse argumenten die het belang van herkenning en begrip van zuur-base
stoornissen bekrachtigen, waaronder:
Zuur-base stoornissen geven aan dat er mogelijk sprake is van ernstige ziekte.
Diverse stofwisselingsprocessen verlopen op abnormale wijze in aanwezigheid van
zuur-base stoornissen
Op basis van herkenning van specifieke zuur-base stoornissen kan in veel gevallen
sneller een diagnose worden gesteld.
Het belangrijkste zuur wat in ons lichaam aanwezig is en welke de basis is voor het zuur-base
evenwicht is Koolzuur [ H2CO3 ].
H2CO3 = CO2 + H2O (longen)
H2CO3 = H+ + HCO3 (nieren)
1
, Bloedgas
pCO2
33-45 mmHg (4.4-6.0 pKa)
De pCO2 weerspiegelt hoeveel koolstofdioxide is opgelost in het bloed. Het is het
enigste respiratoire zuur.
HCO3-
22- 29 mmol/l
De HCO3- geeft de concentratie van bicarbonaat in het bloed weer. Het is een base.
De concentratie hiervan in het bloed wordt door de nieren geregeld.
pH
7.35-7.45
De zuurgraad van het bloed. Wordt beïnvloed door pCO2 en HCO3-.
pH waarden kunnen variëren tussen de 0-14
pO2
80 – 110 mmHg (10.6 – 14.6 kPa)
Partiële druk van zuurstof in het bloed: representeert de hoeveel O2 opgelost in het
bloed.
Na+
135-145 mmol/L
Concentratie Natrium in het bloed
K+
3.6 – 5.0 mmol/L
Concentratie Kalium in het bloed
Cl-
96 – 106 mmolL
Concentratie Chloride in het bloed
H+
36 – 44 nmol/L
Concentratie H+ ionen in het bloed
2