Pathologie 1 – urologische heelkunde
Urologie
• Nieren
• Afvoerende urinewegen
• In- en uitwendige geslachtsorganen van de man (vrouw: gynaecologie)
• Diagnostiek
o Kliniek en anamnese
o Labo
o Beeldvorming
Urolithiase
Nierstenen/ nefrolithiase
• Belangrijke pathologie
• Soms ook blaassteen (kan ontwikkelen in de blaas of migreren van nier naar
blaas)
• Pas vanaf de nierstenen in de ureters terechtkomen klachten, smalle
doorgang
• Verschillende types:
o Urinezuurstenen
o Calciumoxalaatstenen
o ….
• Prevalentie
o 8/1000/jaar
o Recidief 50%
• Ontstaan:
o Teveel zouten en mineralen in urine
o Te weinig drinken
o Uitdroging door diarree
o Overmatig zweten
o Bepaalde zouten die in het lichaam aanwezig zijn
o Urineweginfectie
o Veel eiwitten eten (met name vlees)
o Veel zout eten
1
, • Symptomen:
o Afhankelijk van:
§ Plaats
§ Vorm
§ Grootte
§ Beweeglijkheid
o Stenen in nier zelf geven slechts klachten wanneer ze kelkhals afsluiten
o Ureterstenen geven klachten bij een obstructie van de ureter
o Asymptomatisch
o PIJN: koliekachtig
o Misselijkheid
o Bewegingsdrang
o Plasdrang
o Hematurie
• Diagnose:
o Urineonderzoek: hematurie
o Radiografie: voor radio-opake stenen
o Echografie: stuwing aantonen
o CT a blanc
• Behandeling:
o Symptomatisch:
§ Pijnstilling: NSAID
§ Spasmolytica (Buscopan)
§ Alffablokker (Tamsulosine)
o Causaal:
§ Afwachten tot spontane evacuatie
§ Plaatsen Double-J katheter
• Om afvloei van urine te verzekeren
• Katheter met 2 krullen
o Pyelum en blaas
• Nadeel: plasdrang, irritatie
§ Nefrostomie
• Ontlast de nier
• Bij grote steen ofpyelonefritis
• Gepositioneerd flank
• Opvangzak
2
Urologie
• Nieren
• Afvoerende urinewegen
• In- en uitwendige geslachtsorganen van de man (vrouw: gynaecologie)
• Diagnostiek
o Kliniek en anamnese
o Labo
o Beeldvorming
Urolithiase
Nierstenen/ nefrolithiase
• Belangrijke pathologie
• Soms ook blaassteen (kan ontwikkelen in de blaas of migreren van nier naar
blaas)
• Pas vanaf de nierstenen in de ureters terechtkomen klachten, smalle
doorgang
• Verschillende types:
o Urinezuurstenen
o Calciumoxalaatstenen
o ….
• Prevalentie
o 8/1000/jaar
o Recidief 50%
• Ontstaan:
o Teveel zouten en mineralen in urine
o Te weinig drinken
o Uitdroging door diarree
o Overmatig zweten
o Bepaalde zouten die in het lichaam aanwezig zijn
o Urineweginfectie
o Veel eiwitten eten (met name vlees)
o Veel zout eten
1
, • Symptomen:
o Afhankelijk van:
§ Plaats
§ Vorm
§ Grootte
§ Beweeglijkheid
o Stenen in nier zelf geven slechts klachten wanneer ze kelkhals afsluiten
o Ureterstenen geven klachten bij een obstructie van de ureter
o Asymptomatisch
o PIJN: koliekachtig
o Misselijkheid
o Bewegingsdrang
o Plasdrang
o Hematurie
• Diagnose:
o Urineonderzoek: hematurie
o Radiografie: voor radio-opake stenen
o Echografie: stuwing aantonen
o CT a blanc
• Behandeling:
o Symptomatisch:
§ Pijnstilling: NSAID
§ Spasmolytica (Buscopan)
§ Alffablokker (Tamsulosine)
o Causaal:
§ Afwachten tot spontane evacuatie
§ Plaatsen Double-J katheter
• Om afvloei van urine te verzekeren
• Katheter met 2 krullen
o Pyelum en blaas
• Nadeel: plasdrang, irritatie
§ Nefrostomie
• Ontlast de nier
• Bij grote steen ofpyelonefritis
• Gepositioneerd flank
• Opvangzak
2