100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
College aantekeningen

Hematologie aantekeningen HBO

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
29
Geüpload op
13-11-2021
Geschreven in
2020/2021

Aantekeningen van alle colleges gegeven voor het vak Hematologie in jaar 2 van opleiding BML- Medische Diagnostiek op het Hanze Hogeschool te Groningen.

Instelling
Vak










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Gekoppeld boek

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
13 november 2021
Aantal pagina's
29
Geschreven in
2020/2021
Type
College aantekeningen
Docent(en)
Hesa
Bevat
Alle colleges

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Hematologie samenvatting Zeliha Koc woensdag 15.04.2020 11.30-13.00


Les 1. Samenstelling bloed

Hemopoiese= vorming van bloedcellen

Erytropoiese= vorming van rode bloedcellen

Trombopoiese= vorming van bloedplaatjes

Anemie= bloedarmoede

Functie van de bloed is; dat het gemaakt wordt in beenmberg, afgegeven wordt aan perifere bloed
wanneer ze rijp zijn. Het zorgt voor transport van aanvoer o2, afvoer CO2, hormonen, vitaminen,
vetten eiwitten etc. Dit wordt ook wel de adequate homeostase genoemd. De bloedsamenstelling
bestaat uit RBC, WBC en bloedstolling. 55% is bloedplasma en 45% bloedcellen. In bloedplasma zitten
eiwitten, koolhydraten en vetten. 5 classes van eiwitten;

1. Albumine (55%)= osmose, transporteiwit
2. Alfa globulines (13%)= HDL,LDL
3. Beta globulines (13%)= transferrine
4. Fibrinogeen (7%)= stollingsfactoren
5. Gamma globulines (11%)= IgA, IgG etc.

Verschillen in serum en bloedplasma, is dat serum plasma-stollingsfactoren is. Krijg je door gestold
bloed af te draaien. Plasma is in onstolbaar gemaakt bloed. Transferrine transfeert ijzer.

De bloedafname is veneus, elke buis heeft een eigen kleur. Het kan ook capillair bloed zijn zoals
hielprik en diabetes. Nadeel is wel dat het weefselvocht wordt meegenomen wordt waardoor het de
bloed verdunt. Het bevat ook veel factoren voor stolling.

Anticoagulantia= stollingsremmende stoffen.

Binding van calciumionen kan met Citraatoplossing en EDTAoplossing. Calciumionen bindt stolling
(het is nodig). EDTA stolt niet. Kan door toevoeging van stollingsfactoren niet werken. Citraat stolt
weer terug wanneer je calcium toevoegt. De binding van EDTA aan calcium is dus irreversible.
Gunstig voor telling. Je hebt ook voor EDTA een klein hoeveelheid nodig. Hoewel voor citraat er een
groter volume nodig is en dus lastig te tellen MAAR is reversible. Dus omkeerbaar.

Remming van trombine kan door heparine. Heparine zorgt voor aggregeren van
trombocyten+leukocyten. Het is een zuur stof; dus kleurt de cellen anders.

Bloed afdraaien en bewaren;

- Hard afdraaien= voor scheiding van serum en plasma (2000g)
- Minder hard= krijg je de plaatjes mee (180g)
- Heel hard= voor helemaal geen plaatjes (4000g)

Hematologische bepalingen moet je doen z.s.m. na het afdraaien en afnemen.

Bezinking is <20 mm/uur

Erytrocyten 5,0 x 10^12 L
Hematocriet 0,4-0,5 L/L
Trombocyten 150-400 x 10^9 L
Leukocyten 5x10^9 L

,Hematologie samenvatting Zeliha Koc woensdag 15.04.2020 11.30-13.00


Impedantie= celtelling
Cytochemie= stadium van de ziekte

Flowcytometrie
Speciale cellen tellen mbv Absorptie en labelen van een fluorescente kleur. Alles kan je specifiek
labelen. Vroeger telde je de cellen in een telkamer. Nu gebeurt dat met een flowcytometrie. Je hebt
2 soorten; impedantie en optische methode. impedantie is op basis van spanning, optische
methode is op basis van lichtverstrooiing.
- Impedantie= bloedcellen geleiden minder goed dan elektrolytoplossing. Elk signaal geeft een
cel aan. WBC worden geteld na lysis van RBC. RBC zijn meer. RBC en BP wordt in hetzelfde
kanaal geanalyseerd; maar met verschil oppl.grootte
- Optische methode= licht komt van een kant. Voorwaarts (FSC) zegt iets over de grootte van
de cel en zijwaarts (SSC) zegt iets over de structuur van de cel.
Je zult bloedplaatjes verwachten in de scattergram bij een laag SSC en FSC.




Voor de telling van leukocyten in een telkamer wordt bloed 10 maal verdund met een telvloeistof.
Deze verdunde suspensie wordt in een telkamer gebracht met een inhoud van 0,1 mm3. In dit
volume worden 63 leukocyten geteld. Bereken de standaarddeviatie (SD) en variatiecoëfficiënt
(CV) van de leukocytenconcentratie in bloed (deze wordt uitgedrukt in 109/L).
In bloed zitten er dus 63 x ,1 x 10^-6 L = 6,3x10^9 L. SD = wortel van alle aantla cellen. Dus
wortel 63 is 7,94. CV is SD / gem.telling dus 7,94/63= 13% foutenmarge.

