typering
Erikson Belangrijke rol van reacties van mensen rondom hen
Centrale ontwikkelingstaak: ontwikkelen van eigen identiteit
Mofitt Er is een discrepantie tussen de verwachting om zelfstandig te zijn en het nog niet hebben
van de middelen daarvoor: dit lijdt tot probleemgedrag (wil autonoom zijn, maar geen
geld)
Arnett In westerse landen hebben mensen een langere adolescentie: ze werken later (studeren
langer) => meer tijd om te experimenteren = emerging adulthood
Puberen Veranderingen in gedrag en stemmingen
Cyclisch proces: hormonale veranderingen => gedragsveranderingen => verder
hormonale veranderingen (door gedrag)
Jeugd 1. Kind
2. tiener (en puber): Van Dale: 10 – 20 jaar; volksmond 13 – 19 jaar Adolescentie
3. jongvolwassen (tot 25 ongeveer)
(volwassen)
,Storm and stress Referentie naar dat de adolescentie een periode van onrust is (opstandigheid en
emotionele instabiliteit)
Belangrijke onderscheidingen die 1. onderscheid: eenmalige stemmingen VS vaste gedragingen
gemaakt moeten worden
betreffende de adolescentie 2. onderscheid: spanningen door nieuwe ervaringen VS spanningen als signaal van
dreiging dat de ontwikkeling verstoord zal worden
3. onderscheid: problemen ontstaan in adolescentie VS problemen die ervoor al
waren
problemen die ervoor al waren zullen vaak ook nog na de adolescentie
blijven: (life-course-persistent problems) VS adolescence-limited
problems
Ontwikkelingspsychologisch Onderzoek
gezichtspunt
naar situaties waar ontwikkelingsstoornissen optreden, in stand blijven of
verdwijnen
naar intra-individuele veranderingen: veranderingen binnen een persoon
Ontwikkelingstaken Taken die verwacht worden op een bepaalde leeftijd (door cultuur): bv studeren of een job
vinden in de adolescentie
Aantal belangrijke aspecten die vormgeven aan veranderde relaties binnen het gezin
adolescenten doormaken vormgeven van intimiteit en seksualiteit
zinvolle vrijetijdsbesteding
zorg leren dragen voor uiterlijk en gezondheid
tijd aan werk of onderwijs besteden
onderhouden van sociale contacten
om leren gaan met autoriteit
,Continue ontwikkeling Ontwikkeling in dezelfde stabiele richting
Discontinue ontwikkeling Ontwikkelingspatroon wordt onderbroken: veranderd van richting (koerswijziging)
Zo’n verandering kan belastend zijn: daarom zijn centrale protectieve factoren belangrijk:
deze beschermen het individu (maken die veerkrachtig voor stress)
De centrale zijn:
sociale ondersteuning (familie, vrienden)
karaktereigenschappen (prikkelbaar, moeilijk aanpassend of net soepel)
Acceleratie De ontwikkeling versneld plots in een negatieve richting (neerwaartse spiraal, ondergang)
Ontwikkelingspsychopathologie Onderzoek
naar stoornissen in de ontwikkeling die optreden, in stand blijven of verdwijnen
naar individuele verschillen in het aanpassen
focus op interactie tussen omgeving en individu
dynamisch interactionisme (Magnusson): mensen geven hun omgeving vorm,
maar worden ook gevormd door hun omgeving (interactie)
persoonsomgeving interactie: genotype hangt samen met omgeving
passieve interactie: individu beland in omgeving die aangeboden wordt
actieve interactie: individu selecteert omgeving
evocatieve interactie: een individu beïnvloedt de omgeving door reacties
op te roepen bij anderen (uitgelokt door uiterlijk, karakter,…)
Differential susceptibility Individueel verschillende vatbaarheid: sommigen worden meer beïnvloedt door de
, omgeving dan anderen
meer gevoelig voor negatieve, maar ook positieve omgevingsinvloeden
H2 theorieën over de
adolescentie
Ontwikkeling Alle veranderingen in een mens die samenhangen met leeftijd
Psychologen willen 3 dingen:
1. de veranderingen die zich voordoen beschrijven
2. de veranderingen verklaren (door aan te tonen welke gebeurtenissen aan de basis
liggen)
3. de ontwikkeling voor iedereen optimaliseren (bv interventieprogramma’s)
De theorieën richten zich allen 1. wat is de onderliggende opvatting over ontwikkeling?
op vier vragen biologie en maatschappij bepalen het verloop van de ontwikkeling
2. is ontwikkeling kwalitatief of kwantitatief van aard?
kwalitatief: ontwikkelingstaken zijn compleet anders per fase
3. is ontwikkeling nature of nurture?
beide
4. wat ontwikkelt er eigenlijk?
Biologische en maatschappelijke invloeden sturen de ontwikkeling van alle
psychologische aspecten