Samenvatting hc 1 farmacologie zie bundel voor alles

Farmacologie HC 2
1.Deel 2
1. Geneesmiddelen bij hoge bloeddruk

Antihypertensiva
= geneesmiddelen tegen hoge bloeddruk



SOORTEN

• Bètablokkers

• ACE-remmers

• Angiotensine receptor blokkers

• Calcium-antagonisten

• Diuretica



Betablokkers
zie vorig hoorcollege :

Aangrijpingspunt: β-receptoren



WERKINGSMECHANISME

β-receptoren spelen een belangrijke rol in het autonome zenuwstelsel, meer bepaald bij stress
situaties.

• 2 groepen β-receptoren:

o β1-receptoren: vnl. in het hart
o β2-receptoren: vnl. t.h.v. de luchtwegen


• Lichaamseigen stoffen die hieraan binden (= endogene liganden): (nor)adrenaline

• in een stress-situatie (‘fight or flight’-reactie) komt (nor)adrenaline vrij

• (nor)adrenaline bindt op de β-receptoren (= lichaamseigen ligand)

o gevolg: het hart slaat sneller (β1-receptoren), de luchtwegen verwijden zich
(β2-receptoren)

o het lichaam maakt zich klaar om te vechten of te vluchten


1
Alison Warnent
unoconv_1862285425.docx

, Blokkeren de β-receptoren (antagonisten op de β-receptoren)

Gevolg: (nor)adrenaline kan niet meer binden

 Blokkeren β1-receptoren: het hart slaat trager, de bloeddruk daalt

 Blokkeren β2-receptoren: de luchtwegen vernauwen (opgelet dus met β2-blokkers
bij astma-patiënten!)



INDICATIE

• Te hoge bloeddruk

• Hartritmestoornissen

 Het hart pompt rustiger en wordt dus ontlast

• Angsten met trillen (bv. podiumvrees)

• Migraine (preventie)

SOORTEN

• Niet - selectieve betablokkers (β1 + β2)

• Selectieve betablokkers (enkel β1)



NEVENWERKINGEN

• Bradycardie

• Vermoeidheid

• Koude handen en voeten

• Hypotensie

• Impotentie

• Vernauwen luchtwegen met dyspnoe



CONTRA-INDICATIE

Astma en COPD (niet-selectieve bètablokkers



Bisoprolol,Metaprolol, Nebivolol, Propranolol




2
Alison Warnent
unoconv_1862285425.docx

, ACE-remmers
 Aangrijpingspunt = Angiotensine Converting Enzyme (ACE)



RAASysteem:

= Mechanisme voor regulatie bloeddruk




WERKING

• Remmen het Angiotensine Converting Enzyme (ACE)

• Dit enzyme heeft 2 effecten:

- omzetting van Angiotensine I  Angiotensine II

- afbraak bradykinine

• Effect van Angiotensine II: verhoging van de bloeddruk  vernauwing van de bloedvaten +
meer vocht en zout vasthouden thv de nier

• Effect bradykinine: vaatverwijding


• Minder aanmaak van Angiotensine II:

- Vaatverwijding

- Meer vocht- en zoutverlies


• Minder afbraak van bradykinine: vaatverwijding




3
Alison Warnent
unoconv_1862285425.docx