Voor een elektronische telling van leukocyten wordt bloed 1:249 verdund met
leuktroytenoplossing en in 100 µl van deze verdunning worden 2520 cellen geteld. Bereken de
leukocytenconcentratie in bloed en de standaarddeviatie in 109/L.
Telling: 2520 leukocyten Verdunningsfactor: 250 Volume: 100 µl = 100 x 10-6 = 1 x 10-4 L
Leukocytenconcentratie in bloed  (2520 x 250) / 1 x 10-4 = 6,3 x 109/L SD ≈ √ (aantal getelde cellen)
 SD = √ 2520 = 50,2 CV = SD / gemiddelde vd telling  CV = 50, = 0,02 = 2% Dus een
foutenmarge van 2% < t.o.v. uitkomst 3-1 (13%)

Waarom zal bij een elektronische telling de aanwezigheid van trombocytenaggregaten kunnen
leiden tot een hoge leukocytenconcentratie (pseudoleukocytose), terwijl de fout in de
erytrocytenconcentratie veel beperkter is?
Leukocyten kunnen minder goed onderscheiden worden van RBC trombocyten kunnen dit wel goed
van RBC. Trombocyten aggregraten kunnen door grootte worden geteld als leukocyten. Dit foutje
heet pseudoleukocyten. (verhoogde leuko.telling).

Bezinking wordt beinvloedt door aggregatie van erytrocyten. Veel stroperig bloedplasma? > langer
duur. Hoge bezinking zegt iets over infectie. Negatieve oppl.lading erytrocyten komt door fosfolide

, Hematologie samenvatting Zeliha Koc woensdag 15.04.2020 11.30-13.00


laag. Vrouwen hebben hogere bezinking. Lage Ht waarde. Meer geldrolvorming plasma zorgt voor
makkelijk bezinken. Geldrolvorming is dus aggregatie.
Anemie= aantal RBC verlaagd. Wat is het effect op de bezinking? Verlaagd Ht-waarde, verhoogde
bezinking; minder botsingen > makkelijker naar beneden zakken dus hoge bezinking.
Welke plasma-eiwit heeft de grootste invloed op de bezinknig? Fibrinogeen bevordert
geldrolvorming. RBC kunnen makkelijker bij elkaar > zakken sneller naar beneden.
Waarom wordt bloed voor een bloedtransfusie van een donor afgenomen in citraat als
anticoagulans en niet in EDTA? Bij citraat kan weer ontstolt worden, bijn EDTA niet.
Is de concentratie van erytrocyten hoger of lager bij een bedlegerige patiënt dan bij een lopende
patiënt en waarom? Patient ligt. Plasma neemt toe dus bloedvolume hoger dus liggende heeft lagere
erytrocyten concentratie omdat bloedplasma hoger is.
Multipel myeloom (de ziekte van Kahler) is een kwaadaardige ziekte, waarbij in bloed een sterk
verhoogde concentratie immunoglobulinen bestaat. Heeft een patiënt met deze ziekte een
verlaagde, normale of verhoogde bezinking? Neem aan dat er verder geen andere factoren
aanwezig zijn die de bezinking beïnvloeden. Verhoogd want minder botsingen.
Bepaling hemoglobine
- Bevat Hb met Fe3+
- Bloed verdunnen met detergens
- Cyanide bindt ijzer
- Hb wordt geoxideerd tot metHb
Les 2. Celtelling

Bezinking wordt beïnvloedt door aggregatie (geldrolletjes) van ero’s en viscositeit van het bloed.
Negatieve lading zorgt voor afstoot. Geldrolvorming neemt toe bij verhoogde fibrinogeen en
globulinenconcentratie. Het is het naar beneden zakken van RBC. Geldrol zakt sneller. Hoemeer
RBC, hoe dikker (viscositeit). De eiwitten zorgen ervoor dat er makkelijk aggregatie is > afstoting
minder, sneller aan elkaar zitten. Albumine zorgt voor langzame bezinking. Anemie=minder RBC;
viscositeit langzaam > sneller geldrolletjes vormen > bezinking neemt toe.

- Bij een infectie= acute fase eiwitten en Ig’s > bezinking neemt toe
- Bij een anemie= minder erytrocyten > bezinking neemt toe (want minder bloed, minder
afstoten, bezinking neemt toe)
 Hemoglobine (Hb) in mmol/l
 Hematocriet (Hct) in l/l
 Erytrocyten in 1012/l
 MCV (mean cell volume) in fl
 MCH (mean cell hemoglobin) in fmol
 MCHC (mean cell hemoglobin concentration) in mmol/l

Referentiewaarden bloed=

- Erytrocyten (RBC) 5,0 x 1012/L
- Hematocriet (Hct of Ht) 0,4 – 0,5 L/L
- Trombocyten 150 - 400 x 109 /L
- Leukocyten/WBC 5 x 109 /L

Neutrofiele granulocyten 40-74%
Lymfocyten 14-43%
Monocyten 4-13%
Eosinofiele granulocyten 0-7%
Basofiele granulocyten 0-3%
$18.79
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
zeliko

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
zeliko Hanzehogeschool Groningen
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
0
Lid sinds
4 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
1
Laatst verkocht
-

0.0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen