Stimuleert de ontwikkeling door het aanbieden van
activiteiten
(B1-K1-W5)
Verdeeld over drie dagen heb ik verschillende activiteiten ondernomen
met de kinderen van babygroep de Fuutjes. Ik heb vijf activiteiten
aangeboden en uitgevoerd, en hierbij rekening gehouden met de leeftijd
van de kinderen, het gebruik van materialen, en de stimulering van de
motorische, cognitieve, taal- en spraak, creatieve en lichamelijke
ontwikkeling.
In dit verslag heb ik mijn uitgevoerde activiteiten uitgewerkt, mijn keuzes
tijdens deze activiteiten onderbouwt, en mijn manier van begeleiden
uitgelegd.
Voor de uit te voeren activiteiten heb ik een planning gemaakt, waarbij ik
rekening heb gehouden met de tijd die voor de activiteit staat. Ook heb ik
er rekening mee gehouden dat ik niet te veel activiteiten op één dag plan.
Wat gaan we Wanneer gaan Met wie ga ik Welke
doen? we dit doen? dit doen? materialen
heb ik
hiervoor
nodig?
Herfstboekje In de ochtend, Met de kindjes Een herfst-
lezen na het fruit van babygroep gerelateerd
moment de Fuutjes boekje
Herfstknutsel In de middag, na Met de oudste Papier, verf,
maken het brood eten. kindjes, 1,5-2 kwasten,
jaar verfschort
Buitenspelen In de ochtend of Met de kindjes Buitenspeelgoed
met herfstweer middag na het van babygroep
fruitmoment de Fuutjes (6
maanden – 2
jaar).
Sensopathisch Aan het einde Met de kindjes Herfstmaterialen
spel van de middag van babygroep zoals bladeren,
de Fuutjes (1-2 hout, eikeltjes.
jaar)
Sensory bottles In de ochtend Met de kindjes De Sensory
wanneer het van babygroep Bottles die ik
rustig is op de de Fuutjes (1-2 zelf heb
groep. jaar) gemaakt.
, Activiteit 1: Herfstboekje lezen
Voor deze activiteit heb ik gekozen voor een boekje van Dikkie Dik, met
als titel: ‘’Zingen in de wind’’. Ik heb dit boekje gekozen uit de boekenkast
van de peutergroep op onze locatie, en vond deze ook geschikt voor de
babygroep. Elke pagina bevat een afbeelding en een korte zin, het is niet
te langdradig en de grote afbeeldingen maken het juist leuk voor de
kindjes. Deze activiteit is erg geschikt voor de kindjes van deze leeftijd (0-
2 jaar) omdat het de cognitieve ontwikkeling stimuleert, en voornamelijk
de taal- en spraakontwikkeling.
Door het voorlezen worden kinderen gestimuleerd om te praten, om
reacties te geven. Tijdens het voorlezen heb ik bijvoorbeeld regelmatig
vragen gesteld aan de kinderen zoals: ‘’Wat ziet Dikke Dik in de lucht? Wat
zie jij -naam-?’’ ‘’Een vogel?’’ ‘’Goedzo -naam-!’’ en ondertussen wisselde
ik dit soort vragen af tussen de kinderen, zodat ik elk kind betrok bij het
verhaal en hierbij de kans gaf om een reactie te geven of om een woord
na te zeggen. Ik heb tijdens het lezen dan ook mijn eigen taalgebruik
ingezet en aangepast om het verhaal leuk te houden voor de kinderen. Ik
heb korte en makkelijke woorden gebruikt. Woorden die sommige
kinderen misschien al kende, maar andere kinderen niet. Waardoor ik juist
bij deze kinderen, die de woorden nog niet kende, de taal- en
denkontwikkeling heb gestimuleerd.
Sommige kinderen kennen bepaalde woorden wel, maar spreken ze nog
niet uit (passieve woordenschat), en juist dan is het leuk als je het kind
een woord voor het eerst hoort zeggen (actieve woordenschat). Dit is
tijdens het voorlezen dan ook gebeurd, en dat vond ik leuk om mee te
maken. Dit heb ik meteen opgemerkt als een signaal van de voortgang
van het kind, door een nieuw woord te leren zeggen heeft het kind weer
een stap gezet in de taal- en spraakontwikkeling.
Door het verhaal voor te lezen en bepaalde makkelijke woorden te
herhalen, in combinatie met het object aanwijzen, heb ik kinderen
gestimuleerd in hun denk- en taalontwikkeling.
Bij deze activiteit heb ik rekening gehouden met onvoorziene
omstandigheden. Ik heb er rekening mee gehouden dat sommige kindjes
het boekje misschien te lang vinden duren en geen oog meer hebben voor
activiteiten
(B1-K1-W5)
Verdeeld over drie dagen heb ik verschillende activiteiten ondernomen
met de kinderen van babygroep de Fuutjes. Ik heb vijf activiteiten
aangeboden en uitgevoerd, en hierbij rekening gehouden met de leeftijd
van de kinderen, het gebruik van materialen, en de stimulering van de
motorische, cognitieve, taal- en spraak, creatieve en lichamelijke
ontwikkeling.
In dit verslag heb ik mijn uitgevoerde activiteiten uitgewerkt, mijn keuzes
tijdens deze activiteiten onderbouwt, en mijn manier van begeleiden
uitgelegd.
Voor de uit te voeren activiteiten heb ik een planning gemaakt, waarbij ik
rekening heb gehouden met de tijd die voor de activiteit staat. Ook heb ik
er rekening mee gehouden dat ik niet te veel activiteiten op één dag plan.
Wat gaan we Wanneer gaan Met wie ga ik Welke
doen? we dit doen? dit doen? materialen
heb ik
hiervoor
nodig?
Herfstboekje In de ochtend, Met de kindjes Een herfst-
lezen na het fruit van babygroep gerelateerd
moment de Fuutjes boekje
Herfstknutsel In de middag, na Met de oudste Papier, verf,
maken het brood eten. kindjes, 1,5-2 kwasten,
jaar verfschort
Buitenspelen In de ochtend of Met de kindjes Buitenspeelgoed
met herfstweer middag na het van babygroep
fruitmoment de Fuutjes (6
maanden – 2
jaar).
Sensopathisch Aan het einde Met de kindjes Herfstmaterialen
spel van de middag van babygroep zoals bladeren,
de Fuutjes (1-2 hout, eikeltjes.
jaar)
Sensory bottles In de ochtend Met de kindjes De Sensory
wanneer het van babygroep Bottles die ik
rustig is op de de Fuutjes (1-2 zelf heb
groep. jaar) gemaakt.
, Activiteit 1: Herfstboekje lezen
Voor deze activiteit heb ik gekozen voor een boekje van Dikkie Dik, met
als titel: ‘’Zingen in de wind’’. Ik heb dit boekje gekozen uit de boekenkast
van de peutergroep op onze locatie, en vond deze ook geschikt voor de
babygroep. Elke pagina bevat een afbeelding en een korte zin, het is niet
te langdradig en de grote afbeeldingen maken het juist leuk voor de
kindjes. Deze activiteit is erg geschikt voor de kindjes van deze leeftijd (0-
2 jaar) omdat het de cognitieve ontwikkeling stimuleert, en voornamelijk
de taal- en spraakontwikkeling.
Door het voorlezen worden kinderen gestimuleerd om te praten, om
reacties te geven. Tijdens het voorlezen heb ik bijvoorbeeld regelmatig
vragen gesteld aan de kinderen zoals: ‘’Wat ziet Dikke Dik in de lucht? Wat
zie jij -naam-?’’ ‘’Een vogel?’’ ‘’Goedzo -naam-!’’ en ondertussen wisselde
ik dit soort vragen af tussen de kinderen, zodat ik elk kind betrok bij het
verhaal en hierbij de kans gaf om een reactie te geven of om een woord
na te zeggen. Ik heb tijdens het lezen dan ook mijn eigen taalgebruik
ingezet en aangepast om het verhaal leuk te houden voor de kinderen. Ik
heb korte en makkelijke woorden gebruikt. Woorden die sommige
kinderen misschien al kende, maar andere kinderen niet. Waardoor ik juist
bij deze kinderen, die de woorden nog niet kende, de taal- en
denkontwikkeling heb gestimuleerd.
Sommige kinderen kennen bepaalde woorden wel, maar spreken ze nog
niet uit (passieve woordenschat), en juist dan is het leuk als je het kind
een woord voor het eerst hoort zeggen (actieve woordenschat). Dit is
tijdens het voorlezen dan ook gebeurd, en dat vond ik leuk om mee te
maken. Dit heb ik meteen opgemerkt als een signaal van de voortgang
van het kind, door een nieuw woord te leren zeggen heeft het kind weer
een stap gezet in de taal- en spraakontwikkeling.
Door het verhaal voor te lezen en bepaalde makkelijke woorden te
herhalen, in combinatie met het object aanwijzen, heb ik kinderen
gestimuleerd in hun denk- en taalontwikkeling.
Bij deze activiteit heb ik rekening gehouden met onvoorziene
omstandigheden. Ik heb er rekening mee gehouden dat sommige kindjes
het boekje misschien te lang vinden duren en geen oog meer hebben voor
